‘Belastingparadijzen zouden dit jaar tot het verleden kunnen behoren.’
Gie Goris & Michiel Petitjean
28 april 2016
Marcelo Oliveira richtte het Instituto Justicia Fiscal op in Brazilië en ijvert al jaren voor fiscale rechtvaardigheid. Hij sprak met MO* over belastingparadijzen en alternatieven voor de huidige wetgeving.
Marcelo Oliveira, 55 jaar oud, is een Braziliaanse activist en belastingcontroleur. Samen met honderdvijftig vrijwilligers richtte hij het Insituto Justicia Fiscal op. In eigen land organiseert Oliveira seminaries en congressen over belastingsystemen. Hij woonde verschillende edities van het Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre bij en staat in nauw contact met lokale sociale bewegingen.
Oxfam-Solidariteit nodigde Oliveira uit in Brussel. Samen met 24 andere ngo’s werkt Oxfam-Solidariteit mee aan het Tax Justice Together Project. Daarmee willen de organisaties Europese burgers informeren over het belang van fiscale rechtvaardigheid in en voor ontwikkelingslanden.
Een maand geleden begonnen media de Panama Papers te publiceren. Hoe staat u tegenover de 11,5 miljoen gelekte documenten?
Marcelo Oliveira: De Panama Papers bewijzen dat het sociale contract niet meer bestaat. De maatschappij die we ooit samen opbouwden, is er niet meer. In die maatschappij was iedereen gelijk en droeg iedereen zijn steentje bij. Heel wat mensen en bedrijven hebben die regel gebroken. Zij betalen geen belastingen. Het gaat niet om enkele dollars, maar om gigantische bedragen. Dat is zeer zorgwekkend.
Marcelo Oliveira pleit al jaren voor fiscale gelijkheid
Michiel Petitjean
Sommige mensen zullen zeggen: zorgwekkend, maar wel legaal.
Oliveira: Dat zulke praktijken legaal zijn, is slechts een formaliteit. Er is een verschil tussen legaliteit en correct handelen. De wet staat mensen inderdaad toe zo te handelen, maar ons belastingsysteem kent een gouden regel: iedereen betaalt belastingen. Wie dat niet doet, overtreedt naar mijn mening de wet. De Panama Papers tonen dat heel wat mensen de wet bewust verkeerd interpreteren. Ze zoeken naar gaten en tegenstellingen in het systeem. Dat gebeurde in het verleden al ontelbare keren.
Je kan aan individuen vragen zich correct te gedragen. Is het echter niet beter de wet aan te passen?
Oliveira: De moderne samenleving evolueert sneller dan de wet. We moeten principes durven stellen: we kunnen niet onze hele manier van leven in wetten gieten. Het systeem zal altijd gaten bevatten, welke stappen we ook ondernemen.
‘Dat belastingen ontduiken legaal is, blijft een formaliteit. Ons belastingsysteem kent een gouden regel: iedereen betaalt ze.’
Toekomstige systemen moeten natuurlijk beter zijn dan huidige vormen van controle. Daarom sluit ik me slechts gedeeltelijk aan bij je stelling. Mensen zijn creatief.
De Panamese president Valera stelde dat niet zijn land de boosdoener is, maar dat de klanten van Mossack Fonseca de wet niet naleven. Gaat u daarmee akkoord?
Oliveira: Het is vrij simpel: zolang er belastingparadijzen bestaan, zullen er ook klanten zijn. Een groot aantal mensen profiteert van ons huidige systeem. Valera liegt dus niet als hij zegt dat de klanten een fout maken. Langs de andere kant ken ik geen enkel belastingparadijs dat de lokale dienstensector niet vooruit helpt.
Laat ons eerlijk zijn. Het enige doel van zo’n constructie is belastingen ontduiken. Om welke andere reden zou je anders geld uit je eigen land sluizen?
De Panamapapers zijn onderdeel van reeks schandalen over belastingontduikingen. De laatste jaren pleit de OESO voor meer transparantie van financiële gegevens tussen landen. Is dat een positieve evolutie?
Oliveira: We hebben onder meer de Swissleaks, Luxleaks en de Offshoreleaks gekend. Panama is slechts een volgende dominosteen. Weet je, elk jaar komt er wel een schandaal uit. Misschien zijn we binnenkort al klaar voor een volgende lek, en anders over enkele jaren. Maar wanneer gaan wereldleiders eindelijk eens stappen ondernemen tegen dergelijke constructies?
‘Met de huidige technologie was transparantie nooit gemakkelijker.’
Michiel Petitjean
Transparantie over financiële gegevens lijkt voor sommige landen onoverkomelijk. Dat snap ik niet. Met de huidige technologie is dat nochtans zeer gemakkelijk. Alle informatie is vandaag digitaal voorhanden, een wet rond transparantie zou al na enkele maanden al in praktijk omgezet kunnen worden.
Onderling gebeurt dat trouwens al bijna honderd jaar. Maar op mondiale schaal is het momentum nog niet aangebroken. In de toekomst zal dat verbeteren, maar we moeten ergens beginnen.
Naast de automatische uitwisseling van bankgegevens tussen landen, is het ook belangrijk dat multinationale bedrijven publiceren wat ze in welk land aan belastingen betalen. En die informatie moet openbaar zijn.
‘Pas wanneer de samenleving zicht heeft op haar budget, zijn de burgers volledig zorgeloos.’
Waarom openbaar? Je moet de mogelijkheid hebben om na te trekken of je werkgever en je buurman belastingen aangeven. In principe volstaat het als financiële instellingen transparant tegenover elkaar werken, maar de burger zal pas zorgeloos slapen wanneer de samenleving toeziet op haar eigen budget. Bij geheimhouding ben je nooit zeker. Ik zou me voortdurend zorgen maken.
Panama tekende tot hiertoe niet voor meer transparantie. Maar ook de Verenigde Staten nemen niet deel aan de automatische informatie-uitwisseling tussen landen. Het land voert nochtans belastingcontroles uit.
Oliveira: In de Verenigde Staten bestaan er enkele zeer machtige burgerbewegingen. Die werken nauw samen met elkaar en houden een oogje in het zeil. Aan de andere kant staan de politici er ten dienste van de bedrijfswereld. Grote bedrijven onderhouden politici. Ik spreek daarom nog niet over corruptie, maar merk wel dat bedrijfsleiders investeren in mensen die verkozen raken.
Als bedrijven echt bezorgd waren om de democratie, zouden ze dat geld in publieke fondsen stoppen. En dat geld zou onder politici verdeeld kunnen worden. Helaas kampen niet enkel de Verenigde Staten met dat probleem. In de meeste landen hangen politici vast aan de zakenwereld. Net daarom willen ze geen wezenlijke veranderingen doorvoeren.
‘Het is mogelijk dat de VS de Panama Papers als politieke wapen gebruiken.’
Michiel Petitjean
Eerder dit jaar publiceerde Oxfam een rapport over de economische groei in Latijns-Amerika. Die steeg de afgelopen decennia redelijk sterk. De allerrijksten werden zelfs zes keer zo rijk dan die groei. Komt dat door belastingparadijzen of ongelijkheid in het algemeen?
Oliveira: Beide gaan hand in hand. Belastingparadijzen zijn het ideale instrument om ongelijkheid in stand te houden. Te vergroten zelfs. De Latijns-Amerikaanse economieën groeiden enorm de laatste jaren. Regeringen haalden heel wat mensen uit de armoede. Maar ook de rijken werden rijker. De ongelijkheid nam dus niet af. Integendeel.
Iemand die vroeger omkwam van de honger, kan vandaag drie maaltijden per dag kopen. Dat is een positieve evolutie. Toch kan een hele groep mensen hun leven niet radicaal omgooien. Ze kunnen economisch niet groeien omdat ze niet over de mogelijkheden beschikken om te investeren.
‘Belastingparadijzen zijn een instrument voor ongelijkheid.’
Ook de scholingsgraad ging omhoog. Onderwijs is nodig, maar werpt pas na twintig jaar vruchten af. Op korte termijn kan je daar niet van leven. Vele mensen kregen een bed en een dak boven hun hoofd. Maar daar stopte het ook. De rijken beschikken over middelen om hun rijkdom te vermenigvuldigen.
Linkse regeringen haalden dus mensen uit de ellende. Maar de rijken lieten ze ongemoeid?
Oliveira: Dat klopt. Regeringen durfden de bestaande structuren niet aan te vallen. Politici klopten aan bij grote bedrijven en smeekten hen om een zitje in de regering. Ze pleitten dan wel voor progressieve veranderingen en sociale ontwikkeling, maar beloofden de bedrijven met rust te laten. De machtshebbers vreesden dat de bedrijfswereld anders naar de liberale politici zou overhellen.
Vandaag lijkt de Braziliaanse elite haar overeenkomst met de Arbeiderspartij opgezegd te hebben.
Oliveira: Ze vrezen dat Lula zal terugkomen in 2018. Dan zouden bedrijven niets meer te zeggen hebben over politici.
De elite van het land eist een andere regering omdat we vandaag met een recessie kampen. Grote bedrijven waren niet van plan nog drie jaar te wachten op verkiezingen. Daarom plegen ze via de afzettingsprocedure tegen Dilma een nieuwe variant van staatsgreep.
‘Nieuwe staatsgrepen vinden plaats zonder militairen.’
Bij nieuwe staatgrepen komen er geen militairen meer aan te pas. Eerder gebeurde dat ook al in Honduras en Paraguay. Concreet vindt iemand iets uit en creëert daarmee een misdaad. Zo wordt president Rousseff nu aangeklaagd voor iets wat elke president in Brazilië haar voordeed.
Maar dat is nog steeds een misdaad.
Oliveira: Daar ben ik het niet mee eens. Niemand beschuldigt Dilma Rousseff van corruptie, zelfs niet de oppositie. Rousseff sleutelde aan de belastingen om het overheidsbudget op te krikken. Maar ze is lang niet de enige: Temer, Lula, Itamar en zestien gouverneurs deden haar dat voor. Toen sprak niemand over een misdaad.
In 2015 veranderde het gerecht zijn interpretatie van de maatregelen die Rousseff genomen had. Dat is hetzelfde als de regels van het voetbal tijdens een match veranderen. Dat kan toch geen reden zijn om een president af te zetten? Ik noem het moderne staatsgrepen.
Schrijven mensen met kennis van financiële internationale instituties de wetten met het oog op ruimte voor interpretatie?
Oliveira: Absoluut. Ik werk al 26 jaar in de belastingsector en kan je wel vertellen dat wij het Nationaal Congres vaak wetsvoorstellen aanbieden. Wat de uitkomst daarvan zal zijn, dat weet je op voorhand nooit. Politici hebben invloedrijke connecties. Ze vertegenwoordigen geen mensen meer, maar bedrijven. Dat is de reden waarom alles in Brazilië stil lijkt te staan.
Net als in de meeste landen, kan je jezelf afvragen: ‘Wie bezit de feitelijke macht in het parlement?’ Politici zullen je zeer hartelijk ontvangen, maar hebben andere belangen te dienen. Ik bezit maar een stem, terwijl bedrijven miljoenen dollars in de strijd kunnen gooien.
‘Bedrijven controleren de politici. En zij ons.’
Op zich verdient een politicus niet zoveel. De bedrijven onderhouden het Congres in feite. Politici zitten vast aan hen, en wij bijgevolg ook.
Mensen stemmen op de partij die belooft de belastingen te verlagen. Toch halen partijen weinig stemmen wanneer ze aankondigen dat ook de rijken een eerlijk deel moeten bijdragen. Belastingontduiking geraakt niet hoog op de agenda?
Oliveira: Dat heeft met bewustzijn te maken. Het meest gevoelige deel van het menselijk lichaam is de portefeuille. Iedere burger wil eigenlijk minder belastingen betalen, maar we zijn bereid een prijs voor beschaving te betalen.
Maar wat je niet kan zien, voel je ook niet: je ziet niemand fysiek belastingen ontduiken. Bovendien is er weinig informatie over welke mensen en bedragen het gaat. Bij een lek ligt dat anders: mensen krijgen plotseling een reeks met namen. De lijst bevat presidenten, policiti, en topbankiers. Stuk voor stuk mensen die van zichzelf denken dat ze slimmer zijn dan anderen.
‘Het meest gevoelige orgaan van het menselijk lichaam, is de portefeuille.’
Dat is makkelijk te verklaren: de meeste mensen denken dat de rijken rijk werden omdat ze slimmer zijn of harder werken dan ons. Mark Zuckerberg en Bill Gates bevestigen die clichés. Ook zij begonnen zonder kapitaal. Maar wie bezit de multinationals zoals Coca Cola en Mac Donalds? Dat weten we niet. Deze groep mensen is rijk door geboorte, niet omdat ze iets bijdroegen aan de wereld.
Starbucks heeft dat ook zo begrepen. We schenken al tweehonderd jaar koffie. Toch claimt het bedrijf een patent op de manier waarop zij koffie aan hun klanten serveren. Dat “patent” wordt vervolgens overgewaardeerd, waardoor enorme winsten van het bedrijf in alle landen van de wereld afgeroomd worden en naar belastingparadijzen vloeien.
Als grote bedrijven enorme bedragen sluizen naar het buitenland, dan laat ons dat koud. We hebben werkelijk geen idee van de waarde van zo’n grote sommen geld. Het is geld dat we kwijt zijn, maar zelf nooit in onze portefeuille zouden zien.
Belastingontduiking bestrijden gebeurt dus best op mondiale schaal door de VN. Toch blokkeren de rijkste landen dat en stellen dat de OESO hiervoor bevoegd is.
Oliveira: Perfectie is soms de ergste vijand van het goede. De OESO gaf recent toe dat er veel geld verdwenen is via belastingparadijzen. Als vertegenwoordiger van Wall Street is dat een eerste stap in de goede richting. Maar de weg naar economische gelijkheid is nog zeer lang.
De OESO is een club van rijke landen die het kapitaal vertegenwoordigen. Al hoort de OESO zelf liever dat het sociale ontwikkelingen dient. Zolang het geen concrete maatregelen neemt, blijven wij druk uitoefenen.
Wij stellen slechts enkele eisen die belastingparadijzen uit de wereld kunnen helpen: transfers van financiële gegevens tussen landen dienen automatisch te verlopen. Ook de wirwar van bedrijven moet verdwijnen. Vandaag zetten zakenmensen een netwerk van organisaties op om geld te verstoppen. Hopelijk behoort dat binnenkort tot het verleden.
Ik vind dat de VN het heft in eigen handen moet durven nemen en een globale belastingdienst moet ontwikkelen waarin elk land zijn mening kan verkondigen. Ook de G20 zou bijvoorbeeld een stem moeten krijgen. Vandaag hebben enkel OESO-leden dat als het over de maatregelen tegen belastingontwijking gaat.
‘De VN moeten een globale belastingsdienst oprichten.’
Michiel Petitjean
Zou zo’n orgaan er gekomen zijn als een Latijns-Amerikaan voorzitter was van de Algemene Vergadering?
Oliveira: Op dat politieke niveau is het helaas geen kwestie van personen. Wij hebben weliswaar nood aan goed leiderschap in een wereld die door kapitaal gedomineerd wordt. Maar uiteindelijk gaat het om structuren. Een Amerikaanse rechter zei ooit dat zonlicht het beste detergent is. Dat geldt ook voor de financiële wereld. Enkel in de schemerzone is er ruimte om te sjoemelen. Niemand zal op klaarlichte dag belastingen ontduiken.
‘Wie een fout wil begaan, rekent op geheimhouding.’
Eigenlijk zweeft er een “financiële wolk” boven belastingparadijzen, steeds klaar om aan te vallen. Ik spreek over een wolk omdat de constructie uit lucht bestaat. Dat gebeurde al in Indonesië, Mexico, Rusland en laatst ook Griekeland. Van de ene op de andere dag kan je alles verliezen. Je job en dus ook je inkomen, je huis.
Na de tsunami en de kernramp in Japan, viel het land ten prooi aan de “wolk”. De Japanse overheid verzekerde de bevolking echter dat niemand zou profiteren van de situatie. Ze blokkeerden elke financiële operatie. Japan staat echter financieel sterk genoeg om zulke maatregelen te nemen. Ik weet niet of België en Brazilië dat zouden kunnen.
Tijdens de Zuid-Aziatische crisis ondernam ook Maleisië dezelfde stap. Het land redde daarmee de economie.
Oliveira: Exact. Maar wat schreven de kranten? Dat de Maleisische regering een fout had gemaakt door niet vast te houden aan de liberale principes. Het IMF zei nadien dat de regering de juiste stappen had ondernomen. Maar Wall Street bood geen excuses aan.