Burgerstem gesmoord bij Verenigde Naties

De jaarlijkse, twee weken durende VN-bijeenkomst van wereldleiders in september is verboden terrein voor niet-gouvernementele organisaties (ngo’s). De “ground pass” die de VN verstrekt aan ngo’s, is hiervoor niet geldig en activisten mogen zelfs de straat niet oversteken en zich ophouden voor het VN-gebouw.

Dit jaar vormde daarop geen uitzondering. De VN geven “veiligheidsredenen” als verklaring. Het is onmogelijk, stelt de beveiliging, vertegenwoordigers van duizenden burgerorganisaties een plaats te geven tijdens topontmoetingen. De omgeving van het VN-hoofdkantoor wordt op dat soort momenten uit veiligheidsoverwegingen hermetisch afgesloten.

Afgelopen week liepen burgerorganisaties in Bonn tegen hetzelfde probleem aan tijdens de laatste onderhandelingen over de VN-klimaattop in december. De gesprekken, die op 23 oktober werden afgerond, waren een van de laatste mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de details van het cruciale klimaatakkoord dat eind dit jaar in Parijs gesloten moet worden. De ngo’s vrezen ook te worden buitengesloten tijdens deze top in Parijs.

Japan

Burgerorganisaties zullen volwaardige deelname aan de klimaatgesprekken eisen, zegt Gita Parihar, hoofd van de juridische afdeling bij Friends of the Earth in Engeland, Wales en Noord-Ierland. ‘Maar ook als we niet als waarnemer aanwezig mogen zijn in de onderhandelingsruimte, zullen we niet wegblijven.’

Volgens ngo-bronnen was Japan tegen de aanwezigheid van waarnemers van burgerorganisaties in groepen waar de discussie gevoerd werd over de concept-klimaatovereenkomst. 

Op de vraag of secretaris-generaal Ban Ki-moon het betreurt dat burgergroepen afgelopen week in Bonn buiten de deur werden gehouden, zei woordvoerder Farhan Haq dat de VN ‘zich ervan bewust zijn dat er verschillende regels gelden voor verschillende soorten onderhandelingen.’ Tegelijkertijd zegt hij, is de secretaris-generaal er voorstander van burgerorganisaties ‘zoveel toegang te geven als mogelijk is.’ ‘En we hopen dat dat zo blijft, omdat ze een erg belangrijke rol spelen in de bewustwording bij regeringen op het gebied van klimaatverandering.’

Volgens ngo-bronnen was Japan tegen de aanwezigheid van waarnemers van burgerorganisaties in groepen waar de discussie gevoerd werd over de concept-klimaatovereenkomst. Grace Cahill van ActionAid International zegt dat Japan het enige land was dat protesteerde tegen de aanwezigheid van ngo’s. ‘Alom wordt aangenomen dat ze daarbij steun kregen van andere landen, zoals de VS.’

De 134 landen tellende G77, een groep ontwikkelingslanden, en ook China en Mexico waren tegen het Japanse standpunt. Zij wilden transparante en open onderhandelingen. Een woordvoerder van het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken stelde als verklaring dat weinig tijd was voor serieuze onderhandelingen. ‘Elke diplomaat weet dat echte onderhandelingen niet publiekelijk plaatsvinden. Als we waarnemers toelaten, hebben we weer een andere groep nodig voor de echte onderhandelingen. Het is nu niet de tijd voor een show, maar voor echte onderhandelingen.’

Transparantie

‘Burgergroepen moeten present zijn om een open en transparant proces te garanderen, als de wereld werkelijk een eerlijke en ambitieuze klimaatovereenkomst wil’, reageert Yoke Ling, directeur van het Third World Network.

De Verenigde Naties zijn gebaseerd op het idee dat geheime overeenkomsten schadelijk zijn voor de democratie, zegt Anabella Rosemberg, adviseur klimaatbeleid bij de International Trade Union Confederation. ‘Waarnemers’, zegt ze, ‘vragen niet eens om hun legitieme spreekrecht, maar eisen slechts het recht om aanwezig te zijn bij de eerste discussies over het concept van het klimaatakkoord.’

Cahill wijst erop dat het in het verleden vaker is voorkomen dat ngo’s buiten de deur werden gehouden. ‘Dat is ook gebeurd bij COP15 in Kopenhagen, in december 2009. Daar heeft dat grote problemen veroorzaakt.’