Kati Verstrepen (Liga voor Mensenrechten) over coronamaatregelen en strandrellen
‘Zeker in tijden van crisis zijn grondrechten belangrijk’
Gezondheid staat in coronatijden bovenaan de prioriteitenlijst van individueel gedrag en maatschappelijke keuzes. Maar dat daarbij nogal losjes omgesprongen wordt met de vrijheden en grondrechten van burgers, verontrust Kati Verstrepen, voorzitter van de Liga voor Mensenrechten. ‘Net in crisis zijn grondrechten belangrijk.’
Kati Verstrepen: Wetten moeten altijd nageleefd worden, en wellicht nog meer in tijden van crisis of onzekerheid, want dan biedt recht het houvast dat nodig is.’
RV
In maart ging België de coronalockdown in met een sterk gevoel van #tousensemble en zorg voor elkaar. Dat bleek al snel niet te gelden voor de bewoners van rust- en verzorgingshuizen. Maar de collectieve bereidheid bleef om de gezondheid van iedereen bovenaan de prioriteitenlijst te plaatsen, boven individueel gedrag en maatschappelijke keuzes . Zelfs wanneer er nogal losjes omgesprongen werd met de vrijheden en grondrechten van burgers.
Kati Verstrepen, voorzitter van de Liga voor Mensenrechten, maakt zich steeds meer zorgen. Na een week met strandrellen, etnisch profileren en een lawine aan beperkende maatregelen leek een gesprek met haar meer dan nodig. ‘Wat mij deze week enorm geschokt heeft, waren de beelden van jongeren die in hun zwembroek voorgeleid worden voor een onderzoeksrechter. Waarom is dat in godsnaam nodig? Hebben ze zelfs in de gevangenis geen kleren gekregen? Moesten ze nog eens vernederd worden? Mochten ze geen greintje waardigheid meer overhouden?’
Hoe kan je respect afdwingen als je zelf geen respect opbrengt?
Verstrepen haalt even adem, en vervolgt: ‘Natuurlijk moeten zij gestraft worden voor wat ze gedaan hebben, streng gestraft indien nodig. Maar doe dat op een correcte manier. Want hoe kan je respect afdwingen als je zelf geen respect opbrengt? Je kan van je kind niet vragen dat het fruit eet als je zelf de hele dag snoept.’
‘Het is zelfs geen kwestie van je de betere te tonen: de politie en het gerecht moeten op de eerste plaats de wet respecteren. Die verbiedt etnisch profileren en gebiedt een menswaardige behandeling, ook van verdachten of veroordeelden. Dat is trouwens ook in het maatschappelijke belang, want zo leer je hopelijk aan overtreders dat de wet respecteren meer opbrengt dan haar te overtreden. Dat doe je niet door zo’n jongens respectloos, als crapuul, te behandelen.’
Maar er is meer aan de hand dan de strandrellen en parlementaire opstootjes van deze week. We zijn een half jaar ver in de coronacrisis, we hebben een serie ingrijpende geboden en verboden over ons heen gekregen, maar buiten een occasionele opmerking over individuele vrijheid, lijken mensenrechten weinig rol te spelen in die debatten. Dat komt wellicht door het brede aanvoelen dat (zorgen voor elkaars) gezondheid hic et nunc belangrijker is dan wetten of vrijheden, die zelfs de gezondheid zouden kunnen bedreigen?
Wetten moeten zeker in tijden van crisis nageleefd worden, want dan bieden ze houvast
Kati Verstrepen: Wetten moeten altijd nageleefd worden, en wellicht nog meer in tijden van crisis of onzekerheid, want dan biedt recht het houvast dat nodig is. Het is trouwens perfect mogelijk maatregelen te nemen die onze rechten en vrijheden waarborgen én die de gezondheid beschermen. Het recht op leven is één grondrecht, maar zeker niet het enige.
Je bent het dus niet eens met Antwerps gouverneur Cathy Berx, die in een interview zei dat er maar één grondrecht is en dat andere rechten daarvoor eventueel moeten wijken.
Kati Verstrepen: Daar ben ik het inderdaad niet mee eens. Ik begrijp wel wat zij bedoelt: je hebt niets aan het recht op onderwijs of de vrijheid van meningsuiting als je dood bent. Gouverneur Berx is juriste en oprecht bezorgd voor de grondrechten, dat weet ik. En inderdaad, het recht op veilig en gezond leven is een van de belangrijkste grondrechten, en er zijn situaties waarin dat recht maar gewaarborgd kan worden als andere rechten – tijdelijk – opgeschort of ingeperkt worden. Bij een giframp in de haven is het logisch dat de burgemeester of de gouverneur de toegang tot de haven afsluit. Maar die inperking van rechten en vrijheden moet altijd gebeuren op een correcte en wettelijke manier.
Wat houdt dat in?
Kati Verstrepen: Daarvoor zijn er drie criteria: het moet legitiem zijn, het moet noodzakelijk zijn en het moet proportioneel zijn. “Legitiem”, dat betekent dat de overheid die tot de inperking overgaat daar ook de wettelijke bevoegdheid toe heeft. De politieke toestand in België maakt dat extra moeilijk, want we hebben geen volwaardige regering, en er wordt bestuurd met volmachten. Daardoor heeft het parlement zichzelf voor een periode buitenspel gezet en is de transparantie over het debat, de argumenten en de beslissingen verdwenen. Want dat debat vindt plaats in de Nationale Veiligheidsraad, en dat verloopt achter gesloten deuren. Dat is altijd al problematisch, en zeker nu we in zo’n crisis zitten.
Het parlement heeft zichzelf buitenspel gezet. Daardoor is de transparantie verdwenen
Misschien is het onvermijdelijk om de trage weg van de parlementaire democratie te vermijden?
Kati Verstrepen: In maart, bij de eerste golf, kan je nog argumenteren dat het legitiem was. Er kwam een enorme gezondheidscrisis op ons af, er moest heel snel ingegrepen worden en de politieke situatie zat muurvast. Maar nu we in een tweede golf zitten en we wellicht tot eind volgend jaar met coronagolven geconfronteerd zullen worden, is er geen goed argument meer voor de gebrekkige democratische aanpak. Want de beslissingen kunnen een enorme impact hebben op mensenlevens, denk maar aan de mensen die opgesloten werden in de woonzorgcentra. En dus moet er gewerkt worden aan een draagvlak bij de bevolking door transparantie te bieden.
Hoe zit het met noodzakelijkheid en proportionaliteit?
Kati Verstrepen: “Noodzakelijk” betekent hier dat je enkel beperkingen op grondrechten kan doorvoeren als er nagegaan is of er geen andere maatregelen mogelijk zijn die minder ingrijpend zijn. De avondklok in de provincie Antwerpen is een voorbeeld van een maatregel die wellicht niet voldoet aan deze voorwaarde. Er was trouwens een alternatief: een samenscholingsverbod. Op het vlak van de verspreiding van het virus zou dat werken en tegelijk houdt het de mogelijkheid open om een verkoelende nachtwandeling te maken, bijvoorbeeld.
En “proportionaliteit”, dat betekent: niet zwaarder dan de situatie vereist?
Kati Verstrepen: Inderdaad. De keuze om ziekenhuisbedden vrij te houden voor een verwachte toevloed van patiënten heeft geleid tot de beslissing om oudere bejaarden met onderliggende ziektes uit woonzorgcentra niét te laten opnemen op intensieve zorgen. De redenering was: indien ze zouden genezen na een lange behandeling, zullen ze misschien toch datzelfde jaar nog overlijden. De bedden werden dus voorbehouden voor mensen die een langere levensverwachting hadden. Zo een ingrijpende beslissing heeft een enorme impact en ze was bijlange niet “proportioneel”.
Intussen zien we dat niet alleen het coronavirus ingeroepen wordt als reden om rechten en vrijheden in te perken. Na de strandrel in Blankenberge struikelen burgemeesters, volksvertegenwoordigers en ministers over elkaar om maatregelen te eisen of op te leggen die zelfs verder gaan dan individuele beperkingen.
Kati Verstrepen: Helemaal nieuw is dit allemaal niet, alleen is het nog nooit op dergelijke schaal gebeurd en is er nog nooit zoveel aandacht voor geweest. Dat laatste is goed, want dit zijn gevaarlijke zaken. Elke maatregel moet wettelijk zijn, en dat betekent onder andere dat hij niet discriminerend mag zijn. Kustgemeenten afsluiten voor dagjesmensen, maar wel openhouden voor tweedeverblijvers, mensen met een hotelreservatie of een restaurantreservatie, dat is niet minder dan discrimineren op basis van financieel vermogen. Dat is grondwettelijk onaanvaardbaar.
Discrimineren op basis van financieel vermogen is grondwettelijk onaanvaardbaar
Heel veel maatregelen hadden al een relatief grotere impact op armere mensen dan op de betere middenklasse: zonder kantoorbaan, huis-met-tuin of gekoelde wagen was de lockdown véél zwaarder dan voor jou en mij. Dat wordt nu nog veel uitdrukkelijker.
Toch lijkt dat allemaal probleemloos te passeren.
Kati Verstrepen: Er is duidelijk een opbod: als één burgemeester dat kan opleggen zonder teruggefloten te worden, dan moeten de anderen wel volgen. Het is ook steeds moeilijker om deze maatregelen juridisch aan te vechten. Het zijn om te beginnen administratieve maatregelen, dus moet je ermee naar de Raad van State als je ze wilt aanvechten. Maar zelfs als die Raad beslist om je verzoek bij hoogdringendheid te behandelen, dan verandert men de maatregelen toch nog sneller, zodat de klacht zonder voorwerp wordt.
Zie: de avondklok in Antwerpen. Tegen de tijd dat er goed en wel een procedure opgestart was, kwam de mededeling dat het te warm was om de avondklok te handhaven, en daarna werd ze omgezet in een nachtklok. Zo gaat het steeds vaker, en daardoor ontbreekt de toetsing van de aanpak aan de grondwet of de rechtsregels.
Is dat de reden waarom mensenrechtenverdedigers zo weinig aan bod komen in de maatschappelijke discussies over coronamaatregelen of ordehandhaving?
Kati Verstrepen: Dat is mijn grote frustratie. Er is in het algemeen te weinig aandacht voor grond- of mensenrechten. De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens was het moedige antwoord op de gruwel waarmee de mensheid tijdens twee wereldoorlogen geconfronteerd was. Men besefte toen heel goed dat een derde wereldoorlog niet voorkomen zou worden door repressie, maar door het beschermen en realiseren van de menselijke waardigheid van iedereen.
Niet repressie, maar het beschermen en realiseren van de menselijke waardigheid van iedereen was het moedige antwoord
Elke burger, ongeacht geslacht, kleur, afkomst, geloofsovertuiging, seksuele voorkeur… heeft recht op gegarandeerde waardigheid. Die principes hebben ons welvaart en vrede gebracht. Tot 11 september 2001. Sindsdien zien veel mensen hun waardigheid geschonden, voelen ze zich niet zeker van het respect of van de gelijkwaardige behandeling voor de wet. En dat leidt op zijn beurt tot frustratie, verwerping van de samenleving en haar wetten … Meer aandacht voor mensenrechten zou de afstand tussen bestuurders en bestuurden veel kleiner maken.
Wat te doen?
Kati Verstrepen: België verdrinkt in de adviesraden en -organen, maar in geen enkel comité dat zich met corona of postcorona bezighoudt, zit een mensenrechtenexpert. Nochtans zou dat ervoor zorgen dat discriminatie veel moeilijker wordt en dat beslissingen over leven of dood beter overwogen worden.
Hoe groot de behoefte aan mensenrechtentoetsing is, bleek ook toen een politiecommissaris deze week voor de camera uitlegde hoe zijn corps nieuwe strandrellen zou voorkomen. Het korte citaat in het journaal gaf voor velen de indruk dat de politie aan etnische profilering deed. Dat leverde van de rechterzijde ook nog eens luid applaus op. (*)
Kati Verstrepen: Er was gelukkig ook veel kritiek op die veronderstelde aanpak. Ik hoop in elk geval dat het interview waarnaar je verwijst later gebruikt zal worden op politiescholen om duidelijk te maken wàt etnisch profileren is, om vervolgens onverkort te stellen dat het tegen de wet is. Veel politiemensen zijn zich immers niet bewust dat ze aan etnisch profileren doen, dus vorming is nodig. Want je moet van de arm van de wet kunnen verwachten dat die zich aan de wet houdt. Het feit dat er ook van hogerhand geen reactie gekomen is op die uitspraken onderlijnt echter hoe groot het probleem is.
Je moet van de arm van de wet kunnen verwachten dat die zich aan de wet houdt
De minister van Binnenlandse Zaken schoot tekort door niet te reageren?
Kati Verstrepen: Hij heeft wél gereageerd, door over dat plaatsverbod te beginnen. Dat was een duidelijk signaal – maar niet om etnisch profileren te veroordelen. Bovendien leek het idee ook eerder op een huisarrest dan een specifiek plaatsverbod. Je kan hooligans relatief makkelijk de toegang tot het stadium ontzeggen, maar mensen gedurende maanden de toegang tot de Belgische kust ontzeggen, dat lijkt me niet haalbaar. Ik denk dat een mogelijk nuttig instrument dus slecht ingezet wordt. Dat lijkt jammer genoeg eerder de regel dan de uitzondering te worden in België.
(*) In de oorspronkelijke versie van dit artikel werd in deze vraag onverkort gesteld dat de politiecommissaris uitlegde dat zijn corps aan etnische profilering deed. Dat was niet letterlijk het geval, en bovendien benadrukt betrokkene in een reactie dat het ook hoegenaamd niet het opzet was. Het “profiel” waarnaar hij verwijst, zou betrekking gehad hebben op jongeren in groepen van meer dan 10, in het bezit van drank, ongeacht kleur of afkomst.