25 jaar na de giframp in Bhopal
03 december 2009
Een uit de hand gelopen chemische reactie in een industriële installatie van Union Carbide deed in de nacht van 3 december 1984 een dodelijk gas vrijkomen in de Indiase stad Bhopal.
Die nacht lekte er veertig ton methyl-isocyanaat uit een pesticidenfabriek van multinational Union Carbide. De ramp kostte de eerste nacht al het leven aan 3.500 mensen, en in de daaropvolgende week nog eens aan 8.000. Inmiddels heeft de chronische vervuiling de gezondheid van 200.000 mensen aangetast.
Behandeling van de nog levende slachtoffers werd bemoeilijkt, omdat Union Carbide in eerste instantie niet wilde zeggen welke chemicaliën waren ontsnapt. De Amerikaanse multinational zette de fabriek na de ramp stil zonder het terrein te saneren.
Schadevergoeding
Na de ramp werd Union Carbide aangeklaagd voor moord. Oud-directeur Warren Anderson wacht nog steeds strafvervolging in India, wegens ‘dood door schuld’. Hij vluchtte naar de Verenigde Staten.
Na vele rechtszaken, kwam Union Carbide in 1989 over de brug met een schadevergoeding van 470 miljoen dollar. Een bedrag dat lang niet toereikend is om te voorzien in de basisbehoeften van de overlevenden, inclusief medische zorg, gederfde inkomsten en sanering van terrein. De meeste overlevenden ontvingen minder dan 500 dollar.
25 jaar na de ramp zijn de gevolgen nog altijd zichtbaar:
Er lekt nog steeds gif naar het grondwater dat gebruikt wordt door meer dan 20.000 mensen die vlakbij de fabriek wonen.
Honderdduizend mensen lijden als gevolg van de vervuiling aan ziekten als leukemie en nier- en longaandoeningen.
In de omgeving van Bhopal sterft nog elke dag iemand aan de gevolgen van de ramp uit 1984.
Kinderen van ouders die zijn blootgesteld aan de gifgassen, zijn magerder en kleiner dan andere kinderen, blijkt uit een onderzoek van het Journal of the American Medical Association. Ook was hun schedelomtrek kleiner. Bovendien worden kinderen met kanker geboren, omdat de moedermelk giftig is.