Khurram Dastgir Khan, minister van Buitenlandse Handel in Pakistan, was vorige week in Brussel om de banden met de EU aan te halen. MO* sprak met hem over handel, gewapend extremisme en internationale politiek -met uiteraard aandacht voor India en Kasjmir. ‘Water is voor Pakistan een kwestie van leven of dood.’
De Pakistaanse diplomatie is het voorbije jaar bijzonder actief geweest in Brussel, let parlementaire delegaties, hooggeplaatste bezoekers en regeringsleden die langskwamen. Islamabad wil duidelijk de banden aanhalen met de Europese Unie, net zoals Pakistan ook nauwere banden nastreeft met Rusland en Iran, twee traditionele bondgenoten van rivaal India.
Vorige week was het de beurt aan Khurram Dastgir Khan, minister van Handel. De forse Pathaan uit Punjab maakte tijd voor een uitgebreid interview met MO*. Daarin geeft hij onder andere een berekening van de economische kosten van terrorisme in Pakistan. Volgens Khan wordt er intussen alles aan gedaan om dat extremisme te bestrijden, zodat economische groei de welvaart in Pakistan kan doen toenemen. Niet iedereen is daarvan overtuigd.
Donald Trump geeft de eerste week van zijn presidentschap duidelijk een protectionistische klemtoon. Is dat slecht nieuws voor Pakistan, of ziet u daar toch kansen in?
De retoriek van Trump kan anderen motiveren om dezelfde taal en hetzelfde beleid te hanteren. En dat kan de hele economische wereldorde in gevaar brengen.
Khurram Dastgir Khan: De VS zijn al lang de grootste exportmarkt voor Pakistan -wij exporteren vooral textiel naar de VS. Wij maken ons dus zorgen, ja, vooral omdat de retoriek van Trump anderen kan motiveren om dezelfde taal en hetzelfde beleid te hanteren. En dat kan de hele economische wereldorde in gevaar brengen.
We werken binnen de Wereldhandelsorganisatie samen met de EU om protectionisme af te wenden, vanuit de overtuiging dat internationale handel de belangrijkste factor geweest is in de economische groei van landen als China en India, wat honderden miljoenen mensen uit de armoede gehaald heeft. Pakistan is na vele jaren stabiel geworden en zou dus datzelfde pad willen bewandelen.
Maar u zou net te laat kunnen komen, nu internationale vrijhandel onder druk komt.
Khurram Dastgir Khan: Misschien, maar op vlak van textiel zijn we een heel concurrentieel land. De Pakistaanse export is in de jaren van economische crisis gedaald, maar naar de EU is die uitvoer wel gestegen met 37 procent sinds 2013. Hetzelfde geldt voor de EU: globaal daalde de export, maar naar Pakistan is die toegenomen met 14 procent. Renault is geïnteresseerd om een auto-assemblagefabriek te openen in Pakistan, terwijl er Duitse interesse is voor investeringen in e-commerce.
CC Asian Development Bank (CC BY-NC-ND 2.0)
Om zijn economische groeipotentieel te realiseren is Pakistan wel erg afhankelijk geworden van Chinese investeringen in de energie- en transportsector.
Khurram Dastgir Khan: De Chinese investeringen zijn belangrijk, maar de Pakistaanse regering financierde uit eigen middelen ook drie belangrijke elektriciteitscentrales op aardgas, elk goed voor 1200 megawatt. De turbines daarvoor werden geproduceerd in de VS, al het andere materiaal komt uit Europa. Tegen midden volgend jaar hopen we zo’n 10.000 extra MW aan stroomproductie te hebben. Op dat moment moeten we voldoende capaciteit hebben om de huidige tekorten helemaal op te vangen.
China is zelf ook een belangrijk exporteur van textiel. Kan Pakistan daarmee concurreren zonder de lonen extreem laag te houden?
Pakistan heeft de hele waardeketen: van katoenvelden tot textielfabrieken, waar het hele gamma aan producten gemaakt wordt
Khurram Dastgir Khan: Pakistan is concurrentieel omdat we de hele waardeketen hebben: van katoenvelden tot textielfabrieken, waar het hele gamma aan producten gemaakt wordt. India heeft diezelfde waardeketen de voorbije jaren trouwens ook uitgebouwd, en is daardoor een van onze belangrijkste concurrenten geworden op dit vlak. Net als Bangladesh, overigens, dat bovendien als Minst Ontwikkeld Land gunstigere markttoegang heeft tot de rijke landen. Daarom motiveren we onze ondernemingen om zo snel mogelijk hoogwaardige producten af te leveren. Liever kleding dan textiel.
Textiel is niet alleen afhankelijk van schommelingen op de wereldmarkt. Het is ook een economie die erg afhankelijk is van het -veranderende- klimaat. Katoen heeft heel veel water nodig, bijvoorbeeld. Hoe kwetsbaar maakt dat de Pakistaanse economie?
Khurram Dastgir Khan: De slechte regens van de voorbije twee jaren hebben ons inderdaad geschaad, maar we hebben goede hoop dat 2017 beterschap brengt. We willen ook meer investeringen in veeteelt en landbouwproducten, waarvoor zeker een markt bestaat in de Arabische Golflanden, die vlakbij liggen. Daarom waren we zo blij dat Friesland Campina de voorbije jaren een investering van 450 miljoen dollar in de melkproductie van Pakistan deed.
Landbouw, veeteelt én textiel zijn allemaal afhankelijk van water. En Pakistan is afhankelijk van rivierwater dat door India stroomt. Premier Modi dreigde deze zomer om dat water in te zetten als een wapen tegen Pakistan als er geen einde komt aan de aanslagen tegen India.
Indien India het dreigement over rivierwater uitvoert, zal Pakistan terugslaan
Khurram Dastgir Khan: Wij nemen dat dreigement uiterst ernstig, en we zullen er alles aan doen om te voorkomen dat het uitgevoerd wordt. Water is voor Pakistan een kwestie van leven of dood. Voor ons blijft het Indus Water Treaty van de jaren zestig dé referentie voor de manier waarop India en Pakistan met de rivierwateren moeten omgaan.
Er zijn regelmatig discussies over het IWT, maar die moeten beslecht worden door de mechanismes die daarvoor voorzien zijn binnen het verdrag. Indien er toch actie ondernomen wordt regen het verdrag in, zal Pakistan terugslaan.
Een paar jaar geleden was er al heel veel commotie toen India een nieuwe stuwdam liet vollopen. Tegen het einde van het jaar was wel voldaan aan de vereiste om de gewone hoeveelheid water door te laten naar Pakistan, maar zelfs onvoorziene seizoensschommelingen zijn voor ons heel gevoelig. Het gaat immers niet alleen om katoen, maar ook om suiker, graan, veeteelt…
Voor de Pakistaanse regering is regionale vrede en economische samenwerking prioritair. Want overal ter wereld geldt dat de kortste en snelste weg naar welvaart loopt langs handel met de buurlanden.
Minister van Handel Dastgir Khurram Khan: ‘De directe kosten van aanslagen en vernielde infrastructuur, samen met groei, toerisme, investeringen en export die verloren gingen, dat bedraagt 100 miljard dollar op 10 jaar’
CC WTO
In dat verband was het opvallend dat u, als handelsminister, een dossier over mensenrechtenschendingen in Indiaas Kasjmir overhandigde aan de pas verkozen voorzitter van het Europees Parlement. Meestal houden ministers van Handel zich ver van mensenrechtendiscussies.
Khurram Dastgir Khan: Daarom zou ik dat dossier ook niet geven aan Europees Commissaris voor Handel Vestager. Maar als lid van de Pakistaanse regering vond ik het wel belangrijk om de voorzitter van het EP, die het brede veld van politieke onderwerpen bestrijkt, op de hoogte te brengen van wat er daar gebeurt.
Europa is de vaandeldrager van mensenrechten, volkerenrechten en rechten van minderheden, en moet dus ook aandacht hebben voor het lijden van de inwoners van Kasjmir
Wat wij vragen, is dat de labels India en Pakistan verwijderd worden van wat er in Kasjmir gebeurt, en de toestand daar te benaderen vanuit het menselijke lijden dat er plaatsvindt. Europa is de vaandeldrager van mensenrechten, volkerenrechten en rechten van minderheden, en moet dus ook aandacht hebben voor het lijden van de inwoners van Kasjmir. Wij hopen dat het Parlement doet wat mogelijk is om dit thema op te volgen, los van welke problemen er verder ook zijn tussen India en Pakistan.
Iran is een ander buurland van Pakistan. De Baloetsjistan provincies aan beide kanten van de grens hebben in het verleden voor problemen tussen de twee landen gezorgd.
De situatie in Pakistaans Baloetsjistan is heel sterk verbeterd en zal verder vooruitgaan, onder andere dankzij de Chinese investeringen in de China Pakistan Economic Corridor, die eindigt in de diepzeehaven van Gwadar. Eer je daar bent, moet je doorheen heel Baloetsjistan. Die corridor is niet alleen belangrijk voor Chinese handel, maar ook vor handel richting Centraal-Azië, dankzij de connectie die we maakten tussen Gwadar en Quetta, dat op de grens met Afghanistan ligt.
Maar de Iraanse haven van Chabahar, die gebouwd wordt met Indiase steun, ligt op kleine afstand van Gwadar en zal dus concurreren.
Khurram Dastgir Khan: Niet echt. De diepgang van Chabahar zal, als de haven af is, veel minder zijn dan Gwadar. Wij zijn bezig met voorstellen om de twee havens te verbinden en ze daardoor complementair te laten zijn.
Hoe staat het intussen met de plannen voor een Turkmenistan-Afghanistan-Pakistan-India pijpleiding?
Khurram Dastgir Khan: Die plannen bevinden zich in een vergevorderd stadium, maar de uitvoering wordt gehinderd door de blijvende onrust en instabiliteit in Afghanistan. Naast TAPI werken we ook aan CASA1000 (Central Asia South Asia elektriciteitsleiding), die ook door Afghanistan moet passeren. Daarom willen we Afghanistan ook graag helpen om stabieler te worden.
De Afghanen zijn niet erg onder de indruk van uw inspanningen, te merken aan de uitspraken van president Ashraf Ghani, die onlangs op een internationale bijeenkomst in India nog een aanzienlijk hulpaanbod van Pakistan van tafel veegde en vroeg om eerst het grensoverschrijdende terrorisme te stoppen.
Het gewicht van het verleden weegt in de relatie Afghanistan - Pakistan zwaarder dan de belofte op een nieuwe toekomst
Khurram Dastgir Khan: Dat is toch wel jammer, want zowel Afghanistan als Pakistan dreigen zo de enorme kans die de verkiezing van Nawaz Sharif betekende te mislopen. Hij is meer toegewijd aan regionale vrede en stabiliteit dan enige andere Pakistaanse premier van de voorbije tijd. Nog voor hij de eed aflegde, beloofde hij dat Pakistan zich niet meer zou bezondigen aan inmenging in de interne zaken van de Afghanistan. Daarnaast hebben we militaire samenwerking en preferentiële handelsakkoorden aangeboden, maar blijkbaar is het gewicht van het verleden zwaarder dan de belofte op een nieuwe toekomst.
De top van de Pakistaanse Taliban in 2013
Junaidrao (CC BY-NC-ND 2.0)
Ook Pakistan heeft het voorbije decennium af te rekenen gehad met terrorisme en gewapend extremisme. Dat heeft ongetwijfeld ook economische schade veroorzaakt. Heeft u ooit berekend hoe groot die schade is?
Khurram Dastgir Khan: Wij hebben die oefening inderdaad gedaan, en we komen uit op een kost van ongeveer 100 miljard dollar over de laatste tien jaar. Daarbij houden we rekening met de directe kosten van aanslagen en vernielde infrastructuur, maar ook met groei, toerisme, investeringen en export die verloren gingen. Zelfs Pakistani investeerden niet meer in hun eigen land. Maar we hebben een begin gemaakt van het herstel, al zijn de problemen zeker niet achter de rug en blijven er zo nu en dan aanslagen plaatsvinden.
Pakistan heeft de voorbije jaren drie verschillende soorten gewapende conflicten moeten bestrijden: het geweld in Karachi, het separatisme in Baloetsjistan en het islamistische extremisme in de grensregio met Afghanistan hadden elk hun eigen achtergrond en dynamiek. Maar we hebben ze alle drie bevochten en als volksvertegenwoordiger ben ik trots te kunnen zeggen dat we dat gedaan hebben als democratie, zonder de rechtsstaat op te geven. Zelfs toen het parlement besloot militaire rechtbanken in te richten, besliste het Hooggerechtshof dat tegen elke beslissing van die rechtbanken beroep mogelijk zou zijn in burgerlijke rechtbanken.
Pakistan heeft al duizenden mensen vervolgd voor hate speech, maar dat is moeilijker en complexer dan een militaire operatie tegen militanten
U somt drie soorten extremistisch geweld op, maar vermeld een vierde niet: het extremisme uit Punjab dat grotendeels op Indiaas Kasjmir gericht is, maar intussen ook verwoestend geworden is voor Pakistan zelf. Is dat aangepakt?
Khurram Dastgir Khan: Pakistan is het voorbije jaar overgegaan tot het vervolgen van duizenden mensen voor hate speech en we sluiten hun propagandacentra. Maar dat is moeilijker en complexer dan een militaire operatie tegen militanten.
De opmerkingen van minister van Binnenlandse Zaken Nisar Ali Khan over de noodzaak om anders om te gaan met extremisten die de Pakistaanse staat aanvallen en anderen heeft daarover twijfel gezaaid.
Khurram Dastgir Khan: Ik begrijp zijn opmerkingen in de zin van wat ik daarnet zei: het is makkelijker wanneer je militair geweld kan gebruiken tegen een bedreiging, terwijl het aanpakken van extremisme waarmee je niet echt in oorlog bent meer verfijning en nuance en langere tijd vergt.