'Als olifanten dansen, wordt het gras vertrapt'

Interview

Interview met Jan van den Bergh, maker van 'Silent Land'

'Als olifanten dansen, wordt het gras vertrapt'

'Als olifanten dansen, wordt het gras vertrapt'
'Als olifanten dansen, wordt het gras vertrapt'

In het noordwesten van Costa Rica ligt een gebied waar tien jaar lang ananas werd verbouwd in een monocultuur, waarbij massa's pesticiden werden gebruikt. Nu is de bodem totaal uitgeput en vergiftigd. Er groeit letterlijk niets meer, de mensen noemen het 'silent land'. Dat is meteen het vertrekpunt van de nieuwe documentaire 'Silent Land' van filmmaker Jan Van den Berg.

Silent Snow uit 2011 was een overweldigend succes. U bent volop bezig met de opnames voor het vervolg Silent Land. Voor wanneer mogen we die verwachten?

Jan Van den Bergh: Silent Land zal begin volgend jaar in de bioscoop komen. Maar de FAO wil wel op een congres van hen in Rome, in oktober, met wereldvoedseldag alvast een preview laten zien.

Wat is het centrale thema van Silent Land?

Jan Van den Bergh: De kortfilm, die nu woensdag door Argusmilieu vertoond wordt, Als olifanten dansen, wordt het gras vertrapt, is alvast een smaakmaker. De uitdrukking is een Cambodjaans spreekwoord, dat verwijst naar de strijd van de boeren tegen de macht van de grote multinationals die hun land inpalmen.

Eigenlijk gaat de film over landroof, honger en vervuiling. Door de monoculturen die overal ontstaan worden de kleine boeren, die vaak meer ecologisch bezig zijn, weggedrongen. De titel Silent Land komt uit Costa Rica, waar we gezien hebben hoe de ananasproductie om zich heen grijpt en zelfs de bananenplantages verdringt. De kleine boertjes worden systematisch vergiftigd door al die monoculturen. Na tien jaar ananas volgens de Dole-methode groeit er niets meer op zo’n stuk land.

Wie zijn de hoofdrolspelers van uw documentaire?

Jan Van den Bergh: Het verhaal is vooral opgehangen aan de boeren; via hun strijd en acties maak je kennis met de realiteit.

Het is me nog niet gelukt om door te dringen tot de multinationals. Het probleem is dat je dan heel snel in een situatie terecht komt waarin ze je vangen met rechtszaken, zoals de Zweedse cineast Fredrik Gertten van Bananas, die draait om een conflict tussen de boeren en Dole. Omdat iedereen me waarschuwde voor de vervelende gevolgen van rechtszaken en advocaten heb ik het deel van de multinationals uit de film gelaten.

Op de website willen we die informatie wel brengen. Daar kan je die ook telkens aanpassen en aanvullen. Wat ik tot nu toe van hen te horen kreeg, is ook heel gladde taal en verder word je doorverwezen naar de “voorlichters”.

U bent net terug uit Tanzania. Wat bent u daar gaan filmen?

Jan Van den Bergh: Tanzania is ook een belangrijke pijler in de documentaire. Ik ben daar bij de Masai geweest, een heel dapper en oorlogszuchtig volk, ze zijn nergens bang voor. Dat is het tegenovergestelde van de boeren in Cambodja, waar ik een grote gelatenheid merkte en de boeren eerder een gevoel van machteloosheid hadden.

Al is het op dit ogenblik in Cambodja wel erg aan het gisten, met demonstraties en sociale onlusten, vooral naar aanleiding van de verontwaardiging in de kledingindustrie, maar ook tegen landgrabbing wordt er geprotesteerd. Het regime is bijzonder autocratisch.

In Cambodja, net als in Tanzania, hebben de boeren geen enkel eigendomsbewijs van de gronden die ze al generaties bewerken.

In Costa- Rica gaat het over de ananas van Dole. Wat is de focus in Tanzania en in Cambodja?

Jan Van den Bergh: In Cambodja is het de suiker die naar de Europese Unie wordt geëxporteerd. Die wordt daar grootschalig geteeld op plantages met kinderarbeid, en zeer lage lonen. Suikerriet is helemaal geen oorspronkelijk gewas in Cambodja maar het land krijgt voordelige importtarieven van de EU.

73 procent van de vruchtbare grond in Cambodja is momenteel verkocht aan grote bedrijven, zo blijkt uit een recent rapport van Oxfam. Bedrijven afkomstig van Vietnam, Thailand of de Filipijnen. In Afrika zitten veel Nederlandse bedrijven en ook wel Belgische, die onder meer bezig zijn met het verbouwen van jatrofa.

Ik heb daar de Vlaming Jan Gevaert ontmoet. Die heeft in Tanzania een project opgezet tegen de monoculturen van jatrofa, door jatrofa enkel te verbouwen in heggetjes, rondom het akkerland. Dat project omvat een netwerk van 500.000 kleine boeren die allemaal de noten oogsten van die heggetjes, met een systeem van collectoren. Daar wordt dan lokaal olie van gemaakt voor gebruik in Tanzania.

Is de driver voor landgrabbing in Tanzania vooral jatrofa?

Jan Van den Bergh: Ik koos voor jatrofa, omdat de biobrandstoffen, die binnenkort ook in de luchtvaart zullen gebruikt worden, een mooi thema zijn voor de film: de vliegreizen die mensen maken om de wereld te verkennen.

De jatrofateelt gaat heel sterk in golven, samenhangend met de prijs van de olie. Maar voor de boeren is dat een tragedie. Ze verkopen hun land voor te weinig geld, om er jatrofaplantages van te laten maken. Dan stort die markt weer in en wordt die grond braak gelaten. De boeren kunnen dan echter ook niet meer terug naar hun grond. Er lopen heel wat rechtszaken hierover.

Silent Snow gaat over het gebruik van pesticiden. Is dat ook een thema in Silent Land?

Jan Van den Bergh: Zeker, in Costa Rica bijvoorbeeld bij de teelt van ananassen. Wanneer de boeren hun land willen verkopen, krijgen ze steeds minder geboden omwille van de milieu-impact. Er is gewoon geen zuiver drinkwater meer, want dat is ook vervuild door de plantages.

Ook de jatrofa, als je die op plantages zet, lijkt die toch weer bijkomende voedingsstoffen nodig te hebben.  Oorspronkelijk was het een begrafenisplant voor de Masai. De boom is in Afrika nooit bedoeld om er plantages van aan te leggen.

**Waarom bent u begonnen om dit soort films te maken?

Jan Van den Bergh:** Silent Snow is aan het rollen gegaan met een krantenbericht, waarin verteld werd dat al het gif van hier naar de Noordpool afvloeit. Ik ben daar toen eens gaan kijken. Silent Land is er gekomen op grond van de screenings die we voor Silent Snow hebben gedaan. Omdat ik vaak het argument hoorde: ‘Om de wereldbevolking te voeden, hebben we wel dat gif nodig.’ En dus wou ik dat wel eens uitzoeken.

En uw conclusie?

Jan Van den Bergh: Het is wel duidelijk dat dit niet nodig is, als je ziet wat de impact is. Het is wel echt een heel verkeerde manier van produceren als je zoveel gif nodig hebt.

U wil een soort wake-up call brengen met de documentaire

Jan Van den Bergh: De film is een aanklacht maar wil tegelijk net als in Silent Snow ook de schoonheid laten zien, een schoonheid die verloren dreigt te gaan. Ook honger speelt in al die landen een rol. In Tanzania is er op het einde van de droge tijd honger en dat komt ook in beeld. Tegelijk zie je hoe mensen de strijd aangaan.

In Tanzania bijvoorbeeld, in natuurgebieden waar de Masai van oudsher wonen, mogen de mensen geen tuintje beginnen.  Van oudsher cultiveren ze hier gewassen om hun dieet aan te vullen. Maar dat mag nu niet meer omdat natuurorganisaties en de overheid hebben bepaald heeft dat dit natuurgebieden zijn en dat daar geen “landbouw” mag gedaan worden. Dat wekt natuurlijk ook een verkeerde perceptie want het gaat maar om een tuintje. Ze gaan dat nu toch doen, en zullen wel zien wat er dan gebeurt.

**Wat vindt u dat er zou moeten gebeuren op wereldvlak?
**
Jan Van den Bergh: Kleine boeren moeten veel meer mogelijkheden krijgen om te overleven. In Cambodia beginnen de boeren een kleine coöperatie, zodat ze kennis en ook de lokale markt meer naar hun hand kunnen zetten. Zodat er ook de mogelijkheid is om productie te bewaren tot de prijzen op de markt weer terug de hoogte ingaan. En ze willen kennis bundelen om betere rijst te kunnen produceren. Ze willen een coöperatie oprichten en dat klinkt misschien niet zo revolutionair, maar in werkelijkheid is het wel een grote en erg belangrijke stap voor die boeren.

In 2015 zal de documentaire in de bioscopen te zien zijn maar nu woensdag avond kan u een voorproefje smaken met de kortfilm ‘Als de olifanten dansen, wordt het gras vertrapt’. 
De voorstelling is een initiatief van ARGUS en gaat door in Antwerpen, nu woensdag 22 januari om 19.30 u in het auditorium van de KBC-toren, Schoenmarkt 35, Antwerpen.

Alle info en inschrijvingen: www.argusmilieu.be

Aan de vertoning wordt een debat gekoppeld, waar dieper ingegaan wordt op de thematiek van landroof (land grabbing) en de verhouding tussen grote multinationals en kleine landbouwbedrijven. In het panel:

  • Jan Van den Berg, filmmaker

  • Jelle Goossens, Vredeseilanden

  • Geert Heuninck, expert CSR KBC

  • Anne van Schaijk, Friends of the Earth

  • Marie D’Huart  CAP conseil, expert duurzaamheidsverslaggeving bij bedrijven en duurzaam ondernemen (onder voorbehoud)

Moderator van dienst is Bart Cortoos, VRT journaal.