Arbeiders niet gelukkig op het Eiland van Geluk
Toon Lambrechts
19 mei 2009
Ondanks de crisis blijven de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) gigantische bouwprojecten uit de grond stampen. De arbeidsomstandigheden voor de vele duizenden gastarbeiders zijn echter erg slecht. Dat valt te lezen in een rapport dat Human Rights Watch vandaag voorstelde.
Het rapport gaat dieper in op de situatie bij de bouw van Saadiyat Island, wat in het Arabisch zoveel betekent als het ‘Eiland van Geluk’. Dit kunstmatige luxe-eiland voor de kust van Abu Dhabi moet een internationale toeristische topattractie worden. Via toerisme willen de steenrijke VAE hun economie diversifiëren en de afhankelijkheid van olie-inkomsten verminderen. Internationale toparchitecten namen het ontwerp voor hun rekening. Tal van internationale culturele instellingen zoals het Louvre, het Guggenheimmuseum en de New York University hebben toegezegd afdelingen te openen op Saadiyat Island. Het kostenplaatje? Een slordige twintig miljard euro.
Voor de duizenden gastarbeiders -vooral afkomstig uit Zuid-Azië- die in de bouw werken heeft het eiland minder geluk te bieden. De arbeidsomstandigheden voor arbeidsmigranten in de golfstaten zijn al langer berucht. Lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden zijn de regel. De problemen beginnen al bij de rekrutering. Lokale arbeidsbureaus ronselen mensen in hun land van herkomst. Vaak betalen arbeiders tot 3000 euro, enkel om te mogen werken in de VAE. Velen verkopen hun land of huis of steken zich in de schulden om die som te betalen. Wettelijk mag dit niet, maar niemand onderneemt iets tegen deze praktijk. Het komt bouwbedrijven goedkoper uit als de rekruteringskosten op de arbeiders afgewenteld worden.
De wetten van de VAE bepalen dat gastarbeiders voor hun verblijfsrecht volledig afhankelijk zijn van hun werkgever. Arbeiders kunnen immers enkel via één werkgever een werkvergunning en een visum verkrijgen. Mobiliteit tussen verschillende bazen is niet mogelijk. Het inhouden van identiteitskaarten is onwettig is, maar blijkt een gangbare praktijk. Als arbeiders hun werkgever verlaten, riskeren ze hun identiteitsdocumenten te verliezen, en dreigt deportatie.
Ook met de contracten loopt vanalles mis. Nogal wat arbeiders kunnen de Arabische tekst niet lezen of zijn volledig ongeletterd. Bovendien is de inhoud van de contracten niet wat in het thuisland beloofd werd. De lonen liggen vaak een stuk lager. Maar de afhankelijkheid van de arbeiders van hun werkgevers en de schulden die ze aangingen om in de VAE te geraken, laat weinig ruimte om eisen te stellen of te onderhandelen.
De VAE hebben wel wetten die dergelijke praktijken verbieden maar die worden niet afgedwongen. Vakbonden of organisaties die opkomen voor arbeidsrechten zijn onbestaand. Staken is bij wet verboden. In vergelijking met een aantal jaren geleden signaliseert Human Rights Watch wel een verbetering op vlak van huisvesting en het uitbetalen van de lonen.
Human Rights Watch wil de praktijken bij de bouw van Saadiyat Island onder de aandacht brengen omdat er veel internationale instellingen bij betrokken zijn. Ze eisen dat deze instellingen hun invloed aanwenden om de ergste praktijken uit de wereld te helpen. Maar tot op heden heeft enkel het French Museum Agency dat een afdeling van het Louvre bouwt op Saadiyat Island, laten blijken garanties te willen afdwingen over arbeidsrechten.
http://www.hrw.org/en/news/2009/05/18/uae-exploited-workers-building-island-happiness