Aidsbestrijding in Latijns-Amerika verschilt sterk per land
Felipe Seligman
05 juni 2006
De landen van Latijns-Amerika en het Caribische gebied doen het tegenwoordig iets beter in de strijd tegen HIV en aids. Volgens deskundigen zijn er echter nog altijd opvallende verschillen van land tot land.
Gracia Violetta Ross Quiroga uit Bolivia ontdekte in 2001 dat ze met het HIV-virus was besmet. Zij nam vorige week deel aan de topconferentie over aids op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. “In Brazilië en Argentinië zijn er veel mensen met HIV en aids, maar de regeringen daar doen ook duidelijke inspanningen”, aldus Quiroga. “Bolivia heeft geen specifieke wetgeving noch federale begrotingsmiddelen voor de strijd tegen aids.”
De Boliviaanse was teleurgesteld over het geringe aantal vertegenwoordigers van Latijns-Amerika op de aidstop in New York. “Mijn eigen land stuurde geen enkele officiële vertegenwoordiger. Bolivia moet inzien dat er naast coca nog andere belangrijke onderwerpen bestaan.”
Luiz Loures is directeur van de ‘Global Initiatives Division’ van UNAIDS. Volgens hem engageert Latijns-Amerika zich nog altijd veel te weinig in de strijd tegen HIV/aids. Maar Loures wil niet alle landen uit de regio over dezelfde kam scheren. “Landen als El Salvador en Brazilië waren wel sterk vertegenwoordigd op de aidstop. El Salvador stuurde zijn president, Brazilië werd vertegenwoordigd door de minister van Buitenlandse Zaken.”
Haïti en Cuba illustreren de grote verschillen in Latijns-Amerika en het Caribische gebied. De twee eilanden liggen vlakbij elkaar, maar lijken desondanks twee verschillende werelden. Nergens in de regio vind je meer gevallen van HIV en aids dan op Haïti. Volgens de jongste statistieken van UNAIDS is 3,8 procent van de bevolking tussen 15 en 49 jaar (190.000 Haïtianen) met HIV besmet.
“Haïti is goed voor 60 procent van alle besmettingen in het Caribische gebied”, zegt Evan Lyon, een arts die patiënten met HIV op Haïti behandelt. “Als je de Dominicaanse Republiek, die de rest van hetzelfde eiland bestrijkt, meetelt, heb je bijna 80 procent van alle HIV-besmettingen in het Caribische gebied.”
Cuba ligt vlakbij, maar daar kreeg HIV nauwelijks voet aan de grond. “Minder dan 5.000 mensen zijn daar met HIV besmet”, aldus Lyon. “Op Cuba praat je over 0,1 procent van de bevolking.” Volgens UNAIDS krijgen alle Cubanen met HIV antiretrovirale geneesmiddelen toegediend.
Op Haïti beschikt slechts 20 procent van de mensen met HIV over zulke geneesmiddelen. Antiretrovirale producten verlengen het leven van seropositieve personen.
De secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, wees vorige week op het rechtstreekse verband tussen het aantal HIV- en aidsgevallen en armoede. “Om die reden zijn de acht Millenniumdoelstellingen – waaronder een doelstelling inzake HIV – toegespitst op het armoedeprobleem.”
Evan Lyon zegt dat het grote aantal HIV-gevallen op Haïti ook samenhangt met de politieke en economische instabiliteit in het straatarme land. Cuba profiteerde op dat punt van zijn isolement. “Sekstoerisme leidde tot meer gevallen van HIV op Haïti. Op Cuba gebeurde dat niet. Het Amerikaanse embargo had tot gevolg dat Cuba in een bepaalde periode weinig Amerikaanse en Europese toeristen aantrok.”
Maar zelfs Haïti kon in het voorbije decennium enige vooruitgang boeken. In de stedelijke agglomeraties blijkt het aantal HIV-besmettingen te zijn teruggelopen. HIV onder zwangere vrouwen op Haïti daalde in stedelijke gebieden van 9,4 procent in 1993 tot 3,7 procent in 2003.
Wereldwijd leven meer dan 40 miljoen mensen nu met HIV. Ruim 20 miljoen personen stierven reeds aan de gevolgen van aids. In Latijns-Amerika zijn er circa 1,8 miljoen mensen met HIV.
Het deel van Afrika ten zuiden van Sahara is de regio die het zwaarst te lijden heeft van HIV/aids. Daarna volgt het Caribische gebied, waar meer dan 330.000 mensen met HIV leven. (DB/JS)