“Australië en Nieuw-Zeeland moeten deur openen voor klimaatvluchtelingen”
Stephen de Tarczynski
01 september 2008
Sommige laaggelegen eilanden in de Stille Oceaan zijn al ontruimd omdat ze onbewoonbaar zijn geworden door de stijging van de zeespiegel. Australië en Nieuw-Zeeland krijgen te horen dat ze meer moeten doen om klimaatvluchtelingen op te nemen, omdat ze door hun uitstoot van broeikasgassen mee de oorzaak zijn van het probleem.
“Op Tuvalu en Kiribati kan je de invloed van het steeds hogere springtij en de grote stormvloeden al zien op de gewassen die de mensen er verbouwen”, zegt Damien Lawson van Friends of the Earth Australia. “Het gaat er niet alleen om dat de eilanden onder water lopen, het zeewater verdringt het zoete grondwater in de bodem en dat bemoeilijkt de landbouw.”
Het Internationale Klimaatpanel (IPCC) voorspelt dat de zeespiegel tegen het einde van de eeuw met 18 tot 59 cm zal stijgen. De laaggelegen eilanden in de Stille Oceaan worden daar het eerste slachtoffer van. Het is niet duidelijk aan wie de twijfelachtige eer toekomst de eerste klimaatvluchtelingen te zijn. In een rapport van onder meer Friends of the Earth is sprake van twee dorpen op Kiribati die werden ontruimd. Zo’n 2000 inwoners van de Cartereteilanden voor Papoea-Nieuw-Guinea maken zich klaar voor een evacuatie naar Bougainville, zo’n 86 kilometer naar het zuidwesten.
In de aanloop naar het 39ste Forum voor de Eilanden in de Stille Oceaan (PIF) presenteerden meer dan 100 ngo’s uit de regio een open brief aan de premiers van Australië en Nieuw-Zeeland, Kevin Rudd en Helen Clark. Ze roepen beide landen alvast op de immigratiequota voor vluchtelingen uit de Stille Oceaan te verhogen. Op die manier kunnen ze anticiperen op een grotere stroom klimaatvluchtelingen in de toekomst.
Bruggenhoofd
“Als Australië en Nieuw-Zeeland meer immigratie uit de Stille Oceaan toelaten, creëren we als het ware een bruggenhoofd voor grotere groepen van mensen die in de toekomst zullen moeten verhuizen”, legt Lawson uit. “De twee landen behoren tot de rijkste in de wereld en zijn in de regio het beste geplaatst om te helpen.”
De milieuactivist wijst beide landen op hun verantwoordelijkheid voor het klimaatprobleem. Australië en Nieuw-Zeeland stoten samen 1,3 procent van ’s wereld broeikasgassen uit. Als je kijkt naar de hoeveelheid broeikasgas per inwoner, is Australië het meest vervuilende land en staat Nieuw-Zeeland in de top twaalf. Volgens Lawson zijn de landen daardoor moreel verplicht om te helpen, te meer daar de eilandstaten zelf bijna geen broeikasgassen uitstoten.
In de slotverklaring van het forum erkennen Rudd en Clark “de ernstige impact van klimaatverandering op het sociale, culturele en economische welzijn en de veiligheid van de eilanden in de Stille Oceaan”. Over een migratiequota voor klimaatvluchtelingen wordt evenwel met geen woord gerept. “Australië en Nieuw-Zeeland houden de boot af”, zegt Lawson, “Daarom moeten we hier campagne over blijven voeren.”