Aanklacht wegens doodslag tegen directeur Union Carbide blijftgehandhaafd

Nieuws

Aanklacht wegens doodslag tegen directeur Union Carbide blijftgehandhaafd

Ranjit Devraj

29 augustus 2002

Een rechtbank in Bhopal heeft de vraag van de
Indische regering afgewezen om de aanklacht tegen Warren Anderson, voormalig
directeur van de chemische fabriek Union Carbide in Bhopal, af te zwakken
van doodslag tot schade door nalatigheid. Dat is een overwinning voor de
familieleden van slachtoffers van de gasramp in Bhopal. Een verwaterde
aanklacht zou betekenen dat Anderson, die gevlucht is naar de Verenigde
Staten, niet langer aan India kan worden uitgeleverd.

Op 3 december 1984 ontsnapte uit de pesticidenfabriek van Union Carbide een
dodelijk cyanidegas dat binnen enkele uren aan 3.000 omwonenden het leven
kostte. 20.000 mensen stierven later aan de gevolgen van het dodelijkste
incident met gas sinds de eerste wereldoorlog. Ook nu nog hebben
tienduizenden mensen gezondheidsklachten en komen er regelmatig misvormde
baby’s ter wereld. Anderson en enkele Indische bedrijfsleiders werden
gearresteerd en dezelfde dag op borg vrijgelaten. De directeur vluchtte
vervolgens naar de Verenigde Staten en liet niets van zich horen toen in
1992 een arrestatiebevel wegens doodslag tegen hem werd uitgevaardigd.

Toen de aanklacht dit jaar moest worden hernieuwd, stelde het Indische
Central Bureau of Investigation, het equivalent van het Amerikaanse FBI,
voor de aanklacht te verminderen tot nalatigheid. Dat gebeurde eerder ook
bij de Indische medebeklaagden van Anderson, die aanvoerden dat ze slechts
de instructies opvolgden van de hoofdzetel van Union Carbide in de Verenigde
Staten. Doodslag is in India strafbaar met 20 jaar opsluiting, nalatigheid
slechts met 2 jaar. Bovendien is de zwakkere aanklacht op grond van het
uitleveringsverdrag tussen India en de Verenigde Staten geen grond voor
uitlevering.

De rol van de Indische regering in de juridische afwikkeling van de gasramp
is op zijn minst omstreden. Onmiddellijk na de ramp was er sprake van 15
miljard dollar schadevergoeding, een claim die verminderd werd tot 3 miljard
dollar nadat de regering zich had opgeworpen als vertegenwoordiger van de
slachtoffers. Uiteindelijk werd de zaak in 1989 in der minne geregeld tegen
betaling van 470 miljoen dollar. Daarvan heeft de regering 272 miljoen
dollar nog altijd niet uitbetaald. De slachtoffers, die vaak hun hele
familie verloren, kregen elk niet meer dan 500 dollar.

Volgens Bhopal-activisten Rasheed Bi en Satinath Sarangi, momenteel op de
Duurzaamheidstop in Johannesburg, speelt de Indische regering onder een
hoedje met Dow Chemical, het bedrijf dat Union Carbide heeft overgenomen. De
regering zou ten allen prijze willen vermijden dat de Amerikaanse
investeringen in India niet in het gedrang komen. Door milieumisdadigers te
beschermen en India te dwingen een einde te maken aan juridische vervolging
worden de prioriteiten van de Verenigde Staten ontmaskerd als ‘anti-aarde’,
stelt Saringi onomwonden. Wat duurzaamheid betreft zijn de Verenigde Staten
de enige ‘as van het kwaad’.