'Achter een arme man gaat vaak een veel armere vrouw schuil'

Nieuws

Incofin investeert via microkredieten in ontwikkeling

'Achter een arme man gaat vaak een veel armere vrouw schuil'

'Achter een arme man gaat vaak een veel armere vrouw schuil'
'Achter een arme man gaat vaak een veel armere vrouw schuil'

Charley Dossche

27 april 2012

Microkredietverstrekker Incofin organiseerde in Gent een feestelijke samenkomst met gasten uit Haïti, Nigeria en India -en uit het koninklijk paleis. Volgens de organisatie kan liefdadigheid de armoede niet uit de wereld helpen. Daarvoor is integendeel ondernemingsgeest nodig.

Fairtrade International schat dat de boeren in Latijns-Amerika alleen al 500 miljoen dollar nodig hebben om het hoofd boven water te kunnen houden. ‘Dit jaar nog start het programma om boeren voordelige leningen aan te bieden. Dat project ligt volledig in lijn met onze sociale missie’, meent ceo Loïc De Cannière.

Er zijn nog andere sectoren waarin Incofin wil investeren. ‘We beseffen dat er nog een heel wat interessante projecten zijn buiten de microfinanciering. We zijn ook geïnteresseerd in duurzame energie.’ Het zal wel nog eventjes duren vooraleer we Incofin tegenkomen op de energiemarkt. ‘Onze manier van werken is volledig gebaseerd op microfinanciering, we moeten ons eerst kunnen heroriënteren’, aldus De Cannière.

Groeien om te helpen

Incofin bereikt via dertig plaatselijke microfinancieringsinstellingen meer dan 1,8 miljoen ondernemers in 21 landen en beheert een kredietportefeuille van bijna 1,2 miljard euro. ‘Wij bieden geen liefdadigheid aan, maar we ondersteunen de zelfredzaamheid van kleine ondernemers in de Derde Wereld’, aldus Frans Verheeke op de viering van het twintigjarige bestaan van de organisatie. Volgens Verheeke kan liefdadigheid enkel ad-hocoplossingen bieden, maar geen structurele. Daarom wil zijn organisatie groeien zodat ze nog meer mensen kan helpen.

‘Microfinanciering is nog te klein om een impact te kunnen hebben op de macro-economie van de landen waar we actief zijn’, meent De Cannière. ‘We willen natuurlijk investeerders blijven aantrekken om onze werking verder te kunnen uitbouwen.’ Hij verzekert dat die groei nooit ten koste zal gaan van de sociale doelstelling. ‘We keren momenteel een dividend van 2,5 procent uit en we zullen nooit hoger gaan. De extra winst investeren we opnieuw in expertise, technologie,… om onze werking te verbeteren.’

‘Microfinanciering is nog te klein om een impact te kunnen hebben op de macro-economie van de landen waar we actief zijn’

Arme vrouwen

De Nigeriaanse Lift Above Poverty Organisation (LAPO) is één van de dertig microfinancieringsinstellingen waarmee Incofin samenwerkt. ‘Zonder de goedkope leningen die LAPO mij heeft aangeboden, zou ik nog steeds op straat met kledij moeten leuren’, vertelt Patience Omoregie, die ondertussen haar eigen kledingwinkel heeft in Benin City, Nigeria. ‘Ik heb mijn kinderen naar school kunnen sturen en heb een eigen huis’, klinkt het trots.

‘We hebben ondertussen al meer dan een half miljoen vrouwen kunnen helpen’, zegt de stichter van LAPO, Godwin Ehigiamusoe, die momenteel aan het roer staat van de organisatie. ‘Al sinds het begin richt ik mij tot vrouwen, omdat zij het meestal het hardst te verduren krijgen. Achter een arme man, gaat meestal een veel armere vrouw schuil.’

Hij heeft de inspiratie voor zijn stichting gehaald uit het boek van Muhammad Yunus, de grondlegger van de microkredieten. ‘Ik heb het voor het eerst toegepast in mijn lokale kerkgemeenschap. Toen ik het resultaat zag, heb ik de Grameen Bank gecontacteerd en het spel zat op de wagen.’ LAPO is ondertussen vertakt in vierhonderd lokale agentschappen in Nigeria en Sierra Leone.

Geloof

Suresh Krishna is ceo van Grameen Koota in India. ‘In het begin was het moeilijk om mensen te overtuigen. De meesten geloofden niet dat arme mensen in staat zouden zijn om iets op te bouwen en de lening later terug te betalen’, vertelt Krishna. ‘De laatste vijf jaar is het project eigenlijk pas echt onder stoom gekomen.’

Volgens Krishna kan niet de hele Indiase bevolking profiteren van de enorme economische groei die het land momenteel kent. ‘Die komt vooral enkele industriëlen uit de toplaag ten goede. De Indiase bevolking is te groot om hen allemaal een job te kunnen aanbieden, de bedrijven kunnen nooit zo groot worden. De armsten vallen uit de boot en zij kunnen dan terecht bij Grameen Koota om hun eigen, kleine zaak op te kunnen starten.’