Blanke vakbond verwijt regering omgekeerd racisme

Nieuws

Blanke vakbond verwijt regering omgekeerd racisme

Sabine Cessou (Infosud)

10 april 2003

Zuid-Afrika ontsnapt niet aan de wereldwijde
privatiseringsgolf: sinds 6 maart worden de aandelen van de nationale
telecommunicatiemaatschappij Telkom op de beurs genoteerd. Iedereen kan
aandelen kopen, maar de zwarte bevolking krijgt een fikse korting. En dat is
niet naar de zin van behoudsgezinde blanke groeperingen, die gewagen van een
omgekeerd racisme en het hele idee van 'black empowerment' in vraag
stellen.

Het aanbod van de Zuid-Afrikaanse regering vindt alvast geen genade in de
ogen van de grotendeels blanke vakbond ‘Solidariteit’, die naar eigen zeggen
bijna twintig procent van de Telkom-werknemers vertegenwoordigt.
‘Solidariteit’, een fusie van de vroegere ‘Mynwerkersunie’ met kleinere
vakbonden uit de telecom- en de bouwsector, eist dat de korting wordt
gegeven op basis van inkomen en niet van ras. Volgens woordvoerder Kallie
Kriel is het sociaal onrechtvaardig dat een zwarte miljonair van de
uitverkoop kan genieten, terwijl arme blanken de volle prijs dienen te
betalen. Voor de meerderheid van de zwarte bevolking blijven aandelen
sowieso onbetaalbaar. De vakbond wil elk gezin dat maandelijks minder dan
5000 rand (587 euro) verdient de korting gunnen.

‘Solidariteit’ heeft al gedreigd het Khulisa-voorstel (Khulisa is zoeloe
voor ‘opvoeden’) voor de rechtbank aan te vechten. Bovendien spoorde de
vakbond blanke spaarders aan massaal op het aanbod in te gaan, zodat het
regerende ANC (Afrikaans Nationaal Congres) zelf blank en zwart moet
sorteren. Aan de beursautoriteiten in New York werd gevraagd het aandeel te
schrappen wegens rassendiscriminatie.

De Zuid-Afrikaanse regering heeft de dreigementen van ‘Solidariteit’ ernstig
genomen. Sivi Gounden, de directeur-generaal van het Ministerie van Openbare
Bedrijven, beklemtoonde onlangs in een vergadering met blanke
vakbondsafgevaardigden dat de beursgang niet discriminerend mocht zijn, en
zeker niet racistisch. Dat leverde hem dan weer scherpe kritiek op van het
zwarte zakenmilieu en de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij (SACP): zij
vonden dat Gounden terugkrabbelde door de korting voor alle gemeenschappen
open te stellen. De directeur-generaal ontkende prompt een akkoord in die
richting te hebben gesloten, waarop ‘Solidariteit’ opnieuw met een
rechtszaak dreigde indien arme blanke gezinnen werden uitgesloten.

Eugene Mokenyane, de hoge ambtenaar van het Ministerie van Openbare
Bedrijven die verantwoordelijk is voor de beursgang van Telkom, trachtte de
discussie te verhelderen: volgens hem was Khulisa niet gebaseerd op ras,
maar wel op ‘historische benadeling’. Alle lage inkomens kunnen van het
aanbod profiteren, maar bij te grote vraag krijgen de ‘historisch
benadeelde gemeenschappen’ voorrang. Het begrip ‘historisch benadeelde
gemeenschappen’ behoort sinds 1994 tot het officiële jargon en omvat de
zwarten, de Indiërs en de kleurlingen, maar ook vrouwen en gehandicapten.

De Telkom-kwestie illustreert de groeiende frustratie bij de blanke
minderheid in Zuid-Afrika - vier miljoen blanken vormen tien procent van de
bevolking. Zij voelen zich het slachtoffer van quota en van de ‘positieve
discriminatie’ zoals die wordt gedefinieerd in de wet van 1999. Ze verplicht
bedrijven met meer dan vijftig werknemers evenveel zwarten als blanken aan
te werven. De werkloosheidscijfers tonen wel aan dat de zwarte gemeenschap
met veertig procent werkloosheid nog steeds veel zwaarder wordt getroffen
dan de blanke, waar slechts zeven procent zonder werk zit. Maar desondanks
raken steeds meer blanken ervan overtuigd dat zij op de arbeidsmarkt
gediscrimineerd worden.

Organisaties als ‘Solidariteit’ drijven op die blanke frustratie, die hoort
bij de neergang van oude machthebbers naar simpele etnische minderheid. Flip
Buys, secretaris-generaal van de vakbond, benadrukt dat de ‘black
empowerment’ de ongelijkheden uit het verleden moet wegwerken, maar geen
nieuwe ongelijkheden mag scheppen. Door de zwarte vakbondscentrale Cosatu
en de zwarte pers wordt ‘Solidariteit’ afgedaan als een blanke lobby, de
erfgenaam van de Mynwerkersunie die collaboreerde met het apartheidsregime
om blanke jobs te vrijwaren.

Dat ‘Solidariteit’ zijn invloed toch kan laten gelden heeft te maken met de
tweespalt in de zwarte gemeenschap over het proces en de resultaten van de
‘black empowerment’. Aan de ene kant heb je de Cosatu en de SACP, twee
historische bondgenoten van het ANC die gruwen van de opkomst van een zwarte
zakelijke ‘haute bourgeoisie’. Aan de andere kant heb je een kleine
opkomende zwarte zakenklasse, die binnen het regerende ANC steeds meer
invloed krijgt. Die laatste groep bepleit inzake empowerment een actievere
regeringspolitiek.