“Breng Bush voor de rechter”
Julio Godoy en Peter Dhondt
02 februari 2009
Mensenrechtenactivisten in Europa vinden dat de voormalige Amerikaanse president George W. Bush samen met een deel van zijn regeringsploeg voor de rechter moet verschijnen. Ze moeten verantwoording afleggen voor de ontsporingen tijdens de oorlog tegen het terrorisme, klinkt het. Maar de kans blijft klein dat die wens in de vervulling gaat.
Aan bewijzen over schendingen van het international recht door de VS sinds 2001 is er geen gebrek, oordelen experts. Mensenrechtenorganisaties hebben uitvoerige getuigenissen verzameld van gevangenen die gefolterd werden door Amerikaanse bewakers, bijvoorbeeld in Guantánamo. De regering-Bush gaf zelf toe dat ondervragers van de CIA het omstreden waterboarding mochten toepassen, een techniek waarbij de slachtoffers de indruk krijgen te verdrinken. Volgens de vorige Amerikaanse regering was dat geen foltering.
“We hebben alle bewijzen die aantonen dat de foltermethoden die de Amerikanen bij ondervragingen gebruikten, expliciet opgelegd werden door de voormalige minister van Defensie Donald Rumsfeld”, verklaarde Manfred Nowak, de Speciale VN-Rapporteur over Foltering, onlangs in een interview met de Duitse zender ZDF.
Nieuwe poging
Een van de mensenrechtenexperts die Bush voor de rechter willen zien verschijnen is Wolfgang Kaleck, algemeen secretaris van het Europees Centrum voor Mensen- en Grondwettelijke Rechten. Kaleck, een Duitse jurist die onder meer leden van de burgerbeweging uit de voormalige DDR en slachtoffers van Argentijnse dictatuur hielp, diende in 2004 in Duitsland al eens klacht in tegen Rumsfeld, en in 2006 ook tegen CIA-chef George Tenet en hoge Pentagonmedewerkers. Het Duitse gerecht gaf geen gevolg aan die klachten.
Het Amerikaanse gerecht “zal zich moeten buigen over de wandaden van de regering-Bush”, maakt Kaleck zich sterk. “De Amerikaanse regering zal de slachtoffers ook compensatie moeten betalen.” Volgens de jurist is de zaak “een van de meest delicate dossiers” die de huidige Amerikaanse regering op haar bord heeft.
Kaleck krijgt bijval van Dietmar Herz, een professor politicologie van de Universiteit van Erfurt. “George W. Bush is zonder twijfel schuldig aan misdaden als foltering. Volgens de Amerikaanse grondwet is de Amerikaanse president verantwoordelijk voor alle acties die uitgaan van de regering.”
Gelijkheidsbeginsel zoek
De internationale rechtspraak rond oorlogsmisdaden kende zijn ontstaan in Duitsland. In 1945 stonden in Nürnberg de overblijvende kopstukken van het naziregime terecht. Kaleck geeft toe dat sindsdien de meeste oorlogsmisdaden ongestraft bleven. Hij vindt het opvallend dat leiders van Frankrijk, Engeland, Rusland en de VS, de landen die de processen van Nürnberg organiseerden, altijd de dans ontspringen. Niemand moest ooit terechtstaan voor de misdaden die Frankrijk beging in Algerije, de VS in Vietnam en Latijns-Amerika en Rusland in Tsjetsjenië.
Leiders van kleinere landen moeten zich meer zorgen maken. In de jaren 90 kwamen er processen tegen de verantwoordelijken voor de wandaden tijdens Balkanoorlogen, de genocide in Rwanda en de burgeroorlogen in Liberia en Sierra Leone. De opzetting van het Internationaal Strafhof in Den Haag in 2002, dat de daders van misdaden tegen de menselijkheid vervolgt als hun eigen land dat niet doet, schept nog meer mogelijkheden. Maar de VS hebben het statuut van het Internationaal Strafhof nog niet geratificeerd en de regering-Bush begon zelfs een campagne om zoveel mogelijk landen te overhalen in geen geval Amerikaanse onderdanen uit te leveren aan het hof.
Europa
In Europa zijn er de voorbije jaren wel pogingen geweest om mensenrechtenschenders uit andere continenten voor de rechter de slepen. Het Spaanse gerecht heeft onder meer zaken geopend tegen Latijns-Amerikaanse dictators als de Guatemalaan Efraín Ríos Montt en leden van de Argentijnse junta uit de jaren 70 en 80. Ook tegen de Chileense dictator Augusto Pinochet werd vanuit Spanje een internationaal aanhoudingsbevel uitgevaardigd.
Op basis van de Belgische genocidewet diende de Belgische advocaat Jan Fermon in 2003 een klacht in tegen generaal Tommy Franks, toen opperbevelhebber in de oorlog tegen Irak. Dezelfde wet leidde onder meer ook tot klachten tegen Bush, Rumsfeld, Bush senior – voor de bombardementen op Irak in 1991 – en de voormalige Israëlische president Ariel Sharon - voor oorlogsmisdaden in Libanon. Na zware druk uit de VS werd de wet ingeperkt.
In de VS zijn intussen al veel klachten ingediend tegen Rumsfeld. Een Iraakse mensenrechtenorganisatie begon vorig jaar tweehonderd rechtszaken tegen de voormalige defensieminister en de Amerikaanse veiligheidsdiensten voor hun rol bij de marteling van Iraakse burgers. Bewegingen als ‘Arrest Bush’ proberen de Amerikaanse overheid te overtuigen ook de voormalige president in de boeien te slaan voor de oorlogsmisdaden die hij volgens hen heeft begaan.