Dossier: 

Jos Delbeke: 2030-pakket zet Europees klimaatbeleid terug op sporen

Logo klimaattop LimaEen gesprek met Jos Delbeke, coördinator van het Europees Klimaatbeleid, over het Europees klimaatpakket 2030 en zijn vooruitzichten voor de conferentie in Lima. Doet Europa voldoende om het tij te keren?

De zware klap van Kopenhagen in 2009 deed Europa als trendsetter in klimaatbeleid heel wat pluimen verliezen. Toch stelt Jos Delbeke, directeur-generaal van DG CLIMA, dat  Europa er opnieuw klaar voor is.  Maar België blijft  achter, merkt Delbeke op. ‘Men slaagt er vooralsnog niet in om klimaatbeleid onderdeel te maken van het industriële beleid.’

© Alma De Walsche

Jos Delbeke, coördinator Europees Klimaatbeleid.

Al sinds 1986 buigt Delbeke zich over het Europese milieu- en klimaatbeleid en zet hij mee de bakens uit. Hij was er bij begin de jaren negentig, toen hij met Margot Wallström de wereld rond vloog om Rusland en de VS te overhalen om het Kyotoprotocol te ondertekenen. Hij was er bij in Kopenhagen, toen Europa werd voorbij gelopen door de VS en China.  En vandaag trekt hij opnieuw aan de kar op weg naar Parijs, naar een nieuw klimaatakkoord.  

Volgens het nieuwe klimaatpakket moet Europa tegen 2030 zijn broeikasgassen met 40 procent reduceren ten opzichte van 1990 en dit enkel met maatregelen die binnen Europa worden genomen. Dus zonder uitstootrechten te gaan aankopen in het Zuiden, via CDM projecten bijvoorbeeld

Jos Delbeke: Dat klopt. Het is “ten minste” 40 procent, het moet “domestic” zijn, dus binnen de EU gerealiseerd, en het is een bindende maatregel voor elk van de lidstaten.  Dat is een ernstige doelstelling. Alleen als we in Parijs zouden beslissen om meer dan 40 procent reductie te realiseren, kan er beroep gedaan worden op CDM credits (Clean Development Mechanism). 

In tal van gevallen zorgen CDMs helemaal niet voor extra reductie van broeikasgassen.

Jos Delbeke: Ik ben zelf geen onvoorwaardelijke voorstander van CDM, iedereen weet inmiddels dat dit niet optimaal draait.
De VN is wel erg gewonnen voor CDM maar in Europa zouden we liever een beperkte lijst van toepassingen zien, bijvoorbeeld alleen voor hernieuwbare energie.  We hebben zelfs zwaar moeten onderhandelen om de grote dammen, bossen en nucleaire energie eruit te krijgen.  
Europa heeft wel unilateraal CDM credits voor het reduceren van HFC-23 gassen uit de lijst gehaald omdat die aan een extreem lage kost  per gereduceerde ton konden bekomen worden en soms tegen honderden procent winst konden verkocht worden in de EU ETS.

Het emissiehandelssysteem (ETS) blijft behouden, hoewel de prijs van een ton CO2 erg laag is. Is dit dan nog wel een stimulans om in te zetten op alternatieven?

Jos Delbeke: Vooreerst is het belangrijk aan te stippen dat  de doelstelling wordt aangeleverd: men blijft onder het plafond dat voorop gesteld werd en bij wet werd vastgelegd.  Het milieueffect is gerealiseerd.

De prijs van een ton CO2 is te laag om nieuwe investeringen te stimuleren. We gaan daar iets aan doen.
 

De andere vraag is of de prijs een voldoende stimulans is om over te schakelen op andere technologieën. We zijn tot het besluit gekomen dat die prijs te laag is om effectief nieuwe investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie te stimuleren. We gaan die opkrikken. We gaan daar iets aan doen.

Nu is die 7 euro voor een ton. Was het streefcijfer niet 40 euro?

Jos Delbeke: Wij hebben geen streefcijfer voorop gesteld, het is een markt van vraag en aanbod maar gezien de crisis van 2008 is het aanbod te groot. De productie van staal en cement, de twee grootste industriële uitstoters, is met tientallen procenten gekrompen. Het voorstel van de Commissie is om  een deel van de uitstootrechten die voorzien worden om te veilen, weg te zetten in een reserve. Over dit voorstel, het zogenaamde Market Stability Reserve, wordt nu gedebatteerd in het Europees parlement. Ondertussen is de marktprijs aan het stijgen: we zijn nu boven de 7 euro. Dat is nog te weinig, maar we komen van 3 euro. Binnen een jaar, twee jaar zijn we eruit.

‘In het emissiehandelssysteem gaat elk jaar de totale hoeveelheid uitstootrechten met 1,74 procent naar beneden.’

Gaan de ETS-sectoren na 2020 nog gratis uitstootrechten krijgen?

Jos Delbeke: Het plafond komt lager te liggen, we streven naar 40 procent minder uitstoot. Als het plafond verlaagt, dan ook het aantal uitstootrechten. In het emissiehandelssysteem gaat elk jaar de totale hoeveelheid uitstootrechten met  1,74 procent naar beneden. Dat is niet veel  maar als je dit aanhoudt tot 2050 reduceert Europa in de ETS-sectoren zijn uitstoot met 70-80 procent. En vanaf 2020 wordt die reductie opgetrokken van 1,74 procent naar 2,2 procent. Door er jaarlijks een vast procent af te schaven, is het kader voorspelbaar. De ETS heeft ook geen einddatum. 40 procent is de juiste balans tussen wat we kunnen doen, wat haalbaar is en waarvoor een draagvlak is. En het brengt ons binnen het 2°C –pad dat door de IPCC wetenschappers is aanbevolen..

Hoeveel uitstootrechten krijgen bedrijven gratis? 

Jos Delbeke: Alle industriële bedrijven samen krijgen ongeveer de helft van de totale beschikbare uitstootrechten gratis om hen tie te laten aan de internationale concurrentie het hoofd te bieden. Anders krijgen we carbon leakage (bedrijven die omwille van de milieukost uitwijken). De internationale concurrentie is scherp. De industrie is ongerust en de regeringsleiders  hebben daarom beslist door te gaan met het bestaande systeem.
De elektriciteitsbedrijven krijgen geen gratis uitstootrechten. Die moeten ze allemaal kopen. Alleen een paar lidstaten – Polen, Tsjechië- kunnen, als ze dat willen, in 2021 een deel van de uitstootrechten gratis geven aan hun elektriciteitssector op voorwaarde dat ze nieuwe technologie inzetten. Dat is een compromis omdat er in de nieuwe lidstaten zoveel  investeringen nodig zijn om de elektriciteitssector te moderniseren. Het is belangrijk dat de oude elektriciteitscentrales daar snel uit het circuit worden genomen. Hoe sneller, hoe beter.

Door de gratis rechten, krijg je wel een vertekend beeld. Het is een vorm van subsidie.

Gratis uitstootrechten zijn verantwoord. Uiteindelijk gaat het ook om behoud van tewerkstelling.

Jos Delbeke: Inderdaad. Maar als ik ondernemer ben en ik produceer staal en het Chinese staal is  goedkoper omdat ze geen inspanningen moeten doen om de uitstoot te beperken dan is het verantwoord om een tegemoetkoming te doen. Uiteindelijk gaat het ook om behoud van tewerkstelling hier, ook de vakbonden zijn gevoelig voor dit argument.

Men heeft de mond vol van de lage energieprijzen in de VS, door schalieolie en -gas. Ook dat zorgt voor delocalisatie zegt men.

Jos Delbeke: Die lage prijzen gelden vooral voor de gasprijzen, niet zozeer voor electriciteit.  Als we de gemiddelden van Europa vergelijken met de gemiddelde elektriciteitsprijzen voor de VS, dan zitten we op hetzelfde niveau. De elektriciteitsprijzen in Japan zijn echter duurder dan in Europa. 

Dat is toch een goede buffer tegen leakage?

Jos Delbeke: Natuurlijk, wel alleen tegenover Japan in dit geval, en daarom gaan we ook niet helemaal mee in dat argument. Staal en cement zijn productieprocessen, je kan een hoogoven maar laten draaien als je daar steenkool en cokes indoet. Uiteraard gaat daar veel vervuiling in de lucht. Cement produceren is een heel koolstofintensief en vervuilend productieproces.

Het ETS zorgt ervoor dat, als er een investeringsproject op tafel ligt, de investeerder altijd wel zal kijken naar  de CO2 uitstoot  en hoe die kan beperkt worden. Als er in de haven van Antwerpen een project op tafel komt, zal er ongetwijfeld gezien worden welk productieproces het minste CO2 uitstoot.

Enkel de Europese luchtvaart is opgenomen in het emissiehandelssysteem.

Zijn luchtvaart en scheepvaart opgenomen in het emissiehandelssysteem?

Jos Delbeke: De luchtvaart wel, maar enkel de luchtvaart in het europese luchtruim.

We hebben dus niets te zeggen aan de Chinese en de Amerikaanse luchtvaart? 

Jos Delbeke: Voor de vluchten die ze in Europa doen, moeten ze zich wel aan ons systeem houden. We hadden echter gehoopt de intercontinentale vluchten ook te kunnen reguleren, maar dat is niet gelukt. We hadden de hele wereld tegen ons. Met de ICAO (Internationale  Civil Aviation Organisation) hebben we in 2013 wel een akkoord verkregen dat zij tegen 2016  een wereldwijd systeem opzetten waarin ook China en de VS vervat zitten. Ik hoop dat we daar in Parijs nog een duw aan kunnen geven.

Voor de scheepvaart hebben we wel monitoring, reporting and verification erdoor gekregen.  We zijn momenteel in discussie met de International Maritime Organization, IMO. Zij willen standaarden voor schepen ontwikkelen.

Het is een bijzondere uitdaging dat wat gebeurt in internationale wateren moeilijk te reguleren valt. Vele niet-Europese  schepen zijn zeer vervuilend omdat ze zijn uitgerust met ouderwetse technologien die zeer  vervuilende brandstof gebruiken. Die verbranden ze in de hoge zee. Dat is heel onverantwoord, maar onze Europese bevoegdheid om te reguleren op de internationale wateren, is heel beperkt net zoals in het internationale luchtruim.

Wij hebben wel bekomen dat als schepen in de Europese wateren varen, ze schone brandstof moeten gebruiken. We hebben onze Europese wateren afgelijnd en als ze die naderen moeten ze zwavelarme en stikstofarme brandstof gebruiken.

Terug naar het nieuwe pakket: voor hernieuwbare energie is er nog slechts een gezamenlijke doelstelling van 27 procent. Hoe gaat dat dan gecoördineerd en gestimuleerd worden?

Jos Delbeke: Europa zal dat coördineren en elk jaar zal  er gerapporteerd moeten worden. De details  moeten nog uitgewerkt worden. Intussen blijft de doelstelling van 20 procent reductie tegen 2020 wel overeind, net als de doelstelling voor hernieuwbare energie.

Gaan we die halen?

Jos Delbeke: In Europa in zijn geheel wel. Enkele landen zullen meer gedaan hebben maar een aantal landen zullen hun doelstelling niet behalen.

België zit aan 7 procent hernieuwbare energie. We moeten 13 procent halen tegen 2020.

België deed het aanvankelijk goed maar het beleid is recentelijk stilgevallen. Vooral voor hernieuwbare energie zitten we aan amper 7 procent terwijl we verplicht  13 procent moeten halen.  Met het investeringsprogramma van commissievoorzitter Juncker van 300 miljard euro zullen er heel wat investeringen in de energiesector bijkomen. België heeft heel wat potentieel voor windmolens in de Noordzee. Ik hoop dat de Vlaamse regering – of om het even welke regering die daarvoor verantwoordelijk is- daarmee doorgaat.

Voor de regering gaat economische groei voor en is klimaatbeleid geen prioriteit, zo blijkt.

Jos Delbeke: De nieuwe regering toont zich inderdaad weinig proactief in het  beleid rond klimaat en hernieuwbare energie. Het lijkt alsof het beleid in België stilgevallen is. Wat me bezorgt is dat  klimaatmaatregelen geen onderdeel worden van een industrieel beleid. Dat wordt te zeer in een apart hokje “klimaat” gestopt, terwijl er oneindig veel nieuwe opportuniteiten liggen in de lage koolstof economie. Duitsland heeft meer dan 300.000 nieuwe en goed betalende jobs gecreëerd in de windenergie . We hebben in ons land ondernemingen die wereldleider zijn in onderdelen voor windmolens of  voor elektrische auto’s, maar toch zitten we te veel in een hoekje te klagen dat het te veel geld en moeite kost. Daarom dringt de Europese  Commissie er op aan klimaat, energie en industrieel beleid actief te integreren.

Er is altijd het argument dat hernieuwbare energie niet kan opgestapeld worden.  Is de   eenmaking van het Europese energiesysteem in aantocht? 

Jos Delbeke:Daar wordt volop aan gewerkt. Tegen 2020 is de sector van hernieuwbare energie veel belangrijker dan de nucleaire sector, op het vlak van energie  en creatie van jobs .  In Vlaanderen en België doet men precies of dat een heel klein segment is. In Duitsland komt tegen 2020 meer dan de helft van de elektriciteit uit hernieuwbare bronnen komen.

Jeremy Rifkin gaat er prat op dat hij Europa coacht in de overgang naar de Derde Industriële Revolutie. Gaan we die richting uit?

Hullie (CC BY-SA 3.0)

De kerncentrales komen aan het einde van hun leven. Je kan daar nog een jaar of twee jaar aanplakken.

Jos Delbeke: Rifkin bouwt heel erg op toepassingen van waterstof en ik denk dat dit nog een verre stap is. In Europa kijken wij naar een termijn van 5 tot 15 jaar, de termijn van een ondernemer. En dan gaan we na met welke technologieën je best werkt. Onze doelstelling voor 40 procent is helemaal doorgerekend en gebouwd op het gebruik van de nieuwe maar gekende technologieën, en daar is nog geen waterstof bij. Misschien komt dat, na 2030. Maar tot 2030 zal hernieuwbare energie zeker heel belangrijk zijn, en daarbij moeten we inzetten op interconnectiviteit, het aan elkaar koppelen van de elektriciteit systemen van de lidstaten. Dat zal ons ook helpen als er een risico is op black-out, of als ergens de wind niet blaast of de zon niet schijnt. We insisteren heel erg dat een significant deel van het 300 miljard investeringsplan van commissievoorzitter Juncker ook hier naartoe gaat. Ook naar het verbeteren van de energie-efficiëntie, vooral in gebouwen. Dat gaat allemaal veel investeringen kosten, maar wie denkt dat energie in de toekomst goedkoop zal zijn, is fout. De kerncentrales komen aan het einde van hun leven. Je kan daar nog een paar jaar  aanplakken, maar dan moet je inzetten op nieuwe capaciteit. De vraag is in welke technologie.

Tien jaar, zoals men nu beweert?

Jos Delbeke: Dat valt nog af te wachten. Het is zoals een oude auto: je kan daar nog een jaartje bijdoen, maar daar komt een einde aan.

Ofwel moeten we gigantische investeringen doen  kernenergie, ofwel moeten we naar een alternatief.

Ofwel moeten we gigantisch gaan investeren in verlenging ofwel moeten we naar iets anders gaan.  Ik denk dat we naar iets anders moeten gaan. We moeten naar Duitsland kijken. Ik stel vast dat er weinig beslissingen worden genomen omtrent nieuwe nucleaire installaties in Europa. Finland bouwt een nieuwe centrale, Groot Brittannië zegt te beginnen en de Fransen zeggen door te gaan in Flamanville. Ik hoor van Polen en Centraal-Europa dat er plannen zijn. Maar het aantal nucleaire centrales die er de komende tien – vijftien jaar zullen bijkomen, kunnen we op een hand tellen.

En wat met het gas? Gaat Europa voor schaliegas?

Jos Delbeke: We kopen nu gas bij Rusland, in de Noordzee van Noorwegen, in het Midden-Oosten (Qatar en omstreken). Misschien zullen we binnenkort gas kopen van de VS, maar ook dat zal niet gratis zijn.  Energie wordt op lange termijn overal duurder
Ik denk niet dat Europa op grote hoeveelheden schaliegas moet rekenen. Ik denk dat we hier niet de schaal zullen bereiken zoals in de VS. Vergeet niet dat een schaliegasondernemings ook een storende en vervuilende activiteit is, en dat Europa vrij dicht bevolkt is. In de VS staat die in the middle of nowhere, dat is anders in Europa.  

Was het akkoord tussen VS en China over hun klimaatengagement verrassend voor u?

Jos Delbeke: We wisten dat er iets zou komen, maar het was verrassend dat het zo vroeg is gekomen.  Het is ook positief dat het voor Lima en voor Parijs komt. Toen onze staatshoofden het 2030 pakket aannamen, waren er velen in  de VS die niet geloofden dat we dat zouden doen. Het heeft hen ook verrast.

China belooft dat hun emissies tegen 2030 zullen pieken. Is dat goed van timing?

Jos Delbeke: 2030 is te laat, maar ze hebben gezegd: “ten laatste”. Binnen China leeft er nu een debat over wanneer ze gaan pieken. Ze hebben bovendien ook gesteld dat na 2030 20 procent van hun energie moet komen van niet-koolstofhoudende energie: hernieuwbare en nucleaire. 20 procent voor China is een ernstige doelstelling, het is evenveel als alle kolengestookte centrales in de VS.  Als ze dat doen, zullen ze vroeger pieken. Het feit dat de Chinezen voor de eerste keer komen met een kwantitatieve doelstelling voor het hele land, dus net zoals ons, dat is zeer belangrijk. Tot nog toe herhaalden ze altijd dat ze een ontwikkelingsland zijn, en dus dezelfde benadering kunnen volgen als ons, maar nu dus niet meer.
Ze zijn nu ook een emissiehandelssysteem opzetten, vergelijkbaar aan wat wij doen in Europa. Ze hebben al 7 pilootprojecten en ze spelen met de idee om die vervolgens over heel het land uitrollen. Ze hebben prijzen die vergelijkbaar zijn met die van ons of hoger. Met andere woorden, wat belangrijk is, is dat ze nu doelstellingen en maatregelen hebben, net als wij.

Bent u optimistisch gestemd over de mogelijkheid een akkoord te bereiken?

Jos Delbeke: Momenteel staan we er voor Parijs niet slecht voor, maar er zijn nog heel wat hinderpalen te nemen  De klimaatconferentie van Parijs volgend jaar moet het falen van Kopenhagen doen vergeten. Gewezen klimaatcommissaris Connie Hedegaard en ikzelf hebben ons uit de naad gewerkt, om terug een proces te creëren uit de brokstukken van Kopenhagen. Het feit dat iedereen nu investeert in Parijs, dat de Franse minister van Buitenlandse Zaken Fabius de onderhandelingen vooruit wil trekken, de engagementen van Europa, de VS en China, die samen goed zijn voor de helft van de wereldwijde emissies (China 27% van de emissie, de VS 15% en Europa 10%), het feit dat er significante financiële steun wordt geboden voor het Groene Klimaatfonds, al deze elementen wijzen toch op een nieuwe positieve dynamiek.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.