Met eigen ogen

Extra

Met eigen ogen

Met eigen ogen
Met eigen ogen

‘Er zijn extreem weinig mensen die lang genoeg in Afghanistan zijn om er betrouwbaar over te berichten. En zelfs de paar uitzonderingen worden heel erg beperkt door het aantal woorden of minuten dat ze krijgen om hun verhaal te vertellen’, zegt Sara Chayes.

Die bedenking geldt niet voor Rory Stewart –al was Chayes desgevraagd niet echt enthousiast over de Schot die onmiddellijk na de val van het Talibanregime besloot om op zijn eentje en te voet van Herat naar Kaboel te trekken.
Rory Stewart heeft de gewoonte zijn tijd te nemen om de omgeving die hij wil beschrijven te leren kennen, en hij neemt de ruimte om dat verslag in de breedte en de diepte te brengen. De twee boeken die van hem dit jaar in Nederlandse vertaling verschenen, getuigen daarvan.
Tussenstations situeert zich in het “bevrijde” Afghanistan, Beroepsrisico’s in het eveneens “bevrijde” Irak. Toch zijn het twee radicaal verschillende boeken. In Afghanistan was Stewart een excentrieke Europeaan die eenzaam door een winterse, onherbergzame streek wandelt. Hij was er de vleesgeworden kwetsbaarheid, wat hem meteen toegang verschafte tot de ontvangskamers van elke Afghaanse familie die in staat was haar eer gestand te doen.
In Irak was Stewart provinciegouverneur van de voorlopige administratie in de zuidelijke provincie Maisan. Hier was hij de belichaming van een bezettingsmacht die vergissing op tekortkoming stapelde en die zelfs bij tegenstanders van Saddam niet echt welkom was. Stewart kan in deze omgeving nooit een scherpe grens trekken tussen vertrouwen en wantrouwen en de toegang tot de samenleving werd niet alleen beperkt door zijn gebrek aan kennis van het Arabisch, maar ook door de veiligheidsvoorschriften van de coalitie.
Zelf omschrijft Stewart het zo: ‘Ik had 850 kilometer door de bergen van Afghanistan geploeterd zonder één enkel dorp tegen te komen met stroom of ook maar één ambtenaar te hebben gezien die een salaris kreeg… Maar Saddams gigantische gecentraliseerde bureaucratie beheerste vrijwel elk detail van de samenleving en de economie. Zo’n systeem was moeilijk overeind te houden, te dupliceren of te vervangen.’
Tussenstations is eigenlijk twee boeken tegelijk. Het is een verhaal over en een reflectie op de voettocht. Op het einde van het boek –na veel afzien en frustratie– breekt de betekenis van het wandelen door, maar ze blijkt nauwelijks onder woorden te brengen: ‘Op dat moment ervoer ik de wereld als een geschenk dat speciaal voor mij bestemd was, maar in gelijke mate ook voor ieder ander mens. Ik was klaar met lopen. Nu kon ik naar huis.’ Het boek is ook een unieke inkijk in het leven van het rurale Afghanistan tijdens de luchtledige periode na de Taliban en voor de afdaling in de nieuwe chaos van vandaag.
In Firoz Koh praat Stewart bijvoorbeeld met dorpelingen die een unieke archeologische site omploegen op zoek naar spullen die ze voor een appel en een ei op de markt kunnen verkopen. Zegt een van de dorpelingen: ‘We hebben geprobeerd te graven in de vijf jaar dat de Taliban hier heer en meester waren, maar dat viel niet mee… Nu loopt het allemaal prima. Er is geen overheid meer en bovendien heeft de sneeuw de passen afgesloten, zodat buitenstaanders zich er niet meer mee kunnen bemoeien.’
Beroepsrisico’s is ook een ooggetuigenverslag, maar de volksstam die we hier beter leren kennen, is de internationale bezttingsmacht met haar complexe verhoudingen onder verschillende geledingen en nationaliteiten en met haar snel afbrokkelende relaties met de zo mogelijk nog meer complexe en versplinterde Irakese bevolking. Die kijk van binnenuit is een noodzakelijke aanvulling op de propaganda van de coalitie én op de kritiek van buitenuit. Het betekent wellicht het einde van de diplomatieke carrière van Stewart, maar het is een heldhaftig einde. (gg)
Tussenstations. Te voet van Herat naar Kabul door Rory Stewart is uitgegeven door Prometheus. 316 blzn. ISBN 978-90-446-0963-9
Beroepsrisico’s door Rory Stewart is uitgegeven door Prometheus. 399 blzn. ISBN 978-90-446-1054-3