De strijd tegen de bezettingsindustrie

Interview

“Wij Israëliërs zijn niet in staat om onze maatschappij te veranderen”

De strijd tegen de bezettingsindustrie

De strijd tegen de bezettingsindustrie
De strijd tegen de bezettingsindustrie

Hasna Ankal

14 mei 2011

Dexia werd woensdag 11 mei tijdens zijn algemene vergadering ondervraagd over zijn betrokkenheid bij de bezetting van Palestijnse gebieden. Dexia Group is opgenomen in de database van Who Profits from the Occupation, een onderzoeksproject over de Israëlische bezettingsindustrie. MO* sprak met Inna Michaeli, ontwikkelingscoördinator van The Coalition of Women for Peace, een feministische vredesbeweging die het onderzoeksproject lanceerde in 2007. Michaeli vertelt over haar werk en geeft haar visie op het controversiële voorstel van de antiboycotwet in Israël.

Hoe bent u op de bewijzen tegen Dexia gestoten?

Ons eerste bewijs kwam er naar aanleiding van een klacht in de Knesset van een gemeente in een nederzettingengebied, dat Dexia Group geen leningen meer zou toestaan aan die nederzettingen. Daar antwoordde een comité van de Knesset op dat dit niet klopte. Toen echter Dexia Group aankondigde dat het geen leningen meer had toegestaan sinds juni 2008, stelde ons dat in de mogelijkheid om een document te verkrijgen van het Israëlische ministerie van Justitie. Dat ministerie heeft een instelling die alle hypotheken en leningen registreert. Zo vonden we het harde bewijs over leningen die Dexia had toegestaan in de late periode van 2008 en zelfs in 2009. In september 2008 liep het contract dat via de overheid liep af. In een jaarlijks rapport van Dexia Israel staat dat zij sindsdien zelf hun engagement verder zetten met de gemeenteraden in de nederzettingen, zonder tussenkomst van de overheid.

Volstaat het om die bewijzen te hebben?

Het is inderdaad niet genoeg om die feiten te hebben, je hebt ook mensen nodig die er iets om geven zodat er ook actie ondernomen kan worden. Het behoort mee tot onze taak om aan sensibilisering hierrond te werken.

Zijn er ook voorbeelden waarin uw argumenten wel effect hebben?

Er is het Noorse pensioenfonds, het grootste publieke pensioenfonds in Europa. We analyseerden zijn portfolio van investeringen en vonden hierin heel wat spelers die betrokken zijn bij de bezetting. Daarna zijn we gaan samenwerken met het middenveld in Noorwegen en uiteindelijk ook met andere Palestijnse en Israëlische organisaties. Na een afspraak met de ethische commissie van het fonds, gaven we onze informatie door. Daarop besloten zij om gebaseerd op hun eigen ethische richtlijnen afstand te nemen van het Israëlische bedrijf Elbit Systems. Dat was betrokken bij de bouw van de scheidingsmuur die door het internationaal gerechtshof in Den Haag illegaal bevonden werd.

Er zijn dus inderdaad positieve voorbeelden van instanties die hun verantwoordelijkheid opnemen. Aan de andere kant zijn er die in overtreding blijven met het internationaal recht en de mensenrechten maar die contracten verliezen door publieke druk. Zo is er bijvoorbeeld veel druk om niet te werken met het Franse consortium Veolia.

Zijn dat de voorbeelden waarmee u Dexia confronteert ?

Wat wij aan Dexia willen zeggen is: “Kijk naar Zuid-Afrika; willen jullie dat Dexia Bank gezien wordt als de laatste die winst maakt uit de bezetting?” Is dat hoe Dexia wil dat de bank herinnerd wordt?

Dexia zei wel dat het Dexia Israël wil verkopen.

Dat is niet het einde van het verhaal. Dexia Israël verkopen betekent opnieuw winst maken uit de bezetting. De vraag is hoe Dexia kan vermijden om winst te maken, en ten tweede, wat zijn de verplichtingen ten opzichte van het Palestijnse volk. Ook voor ons als beweging is het goed om na te gaan welke eisen kunnen gevraagd worden als compensatie. Maar het is zeker niet aan mij als Israëlische om dat te bepalen.

Hoeveel bedrijven zijn er in totaal in uw databank te vinden die betrokken zijn bij de bezetting?

We proberen alle grote economische spelers te verzamelen. Op dit ogenblik gaat het om meer dan 500 bedrijven. Het gaat niet enkel om de nederzettingen. We hebben gemerkt dat de producten uit de nederzettingen maar een klein deel van de bezettingsindustrie uitmaken. Het grof geld zit echter ergens anders. De constructie van de nederzettingen, de constructie van bedrijven op het terrein, water- en elektriciteitsvoorziening,… . Het is een grote onderneming om dat allemaal te onderhouden. Een andere zaak is de uitbuiting van de Palestijnse arbeiders in die gebieden. Ze werken vaak in zeer gevaarlijke situaties en hebben geen sociale rechten zoals de Israëlische burgers.

Kan het voorkomen dat bedrijven het zelf niet in de gaten hebben dat ze bij activiteiten van de bezetting betrokken zijn?

Grote coöperatieve organisaties hebben nogal complexe structuren in hun organisatie, dus als ze iets niet willen weten dan is dat voor hen makkelijk. Zo functioneert de globale economie vandaag via dochterondernemingen. Eén van de redenen achter het werken met dergelijke banden is net om verantwoordelijkheid te ontlopen. Daar zit dan net onze taak om de nodige bewijzen te leveren. Als die bedrijven ethische richtlijnen hebben dan is het hun verantwoordelijkheid om die op te volgen. Als zij geen mechanismen hebben die hun activiteiten kunnen opsporen, dan hebben zij een groot probleem. Het is natuurlijk een argument dat een bedrijf kan aanhalen. Het kan zeggen “wij wisten het niet”. Maar zelfs in het geval dus van Dexia wanneer wij de bewijzen tonen, zeggen zij nog steeds “wel, we weten het niet”.

Meer en meer mensen vinden het onpatriottisch om het niet eens te zijn met de regering. De norm in Israël nu is dat je dan een verrader bent. Er is geen democratisch begrip van wat oppositie betekent.

Mensen in de zakenwereld kunnen niet altijd begrijpen wat de impact van hun financiële activiteiten is op de levens van mensen of gemeenschappen. Er zijn Volvo bulldozers die het huis van een gezin vernietigen, maar de persoon die bij Volvo de cijfers bestudeert, ziet enkel zijn cijfers. Hij ziet die familie niet die naast haar vernietigde woning staat. Als burgerbeweging proberen we strategieën uit te werken. Als je iemand niet kan overtuigen door hem aan te spreken op zijn mens-zijn, dan proberen we dat te doen door financiële overwegingen te gebruiken of te spelen op hun publieke imago enzovoort. Maar het belangrijkste is dus dat wij niet vergeten wat achter die cijfers zit. Dat we beseffen dat ze iets vreselijks doen met mensen. We zouden een connectie moeten vinden met deze wereld van de economie waarvan wij zo verwijderd zijn.

Toch consumeren we allemaal en hebben we ons geld bij een bepaalde bank.

Het financiële systeem is gebouwd op uitsluiting. Het is gebouwd op het feit dat de meeste gewone mensen zoals wij het niet begrijpen en geen instrumenten hebben om te begrijpen hoe het werkt of hoe we een verschil kunnen maken. Het is een zaak van klasse. Veel mensen in het sociaal middenveld, zeker vredesactivisten, komen niet uit rijke families. Voor mij was het ook de eerste keer dat ik deelnam aan een aandeelhoudersvergadering en ik kon voelen dat het niet ontworpen was om je een comfortabel gevoel te geven. Ik denk dat het een deel van onze strijd is om ook in deze wereld te participeren, zelfs als iemand je ongemakkelijk probeert te doen voelen. Wat belangrijk is voor de mensen op het podium is duidelijk. Maar er zijn ook zaken die voor ons belangrijk zijn en daarmee moet ook rekening gehouden worden.

Er is een voorstel voor een zogenaamde antiboycotwet in Israël, waarvan op 27 juni de tweede lezing plaatsvindt. Die wet is ook direct tegen organisaties als The Coalition of Women for Peace gericht.

Inderdaad. Die wet werd veranderd want de eigenlijke tekst wou het voorzien van informatie zelf crimineel maken. Het is een raadsel hoe je het strafbaar zou kunnen maken om de waarheid te zeggen. Maar door de druk die werd uitgeoefend, veranderden ze de woorden. Dit is een strategie die nu veel gebruikt wordt. Ze laten de wetten passeren op een milde manier. Op het eerste zicht ziet het er dan nog niet zo slecht uit, maar daarna voeren ze kleine amendementen door, zodat het legitiem lijkt.

De antiboycotwet is niet de enige ondemocratische wetgeving. In Israël hebben we nu een golf van ondemocratische wetten. Elke dag open ik de krant en lees ik over een nieuwe wet waarvan ik niet zou denken dat die mogelijk is. Niet omdat ik vind dat Israël een democratische staat is, maar omdat je zou denken dat die mensen compleet gek zijn geworden. Zelfs het feit dat het hen slecht doet overkomen in de rest van wereld kan hen niets meer schelen. Helaas blijft er maar een kleine oppositie over in de Knesset en die heeft geen macht. Daarom gaat de Israëlische regering nu achter het middenveld en de linkse groepen aan. In de Knesset is niets links meer over.

Heeft u schrik voor die wet?

Waar ik schrik van heb, zijn niet alleen die wetten, maar het effect dat ze hebben op de maatschappij. Er is een heel sterk proces bezig waarbij een deel van de maatschappij fascistisch wordt. Meer en meer mensen vinden het onpatriottisch om het niet eens te zijn met de regering. De norm in Israël nu is dat je dan een verrader bent. Er is geen democratisch begrip van wat oppositie betekent.

Merkt u zelf iets van dat proces bij de houding van Israëliërs tegenover uw organisatie?

Ik kan je de e-mail voorlezen die ik deze ochtend heb ontvangen: “Ik denk dat je een nacht in Auschwitz moet doorbrengen totdat je zal begrijpen waarom wij Joden een sterke staat nodig hebben. Die Arabieren, geef hen gewoon een kans en ze zullen komen en ons allen afslachten.” Zulke boodschappen krijg ik regelmatig. Maar aan de andere kant slagen we er toch in om meer en meer mensen te doen begrijpen waarom de mogelijkheid om te boycotten legaal moet blijven, ook al sta je zelf misschien niet achter een boycot. We proberen mensen te informeren over de BDS (Boycott, Divestment, Sanctions) actie. Zelf stond ik daar in het begin ook niet achter omdat ik het niet logisch vond dat Amerikaanse burgers, die zelf met een overheid zitten die net als Israël een grote speler is in de bezetting, oproepen om deel te nemen aan de BDS actie. Maar het is de eerste actie waarvan ik direct resultaat zie.

Hoe ziet u de toekomst voor uw organisatie?

Helaas zal de politieke oppressie alleen maar erger worden. Ik verwacht dat het moeilijker zal worden om te werken als er geen serieuze internationale interventie komt. Het kan toch niet dat de Palestijnen hoeven te wachten totdat de Israëlische bevolking wakker wordt en een einde wil maken aan de bezetting. Ik kan je zeggen dat dat niet zal gebeuren. Wij Israëliërs zijn niet in staat om onze maatschappij te veranderen. Zonder druk van externe landen gebeurt er niets.