5.426 slachtoffers van landmijnen

Dat blijkt uit het Landmine Monitor Report 2008 dat Handicap International vandaag voorstelde. Slachtoffers van landmijnen en niet ontploft oorlogstuig krijgen nog altijd niet de hodige hulp. Medische spoedhulp wordt meestal geboden, maar de bijstand achteraf, zoals fysieke revalidatie en mentale gezondheidsprogramma’s, wordt verwaarloosd.
Het aantal slachtoffers in 2007 is met 9% gedaald ten opzichte van het jaar ervoor. Maar betrouwbare en volledige gegevensinzameling blijft een groot probleem. ‘Ondanks deze daling blijft de gegevensinzameling in veel landen erg twijfelachtig en we weten zeker dat er in 2007 veel meer dan 5.426 mensen werden gedood of verwond door landmijnen, clustermunitie of niet-ontploft oorlogstuig’, zegt Katleen Maes van Handicap International.

Vernietiging landmijnen loopt vertraging op

Drie landen die het Verdrag voor een Verbod op Landmijnen ondertekenden hebben de termijn overschreden voor de vernietiging van hun voorraden van landmijnen. Vijftien andere landen vroegen meer tijd voor de opruiming van landmijnen.
Griekenland en Turkije, die samen een voorraad van 4,2 miljoen antipersoonsmijnen bezitten, zijn in ernstige overtreding met het verdrag omdat ze de uiterste datum van 1 maart 2008 voor de volledige vernietiging van voorraden niet naleefden. Ook Wit-Rusland overschreed de termijn van 1 maart en bezit nog een te vernietigen voorraad van 3,4 miljoen antipersoonsmijnen.

We weten zeker dat er in 2007 veel meer dan 5.426 mensen werden gedood of verwond.

Birma en Rusland slechte leerlingen

Slechts in twee landen, Birma en Rusland, stelt Landmine Monitor nieuw gebruik van antipersoonsmijnen door de regering vast. Geen van beide landen trad tot het Verdrag voor een Verbod op Landmijnen toe. In acht landen gebruiken niet-regeringsgebonden gewapende groeperingen mijnen en geïmproviseerd wapentuig dat door slachtoffers wordt geactiveerd.