Burundi stemt, derde keer, goede keer

Nieuws

Burundi stemt, derde keer, goede keer

Burundi stemt, derde keer, goede keer
Burundi stemt, derde keer, goede keer

Guy Poppe

17 mei 2010

Democratische veranderingen vragen tijd, dat weten ze in Burundi. Meer dan vijf minuten. Vrede willen de Burundezen, geen bittere strijd op het scherp van de snee, gedaan ermee om de gemeenschappen tegen elkaar op te zetten.

Als u dit op maandagochtend leest, ben ik net in Burundi aangekomen. De hele zondag op het vliegtuig gezeten, de tekst zaterdag doorgestuurd. Vrijdag 21 mei zijn er verkiezingen in Burundi, de eerste in een reeks van vijf. In de communes, de heuvels, voor de gemeenteraden zeg maar.
Van de zomer volgen presidents-, kamer- en senaatsverkiezingen. Vijf volle werkdagen besteden de Burundezen aan de uitoefening van hun democratische recht. Geen enkele zanger heeft zijn landgenoten aangespoord om thuis te blijven.
Als een Burundees de kans krijgt om zijn stem uit te brengen, dan schuift hij vóór 6u. ’s ochtends in lange rijen aan. In 1993 en 2005 heb ik ze zien staan, geduldig wachtend. “Je mag dat niet doen, vragen op wie we stemmen,” verweet er me één, “dat is geheim”.
Burundezen beseffen dat je in de stembus het land kunt veranderen. In 1993 verkozen ze Melchior Ndadaye, een Hutu zoals 85% van hen, tot president. Het moest maar eens afgelopen zijn met Tutsi die elkaar staatsgreep na staatsgreep opvolgen. Maar vier maanden later maakten Tutsi-militairen Ndadaye af. In 2005 deden de achtergestelde Hutu 1993 over. Ze verkozen de gewezen rebel Pierre Nkurunziza om vorm te geven aan een nieuw tijdvak dat ze eindelijk kans op een beter leven biedt.
Wie stelt dat democratie een te moeilijke oefening is voor arme, ongeletterde Burundezen en de inzet ervan te hoog om hen zo’n waardevol goed in handen te geven, had die 4e juli 2005 in Burundi moeten zijn. Een meeting in Rukongwa, in het noorden. Jongeren dansen zich in het zweet. Een van hen draagt een T-shirt van David Beckham, een van de omstanders houdt het bij eentje van Royal Antwerp Football Club.
Waarvoor ik niet meer uit durf komen, daarmee pronkt hij. Misschien is het een statement: wij, Hutu, zijn maar tweedeklassers, tweederangsburgers. Van die stempel willen ze af. Waarom ze naar deze meeting van Nkurunziza’s partij af komen zakken, op hem gaan stemmen? Of de antwoorden uit de mond komen van wie er Frans spreekt, zoals onderwijzeres Olive, dan wel of dorpelingen ze verwoorden in hun Kirundi, sécurité is hun hoofdwens. De oorlog moet definitief stoppen. Amahoro, antwoordt Capitorine op mijn vraag wat ze van de nieuwe regering verlangt, vrede. En Nkurunziza is de enige die na een jarenlange oorlog vrede kan garanderen. Vrede willen ze, de Burundezen, geen bittere strijd op het scherp van de snee, gedaan ermee om de gemeenschappen tegen elkaar op te zetten.
Ze werken nu met quota. Niet genoeg Tutsi in het parlement? Ze krijgen enkele volksvertegenwoordigers erbij. Te weinig vrouwen? Idem dito. Te weinig Hutu- legerofficieren? Ze hebben recht op enkelen extra. Sinds vijf jaar werkt dat systeem. Niemand heeft er aan de alarmbel getrokken. Agathon Rwasa, de laatste der Mohikanen, van wie de radicale Hutu-aanhang zich decennialang in de heuvels rond de hoofdstad verscholen heeft, heeft de wapens voor ploegscharen en verkiezingsaffiches ingeruild. Oorlogstaal werkt niet meer. Zonder meer een minderheid, ook al blinkt ze niet uit in tegemoetkomendheid, je wil opleggen brengt geen duurzame oplossing.
Democratie moet nog wortel schieten in Burundi. Te lang heeft een minderheid de lakens uitgedeeld en de meerderheid misprezen en gediscrimineerd, zelfs bij tijd en wijle afgeslacht. Dat goed laten komen vergt politici die ermee ophouden om olie op het vuur te gieten én tijd.
Je tijd nemen, hoe de Burundezen dat aan moeten pakken? De Burundezen kunnen veel van ons leren. Tachtig jaar hebben wij erover gedaan om alvast de mannen elk één stem te geven. Nog eens dertig jaar later mocht ook de meerderheid van de bevolking haar stem uitbrengen. Veranderingen vragen tijd. Dat doe je niet onverwijld, op vijf minuten.