Amerikaanse recessie doet Chinese beleggers watertanden

Nieuws

Amerikaanse recessie doet Chinese beleggers watertanden

Antoaneta Bezlova

22 januari 2008

Chinese economen beginnen oog te krijgen voor de buitenkansjes die de economische achteruitgang in de VS biedt. De Chinese export krijgt het moeilijker, maar de investeringskansen in de VS liggen voor het grijpen.

In december verwierf de China Investment Corporation (CIC), een openbaar beleggingsfonds dat over 200 miljard dollar (138 miljard euro) beschikt, voor vijf miljard dollar een participatie van 10 procent in Morgan Stanley. Dat helpt de Amerikaanse financiële gigant de desastreuze gevolgen van de subprimecrisis te boven te komen.

De transactie wordt in China nog altijd druk becommentarieerd. “Zonder de hypotheekcrisis in de VS had China nooit geld kunnen pompen in een topinstelling van Wall Street”, schreef de expert Zhu Yiwei dit weekend in een opiniestuk voor het Chinese weekblad ‘Southern Weekend’. “Met de participatie in Morgan Stanley kunnen we via de uitbouw van een netwerk van persoonlijke relaties in Wall Street de commerciële wrijvingen tussen de twee landen verminderen.” De VS verwijten China dat het land niets onderneemt om zijn enorme handelsoverschot met de VS te verminderen.

Angst

De oprichting van de China Investment Corporation in mei vorig jaar doet veel landen uitkijken naar nieuwe Chinese investeringen. Maar tegelijk groeit de angst dat China en landen die door de hoge olieprijzen over steeds grotere deviezenreserves beschikken, greep zullen krijgen op belangrijke sectoren in Europa en de VS en die macht ook zullen gebruiken om hun buitenlands beleid kracht bij te zetten. De CIC en vergelijkbare openbare beleggingsfondsen beheren al 2.000 tot 3.000 miljard dollar en experts voorspellen dat dit bedrag binnen tien jaar zal aangroeien tot 10.000 miljard dollar.

Binnen de G7, de zeven grootste industrielanden, gaan stemmen op om openbare beleggingsfondsen aan duidelijke regels te onderwerpen. Het Internationaal Monetair Fonds zou daarbij een rol moeten spelen.

De Chinese reacties op die angstgevoelens zijn vaak nationalistisch getint. “De buitensporige interesse voor de CIC is een weerspiegeling van de toenemende concurrentie tussen de wereldmachten” stelde de auteur van een recent commentaarstuk in de China Times. “Een investeringsfonds uit een land als China moet niet doen alsof zijn doelstellingen helemaal door de markt worden ingegeven. De CIC is een openbaar beleggingsfonds van een wereldmacht en gebruikt de marktmechanismen om de strategische doelstellingen van het land waar te maken. De aankoop van strategische aandelen in buitenlandse bedrijven moet bovenaan zijn agenda staan.”

Ironisch genoeg houden de Chinese leiders intussen vol dat het nieuwe fonds onafhankelijk is. “De investeringsmaatschappij is zuiver commercieel”, verklaarde premier Wen Jiabao dit weekend. “Haar activiteiten moeten niet gepolitiseerd worden. De regering houdt de touwtjes niet in handen.”

Rode loper

In elk geval lijkt momenteel de rode loper uit te liggen voor Chinese bedrijven in de VS, zeker in vergelijking met enkele jaren geleden. In 2005 botste de Chinese National Offshore Oil Corporation nog op een muur toen ze haar Californische sectorgenoot Unocal probeerde over te nemen. Nu lonken Amerikaanse banken als Merrill Lynch en Citigroup naar investeerders in China om de putten te helpen dempen die de hypotheekcrisis heeft geslagen.

Vorige week hield Peking de boot merkwaardig genoeg af: de Chinese Ontwikkelingsbank, ook een staatsinstelling, kreeg geen toelating voor een miljardeninvestering in Citigroup. Volgens sommige experts wil Peking niet te veel nieuwe risico’s aangaan nu er kritiek komt op de eerder ongelukkige investeringen in de Blackstone Group en Barclays, twee andere Amerikaanse financiële instellingen.

“Het einde van de subprimecrisis is nog niet in zicht, waarschuwt Ding Zhijie, professor Financiële Wetenschappen aan de Universiteit voor Buitenlandse Handel en Economie in Peking. “Misschien is dit nog niet de beste tijd om te investeren in Wall Street.”  Andere experts vinden dat China beter investeert in ontwikkelingslanden met rijke grondstoffenvoorraden en minder regels dan de Westerse landen. “Het is enkel een kwestie van tijd vooraleer ook daar het protectionisme de kop opsteekt”, waarschuwt Zhang Ming, een econoom van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen.

Als de huidige trend aanhoudt, zullen institutionele en private beleggers uit China dit jaar volgens sommige voorspellingen meer dan 250 miljard dollar (172 miljard euro) in andere landen investeren, bijna het dubbele van wat China in 2006 in het buitenland investeerde.