Afghanistan post-2014: onzekerheid en ijdele hoop

Nieuws

Afghanistan post-2014: onzekerheid en ijdele hoop

Afghanistan post-2014: onzekerheid en ijdele hoop
Afghanistan post-2014: onzekerheid en ijdele hoop

Lize Van Dyck

27 april 2012

Tegen 2014 trekken de NAVO-landen hun gevechtstroepen terug uit Afghanistan. Hoe het land, getekend door oorlog, economische afhankelijkheid en inbreuken op mensenrechten, dan verder moet, is een vraagteken.

Meer dan tien jaar zijn internationale troepen en hulporganisaties alom aanwezig in Afghanistan. Dat heeft niet geleid tot stabiliteit en voruitgang: er heerst  nog altijd grote onrust in het land, zowel op economisch, sociaal als politiek vlak. De kans is reëel dat na de terugtrekking van de internationale legers het land compleet gedesoriënteerd achterblijft. Al zou een langdurige aanwezigheid nog meer chaos en onzekerheid meebrengen.

Diverse organisaties zetten zich nu in om een rampscenario te vermijden. Dit doen ze door middel van bewustmakingsprojecten, de training van politiediensten en door te investeren in opleiding en veiligheid. ‘We mogen niet vergeten dat Afghanistan een land is van mensen. 30 miljoen Afghaanse burgers, die niets liever willen dan hun eigen leven op een normale manier te leiden.’, aldus Paul Smith directeur van de British Council in Afghanistan.

Veiligheid en economie zijn topprioriteit

De focus van de internationale instellingen lag tot nu toe voornamelijk op veiligheid. 90 procent van het totale donorgefinancierde budget voor Afghanistan ging naar de veiligheidssector. Concreet betekent dit het opleiden van burgerpolitie en veiligheidsdiensten met specifieke trainingen.


Samenstelling van het binnenlands budget van Afghanistan per sector volgens de Wereldbank in 2011.

Een internationale anticorruptiedienst (ISAF) staat in om het hallucinant en diepgewortelde corruptiegehalte te bestrijden. Gedurende jaren bleven criminelen en fraudeurs ongestraft en vogelvrij. Volgens het diensthoofd van ISAF kolonel Michel Lalumière werden, door de immense investeringen in het leger en veiligheid, andere velden zoals het juridisch systeem genegeerd, wat criminaliteit aanmoedigt.

Corruptie is een groot probleem voor een van de armste landen ter wereld. 36 procent van de Afghaanse bevolking leeft onder de armoedegrens volgens de VN ontwikkelingsindex. De Wereldbank stelt dat Afghanistan extreem afhankelijk is van buitenlandse donors. 97 procent van zijn BBP is verbonden met internationale hulp. Als deze bron van inkomsten in 2014 wegvalt, wordt een economische crisis erg reëel. Economische kansen creëren voor de Afghaanse burgers -die voor twee derde uit jongeren onder 27 bestaan- is dan ook vitaal, beklemtoont Shada Islam, hoofd van de onafhankelijke denktank Friends of Europe.

Internationale bedrijven toonden reeds hun interesse in Afghanistan’s minerale grondstoffen (waaronder olie, gas, koper en ijzer). Groeiende macht China neemt hierin de leiding met contracten voor technologische upgrades en mobiele telefoons ter waarde van meer dan tien miljoen dollar. Nog meer aandacht krijgt een project van 4,39 miljard dollar van twee Chinese metallurgiebedrijven om een van de grootste kopermijnen van Afghanistan te ontginnen. Kolonel Lalumière benadrukt echter dat, zolang er economische instabiliteit en corruptie heerst, internationale bedrijven minder snel geneigd zijn te investeren in het land.

Gelijkheid en vrijheid garanderen

‘De verkiezingen van 2014 moeten doorgaan! Zoniet maakt het ontstaan en behouden van een democratische maatschappij voor en door burgers geen kans.’

‘Burgers moeten in staat zijn zichzelf te mobiliseren’, zegt Paul Smith. Dit kan volgens hem enkel bereikt worden door een degelijk onderwijssysteem. Zowel mannen als vrouwen hebben recht op primair-, secundair- en hoger onderwijs. Smith pleit voor investeringen in scholen, universiteiten en professionele opleidingen voor leerkrachten. Nog geen vijf procent van de professoren heeft een hoger diploma. Wanneer dit probleem uit de weg geruimd is, wordt de weg vrijgemaakt voor jongeren om zich op meerdere manieren te ontwikkelen in de maatschappij en hun stem te laten gelden.

Gelijkheid en vrouwenrechten zijn hier onlosmakelijk mee verbonden. Onder internationale druk verkregen vrouwen iets meer vrijheid en rechten (zoals de vrijheid om alleen over straat te lopen en het recht op onderwijs), maar oprichter en voorzitster van Roqia centrum voor Vrouwenrechten, Studies en Educatie Nasrine Gross vreest dat, met de uittocht van de internationale organisaties, deze rechten even snel weer verloren kunnen gaan.

Gross hamert erop dat er nog steeds 85 procent van de Afghaanse vrouwen ongeletterd is. President Karzai geeft volgens haar te weinig aandacht aan de vrouwenrechten. Terwijl in 2011 28 procent van de zetels in het parlement ingenomen werden door vrouwen, ziet Gross dit aantal weer dalen. Ook merkt ze op dat de presidentsvrouw nooit in het openbaar gezien wordt en dat dit de foute boodschap uitstraalt voor de ‘gewone’ Afghaanse vrouw.

De laatste tien jaar werd hard geijverd voor de vrouwenrechten, maar tegelijkertijd verwierven extremistische groeperingen almaar meer aanhang. Gross zegt ontsteld te zijn over de afwezigheid van vrouwen in het straatbeeld in kleinere dorpen. Wanneer ze hier mensen over aansprak, vertelden ze haar dat ‘vrouwen niet buiten mogen komen van de islam’. Dit is volgens haar het werk van dergelijke extremisten.

De media genieten meer vrijheid dan tevoren. Persvrijheid en recht op vrije meningsuiting werden aangemoedigd, terwijl censuur verminderde. Toch waarschuwt de grondwet tegen ‘de promotie van waarden die indruisen tegen het geloof van de heilige religie de islam.’ De werkelijke persvrijheid blijft dus erg gelimiteerd en er is een groeiende angst voor het verliezen van deze bescheiden vrijheden na 2014.

Een maatschappelijk middenveld met kansen voor jongeren

Het belang van een functionerend middenveld wordt door diverse organisaties benadrukt. Ze dringen aan op de inspraak en participatie van burgers in de regering. Zowel Gross, als medewerker van de burgerrechtenorganisatie Open Society Foundations onderstreept het belang van de vrije en eerlijke verkiezingen in 2014. Gevreesd wordt dat Karzai tegen de wet in, er alles aan zal doen om aan de macht te blijven. ‘De verkiezingen van 2014 moeten doorgaan! Zoniet maakt het ontstaan en behouden van een democratische maatschappij voor en door burgers geen kans’, aldus Gross.