Bemba erkent dat zijn troepen kannibalisme pleegden
Juakali Kambale
20 januari 2003
Jean-Pierre Bemba, de leider van de Beweging
voor de Bevrijding van Congo (MLC), geeft impliciet toe dat zijn troepen
betrokken waren bij kannibalisme in de streek van Ituri. In een interview
met 'Radio Elikya', een private zender in Kinsasha, zei de rebellenleider
vorige week dat hij niet zal tolereren dat er barbarijen worden gepleegd
tegen de lokale bevolking. Met de toegeving reageert Bemba op een VN-rapport
waarin de wreedheden van het MLC gehekeld worden.
In Ituri, een gebied in het van Congo dat onder Bemba’s controle staat,
worden de mensenrechten zwaar geschonden. De troepen van Bemba maakten zich
zelfs schuldig aan kannibalisme op pygmeeën, zo beweerden de VN vorige week
woensdag in een rapport. Ik kan niet tolereren, op geen enkel moment, dat
er daden van barbarij worden gepleegd tegen de lokale bevolking, zo
verklaarde Bemba donderdag op ‘Radio Elikya’. De soldaten die zich schuldig
gemaakt hebben aan barbaarse daden zullen volgens onze gedragscode
veroordeeld worden.
Het is de eerste keer dat Bemba erkent dat zijn troepen op een grove manier
de mensenrechten schenden. Tot dusver deed hij de beschuldigingen af als een
complot van Kinshasa tegen zijn persoon. Een luitenant die betrokken zou
zijn bij de zaak, is volgens Bemba inmiddels gearresteerd en de MLC-leider
beloofde nog meer arrestaties.
Het zijn vooral de wreedheden in Mambasa en Mangina, in het noordoosten van
Congo, die Bemba zwaar worden aangewreven door de regering in Kinsasha en
door de Verenigde Naties. In een rapport dat een waarnemersmissie van de VN
opstelde over de humanitaire situatie in Ituri en Noord-Kivu worden 117
gevallen van willekeurige executies beschreven, gepleegd aan het eind van
oktober. Verder komen er 65 verkrachtingen in voor, onder meer van kinderen,
82 ontvoeringen en 27 gevallen van marteling. De waarnemers tekenden in
januari getuigenissen op van de bezetting van Mambasa en Mangina door het
MLC van Bemba et het RCD (Rassemblement congolais pour la démocratie) van
Roger Lumbala tussen 12 en 29 december 2002. De meest afschuwelijk waren die
over kannibalisme en gedwongen kannibalisme waarbij de rebellen mensen
dwongen hun eigen familieleden op te eten. Andere getuigenissen hebben het
over gedwongen kannibalisme gericht tegen pygmeeën, die worden ingelijfd als
jagers.
Met de toegeving probeert MLC-leider Bemba zijn naam te zuiveren. Bemba
wordt voorgedragen als vice-president van de republiek voor de MLC tijdens
de transitieperiode die voorzien is in het vredesakkoord van Pretoria, dat
vorige maand werd ondertekend door alle Kongolese partijen. Veel waarnemers
argumenteren dat de ‘kanibaal Bemba’ die verantwoordelijkheid niet mag
opnemen.
Volgens het vredesakkoord moeten de steden ontruimd zijn tegen eind deze
maand. De troepen van Lumbala maken weinig aanstalten om Komanda en Mambasa
te ontruimen. Patricia Tomé van de VN-waarnemersmissie beschrijft de huidige
situatie in Ituri als volgt: Komanda is een spookstad geworden. Van de
130.000 mensen die er woonden, leven er nog 20.000. De rest heeft zich
verstopt in de omringende bossen.