Els Huigens_ “Duurzame wijk is groen, autoluw, energiezuinig, speels”

Els Huigens_ “Duurzame wijk is groen, autoluw, energiezuinig, speels”

Els Huigens_ “Duurzame wijk is groen, autoluw, energiezuinig, speels”
Els Huigens_ “Duurzame wijk is groen, autoluw, energiezuinig, speels”

Floris Van Cauwelaert

24 augustus 2015

Samen met Jean-françois Van den Abeele heeft Els Huigens het bureau Fris in het Landschap. Het is een bureau voor landschapsarchitectuur en stedenbouw met een duurzame missie. Met de ontwikkeling van de Clementwijk in Sint-Niklaas, waar de publieke ruimte (park, speel- en leefstraatjes, de dwarspleinen, ..) reeds is aangelegd en de woningen momenteel in aanbouw, hebben ze ism Grontmij, de planning uitgetekend van één van dé exemplarische duurzame wijken in ons land.

“Je moet luisteren naar het landschap”, drukt Els Huigens het poëtisch uit. Je dient dus de landschappelijke kwaliteiten te volgen. De hele waterhuishouding moet bij voorbeeld mee gaan bepalen hoe je met een bepaald terrein omgaat. “Duurzaamheid leidt een planner van het stedenbouwkundig niveau tot de kleinste details”, weet Els Huigens. “Je moet plannen voor de toekomstige generaties, dat vergt een integrale aanpak over verschillende disciplines heen.”

De krakers van Vauban

Wie duurzame wijken zegt, komt al gauw uit bij Vauban het autovrije, duurzame district van Freiburg in Duitsland waar 5.000 mensen leven en werken. Opvallend bij de ontstaansgeschiedenis van deze voorloper onder de duurzame wijken is dat het krakers en hippies die het terrein hadden ingenomen en zij de stad Freiburg, die het oud militair domein wilde ontwikkelen, hebben gedwongen een nieuw soort duurzaam project op te zetten. Dat werd dan het huidige stadsdisctrict Vauban.

In dat conflict tussen bewoners en stad schuilt meteen de kiem van wat volgens Els Huigens één van de essentiële uitgangspunten is bij de ontwikkeling van een duurzame wijk_ participatie. Alle belanghebbenden moeten zo’n duurzaam wijkproject ook dragen en dus is participatie en dialoog een essentieel onderdeel. Zo organiseerden de stad Sint Niklaas ism Fris in het Landschap en Grontmij op het toekomstige terrein van de Clementwijk , naast enkele infomomenten, een publieksdag met wandeling doorheen het uitbreidingsgebied om in dialoog te treden met de geïnteresseerde burgers. Dat werd een groot succes want er kwamen niet minder dan 700 mensen opdagen. “Je moet luisteren naar de verhalen van de bewoners, naar hun gevoeligheden en zo eventueel aan de weet komen of er conflictstof is. Je werkt ook best met een moderator”, stelt ze.

Niet alleen participatie is zo’n essentieel uitgangspunt volgens Els Huigens_ een geïntegreerd projectproces, inplanting en functies, Integrale planning, duurzame mobiliteit, zuinig ruimtegebruik en compact bouwen, groenblauwe structuur als basiskader en stadslandbouw zijn dat evengoed. Op enkele van die aspecten gaan we nog dieper in.

[caption id=”” align=”alignnone” width=”1200.0”]Clementwijk Sint-Niklaas. Foto_ Grontmij Clementwijk Sint-Niklaas. Foto_ Grontmij[/caption]

Clementwijk

“Er was bij aanvang reeds een masterplan, maar we vonden het niet duurzaam genoeg”, vertelt Els Huigens. “We hebben het masterplan wat bijgestuurd om een echte duurzame wijk te ontwikkelen.” Maar hoe bouw je een duurzame wijk? Trouwens, wat is een duurzame wijk eigenlijk?

Volgens Fris in het Landschap is een duurzame wijk er één waar kinderen op straat en in het groen kunnen spelen, waar je winkels, een school, kinderdagverblijf op loopafstand hebt, de natuur tot aan je voordeur komt, auto’s slechts ‘te gast’ zijn en de publieke ruimte tevens speel-, leef- en ontmoetingsplek wordt..

In het vernieuwd ontwikkelingsplan hield Fris in het Landschap veel meer rekening met het landschap_ behoud van de bestaande grachten en de bolakkers als woonvelden. Er werden 2 hoofdontsluitingen voorzien en drie woonlobben zonder kriskras verbindingen voor de auto’s en één baan dwars doorheen de Clementwijk werd voorzien voor het Openbaar Vervoer.

Wat meteen opvalt is hoe de hele wijk bijna één groot speelgebied voor kinderen is geworden met veel groen, speelnatuur, stukjes parklandschap, fiets- en wandelpaden. Econoom en fietsfanaat Geert Noels stelde ooit dat de lakmoesproef voor een veilig fietspad is of je er jonge kinderen zelfstandig kan laten fietsen. In diezelfde lijn kan je ook de duurzame wijk bekijken_ kunnen kinderen er vrij ravotten? Geen slecht inrichtingsprincipe maar je moet er plaats voor maken.

Compact bouwen = ruimte voor groen

Plaats maken voor het groen, betekent zuinig omspringen met de ruimte voor andere zaken zoals wonen. “Je moet compacter bouwen”, aldus Els Huigens. “Geen villa’s meer maar appartementen, parkwoningen of rijwoningen met gedeelde functies zijn daarvoor aangewezen. Een meevaller voor ons project in de Clementwijk was dat uit een marktonderzoek bleek dat mensen wel in hogere gebouwen, appartementen of in een rijwoning wilden wonen als het hele duurzame aspect zou worden doorgetrokken tot in de verdere afwerking.”

De eerste bewoners zullen hun intrek nemen in de Clementwijk eind 2016. Fris in het Landschap begon er in 2008 al aan te werken. “Het is een proces waarbij alle stadsdiensten werden betrokken voor een integrale aanpak. Het is ook een publiek-private samenwerking met een private partner die eerst moeizaam maar dan heel bewust en overtuigd meeging in het duurzaam verhaal.”

Lobbenstad Sint-Niklaas

[caption id=”” align=”alignnone” width=”750.0”]Schematische voorstelling van 'lobbenstad Sint-Niklaas'. Bron_ Fris is het Landschap Schematische voorstelling van ‘lobbenstad Sint-Niklaas’. Bron_ Fris is het Landschap[/caption]

De ontwikkeling van de Clementwijk heeft Sint-Niklaas in ieder geval mee op nieuwe denksporen gezet voor de stad in haar geheel. “De planoloog van de stad Sint Niklaas, Bart Van Lokeren, de verschillende stedelijke diensten  hebben samen  met Fris in het Landschap en Erik Rombout (extern deskundige) het idee van de Lobbenstad geïntroduceerd in Sint-Niklaas en we hebben samen gekeken naar de haalbaarheid”, aldus Els Huigens. “Een lobbenstad bestaat uit compact bebouwde stadslobben met daartussen een netwerk van groenblauwe vingers tot in de stadskern”, luidt de definitie geïnspireerd op het werk van de Nederlands stadsplanner Sybrand Tjallingii. Kopenhagen heeft zo’n vingerplan met knooppunten van dense activiteitencentra voor wonen, werken en andere voorzieningen langs open blauwe en _groene vingers_die leiden naar het centrum en zorgen voor natuurlijke ventilatie van de stad. “De stadslobben, met vernieuwende woontypologieën, zijn best minstens 600 meter breed en hebben een lengte van 2500m”, weet Els Huigens.

Daarmee stappen we van thema “duurzame wijk” naar de thema’s “duurzame stad” en “duurzame regio”. Hoe behouden we die natuurlijke koeling met biodiversiteit in grote aaneengesloten groenstructuren? Het is een uitdaging die zich acuut stelt in Vlaanderen.

Bodemafdichting

Volgens een bekende prognose van Lien Poelmans (KUL)  leidt het huidige bouwtempo naar onhoudbare situaties_ “In 1976 was 7,2% van de Vlaamse oppervlakte bebouwd. Eind jaren tachtig nam dat toe tot 12% en begin 2000 zaten we al aan 18%. Als de bebouwing tegen het huidige tempo doorgaat, dan zal in 2050 maar liefst 41,5% van Vlaanderen bebouwd zijn”.

Daarom ook zit Huigens zelf met gemengde gevoelens tegenover de Clementwijk. “We kunnen ons niet langer veroorloven om landschap aan te snijden voor nieuwe woonontwikkelingen”, stelt Els Huigens. “Echter voor veel gemeenten is deze uitbreidingsstop onbespreekbaar. Die mentaliteitswijziging is dus nog geen feit. Een probleem is dat het gewestplan dateert van de jaren 1970, intussen bijna 50 jaar geleden. Een tweede vaststelling is dat grondspeculatie leidt tot een blokkering. Want als je de bestemming wijzigt van wat op dit ogenblik bouwgrond is, riskeer je mensen op te zadelen met een aanzienlijk financieel verlies. Daar mag je de ogen niet voor sluiten. We moeten zoeken naar oplossingen om dit probleem aan te pakken en tegelijk het uitbreiden van de gebouwde omgeving tegenhouden.”

Stadslandbouw als scharnier in parken voor de toekomst

[caption id=”” align=”alignnone” width=”1000.0”]Plan Heizijdse Velden Turnhout, met daarin geïntegreerd community supported agriculture. bron_ Fris in het Landschap Plan Heizijdse Velden Turnhout, met daarin geïntegreerd community supported agriculture. bron_ Fris in het Landschap[/caption]

Het is misschien de reden waarom stadslandbouw door Els Huigens wordt meegenomen als uitgangspunt bij duurzame wijken. Stadslandbouw raakt aan verschillende uitdagingen tegelijk. Het gaat om korte keten, maar ook om de urbanisatie wereldwijd en honger in steden. Wie denkt dat dithier niet het geval is_ Europa telt een duizelingwekkende 30 miljoen ondervoedde inwoners. Tegen 2030 woont bovendien 60% van de wereldbevolking in steden. Tegelijk in dense regio’s zoals Vlaanderen levert stadslandbouw een inrichtingsprincipe voor duurzame planning, maar één die een denksprong vergt waar groen en stedelijk gebied niet in een Cartesiaans dualistisch systeem worden begrepen, maar holistisch en ondeelbaar verbonden.

Dit artikel verscheen eerder op duwobo.be

Coverfoto: “Levendige straat” in Vauban, Freiburg. Bron_ Fris In Het Landschap

Tags