Anderhalf miljoen Belgen zijn arm

Nieuws

Anderhalf miljoen Belgen zijn arm

14 maart 2008

Bijna 15 procent van de belgische bevolking was in 2006 arm. Hun aantal lijkt constant te blijven, maar het profiel van de armoede verschuift: jongeren en gezinnen lopen minder risico, ouderen des te meer.

Een mogelijke verklaring hiervoor kan liggen in een meer uitgesproken toename van de inkomens uit arbeid (met nadruk voor de gezinnen met kinderen) ten opzichte van de toename van de uitkeringen en de pensioenen in het bijzonder. Dat blijkt uit cijfers van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie.
Armoede heeft een impact op de meest elementaire zaken zoals voeding: 13,7% van de armen zegt niet in staat te zijn zich om de twee dagen vlees of vis te permitteren. Bij de rest van de bevolking is dit 2,6%. Arm zijn heeft ook grote gevolgen op het niveau van de levensstijl:

  • Armen hebben het duidelijk moeilijker om het adequaat verwarmen van de woning te financieren. Bijna één op drie van de armen zegt problemen op dat gebied te hebben (30,8%) terwijl dit bij de rest van de bevolking minder dan één op negen is (11,7%).

  • De woning van armen is veel minder comfortabel: ze ervaren meer een gebrek aan ruimte (11,5% ten opzichte van 3,7%), missen meer elementair comfort (5,7% ten opzichte van 1,6%) en zeggen bijna twee keer zoveel dat hun woning somber is (16,6% ten opzichte van 8,9%).

  • Elementaire gebruiksgoederen, zoals een tv, auto of computer, kunnen ze niet bekostigen. Zeven keer meer armen zeggen dat ze zich geen auto kunnen permitteren (25,2% ten opzichte van 3,6% voor de rest van de bevolking). Voor een computer is dat bijna vijf keer meer (20,9% voor de armen ten opzichte van 4,3% voor de rest).

Sociale gevolgen

Ook sociaal blijven de gevolgen van armoede niet uit:

  • 31% van de armen zegt niet in staat te zijn één keer per maand vrienden te ontvangen omwille van hun financiële situatie. Voor het niet arme deel van de populatie is dit 8,3%.

  • Armen participeren ook minder in allerlei buitenhuiselijke sociale activiteiten. 71,5% onder hen zegt dit niet te doen ten opzichte van 56% onder niet-armen.

Een alleenstaande wordt als arm beschouwd als zijn of haar beschikbaar inkomen niet hoger ligt dan 860 euro per maand. Voor een gezin bestaande uit twee volwassenen en twee kinderen ligt die drempel op 1805 euro per maand.

Tags