Bogota en Caracas op centimeters van diplomatieke breuk
Humberto Márquez
27 november 2007
Venezuela en Colombia staan op centimeters van een breuk na hun zware conflict over de Colombiaanse rebellenbeweging FARC. Volgens waarnemers is een verdere escalatie bijna niet te vermijden.
Vrienden zijn de linkse Venezolaanse president Hugo Chávez en zijn rechtse collega Álvaro Uribe uit Colombia nooit geweest. Geen twee Zuid-Amerikaanse regeringen zijn ideologisch zo tegengesteld als die van Caracas en Bogotá. De spanningen liepen vorige week woensdag razendsnel op toen Uribe een einde maakte aan een bemiddelingspoging van zijn Venezolaanse ambtgenoot.
Chávez had een humanitair akkoord proberen tot stand te brengen tussen Bogotá en de Colombiaanse FARC-rebellen. De bedoeling was gevangenen van de FARC uit te wisselen tegen gevangen guerrillero’s. Maar Chávez was vorige week dinsdag in Frankrijk gearriveerd zonder een bewijs dat de Frans-Colombiaanse Ingrid Betancourt, de bekendste gevangene van de FARC, nog in leven was. De Venezolaanse president klaagde dat Uribe zijn contacten met de guerrillaleiders saboteerde. Toen Chávez ook nog eens, tegen de afspraken in, een telefoongesprek voerde met de Colombiaanse legerbevelhebber, was de maat vol voor Uribe.
“Een fluim in ons gezicht”, reageerde Chávez meteen. Hij noemde Uribe een “onwaardig president” die niet in het einde van de oorlog geïnteresseerd was en beschuldigde hem van leugens. Hij riep niet alleen zijn ministers maar ook zijn generaals op tot alertheid.
Daarop zei Uribe dat het juist Chávez is die niet in vrede geïnteresseerd is. Voor diens expansionistische politiek is geen plaats in Colombia, voegde hij daaraan toe. “Het kan toch niet dat men dit continent zo mishandelt en opstookt als u doet, door nu eens naar Spanje uit te vallen, dan weer naar Mexico, vervolgens de Verenigde Staten aan te pakken, dan Peru en nu Bolivia.”
Vooral de oproep aan de generaals baart waarnemers zorgen. “De Colombiaanse militairen gaan dat zeer ernstig nemen”, zegt politiek analist Fernando Gerbasi, voormalig ambassadeur van Venezuela in Colombia. “Sinds het begin van de twintigste eeuw is de spanning wellicht nooit zo groot geweest als nu”, zegt Fernando Ochoa, in de jaren negentig minister van Defensie en Buitenlandse Zaken in Caracas. “Er zijn altijd spanningen geweest maar de presidenten hebben zich altijd afzijdig gehouden. Nu spelen ze volop mee en staat de eer en de waardigheid van beide landen op het spel.”
In 1901waren er schermutselingen aan de grens toen de Venezolaanse president een Colombiaanse rebel een handje toestak. In 1987 raakten de gemoederen verhit toen een Colombiaans oorlogsschip in de Golf van Venezuela opdook. “Maar dat was een geleidelijke escalatie”, merkt Fernando Gerbasi op. “Nu gaat het er ineens heel heftig aan toe. Er gaan nieuwe episodes volgen als andere regeringen, zoals die van Brazilië, de volumeknop niet zachter komen draaien”,.
Begin 2005 botsten Chávez en Uribe al eens nadat Colombia een FARC-kopstuk had laten ontvoeren op Venezolaans grondgebied, maar zelfs toen ging het er niet zo heftig aan toe als nu.
“Een zeer ernstige situatie”, zegt de Colombiaanse ex-president Ernesto Samper. “De schuldigen van dit incident zijn de FARC, die hun beloften niet nakwamen”, zegt Rodrigo Pardo, oud-minister van Buitenlandse Zaken in Bogotá. “Men wist dat Chávez als bemiddelaar riskante methodes zou gebruiken, die Uribe vroeg of laat niet zouden bevallen.”
De vrees is groot dat de economie in de klappen deelt. Vorig jaar voerden beide landen voor bijna 2,7 miljard euro handel met elkaar, dit jaar kan dat tot 4 miljard oplopen. Ook het Zuid-Amerikaanse integratieproject, met zijn Unie van Zuid-Amerikaanse Naties (Unasur) en de Benk van het Zuiden, staat op de helling. Een terugkeer van Venezuela naar de Gemeenschap van de Andes (met Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru), is uitgesloten, zegt Fernando Gerbasi.