Canadese mijnbouwbedrijven bloed aan de handen?

Nieuws

Canadese mijnbouwbedrijven bloed aan de handen?

Canadese mijnbouwbedrijven bloed aan de handen?
Canadese mijnbouwbedrijven bloed aan de handen?

Leila Lemghalef (IPS)

03 februari 2015

Het Permanent Volkerentribunaal (PPT) heeft in een recent vonnis vijf Canadese mijnbouwbedrijven en de Canadese regering verantwoordelijk gesteld voor mensenrechtenschendingen in Latijns-Amerika. Het pleit nu voor aanscherping van het internationaal recht.

De bedrijven zouden zich onder meer schuldig hebben gemaakt aan schendingen van de arbeidsrechten, milieuverwoesting, ontkennen van het inheemse zelfbeschikkingsrecht en gerichte moorden.

Canada wordt formeel verondersteld in het buitenland dezelfde rechten te respecteren als in eigen land, maar daar slaagt het land niet in, verklaart Gianni Tognoni. Hij is een van de acht rechters die zich over de zaak hebben gebogen, en secretaris-generaal van het Volkerentribunaal sinds zijn oprichting in Bologna, in 1979.

Het 86 pagina’s tellende vonnis meldt dat 75 procent van de mijnbouwbedrijven wereldwijd een hoofdzetel in Canada heeft, en dat Canadese bedrijven naar schatting 50 miljard dollar in de Latijns-Amerikaanse mijnbouw hebben geïnvesteerd, zo’n 50 tot 70 procent van de alle mijnactiviteiten in die regio.

Aanbevelingen

‘Het Permanent Volkerentribunaal heeft niet de jurisdictie om iets af te dwingen, maar dient ter ondersteuning van getroffen gemeenschappen.’

‘Het vonnis toont duidelijk aan dat Canada in het buitenland de schending van fundamentele mensenrechten in de hand werkt,’ zegt Tognoni.

Het Permanent Volkerentribunaal achtte de Canadese mijnsector schuldig tijdens een zitting in Montreal, in december vorig jaar. Het onderzoek loopt nog tot 2016. Het Tribunaal heeft al aanbevelingen gedaan voor de Canadese regering, de bedrijven in kwestie, en internationale instellingen.

De inspanningen van het Tribunaal zijn een werk van lange adem. ‘Het is belangrijk om een oppositiebeweging te organiseren, om een sterke en juridische onderbouw te geven aan politieke en sociale argumenten’, legt de rechter uit.

‘Het moet duidelijk worden dat de strijd voor internationale rechtvaardigheid precies dezelfde is als de strijd voor interne democratie. Want beide zaken zijn steeds meer gelinkt. Er zijn geen landen meer die onafhankelijk zijn van het wereldtoneel.’

‘Het Permanent Volkerentribunaal heeft niet de jurisdictie om iets af te dwingen, maar dient ter ondersteuning van getroffen gemeenschappen en documenteert wangedrag om het debat open te breken en de druk te verhogen’, verklaart Daniel Cayley-Daoust, medeorganisator van de sessie over Canadese mijnbouw in Latijns-Amerika.

‘Onze prioriteit is om meer stem en geloofwaardigheid geven aan iets dat grotendeels genegeerd wordt door mensen met de macht, om verandering mogelijk te maken’, aldus Cayley-Daoust.

VN-Mensenrechtenraad

In 2011 heeft de VN-Mensenrechtenraad een werkgroep opgericht voor de kwestie van mensenrechten en multinationals, een stokpaardje van het Tribunaal. Cayley-Daoust is bezorgd dat de VN in de laatste drie tot vier decennia onder de invloed is gekomen van grote bedrijven.

Rolando Gómez, woordvoerder van de Mensenrechtenraad, ontkent dat bedrijven immuniteit zouden genieten. ‘Er is geen enkele mensenrechtenkwestie in de context van een bedrijf, een stad, een land, een gemeenschap – die aan de aandacht van de Raad ontsnapt.’

‘We merken positieve trends waarbij grote en kleine bedrijven deze kwesties ter harte nemen’, meent Gómez. ‘Of waarden in daden worden omgezet, hangt af van de kwestie en van de bereidheid van staten en beleidsmakers op het terrein’, zegt hij.