Carter en Kissinger werkten aan geheime relaties met Cuba

Nieuws

Carter en Kissinger werkten aan geheime relaties met Cuba

Carter en Kissinger werkten aan geheime relaties met Cuba
Carter en Kissinger werkten aan geheime relaties met Cuba

Roger Hamilton-Martin (IPS)

04 oktober 2014

De VS onderhouden al veertig jaar geheime contacten met het regime in Cuba, ondanks de openlijke vijandschap. Onder president Clinton fungeerde ex-president Carter als bemiddelaar.

Dat blijkt uit een nieuw boek over de relatie tussen de VS en Cuba, ‘Back Channel to Cuba’, dat deze week is uitgekomen in de VS. Daaruit blijkt ook dat buitenlandminister Henry Kissinger pogingen deed tot toenadering, maar na de Cubaanse interventie in Angola juist meer ging voelen voor een ‘afranseling’ van het land.

Het boek is geschreven door Peter Kornbluh, Cuba-expert bij het National Security Archive, en William LeoGrande, een Cuba-specialist aan de American University in Washington, DC. Het boek is een aaneenschakeling van geheime bemiddelaars die heen en weer vlogen tussen beide hoofdsteden, zelfs in tijden van intens conflict.

Boycot

Zelfs na het einde van de Koude Oorlog bleef de openlijke relatie slecht.

Sinds 1960 wordt Cuba geboycot door de VS. Zelfs na het einde van de Koude Oorlog bleef de openlijke relatie slecht. Iedere officiële toenadering wordt afgekeurd door de Cubanen die sinds de revolutie in 1959 naar Amerika, vooral Florida, zijn geëmigreerd.

Maar uit het boek blijkt dat zelfs John F. Kennedy al geheime initiatieven opzette om tot een dialoog te komen. De officiële speeches bleven vol Koude Oorlogsretoriek. Alleen de president en een handjevol mensen wisten van de contacten. Feitelijk is er geen president geweest die niet via bemiddelaars met Cuba heeft gepraat.

Carter

Een van de onthullende feiten is de rol van ex-president Jimmy Carter. In 1994, toen Bill Clinton president was, was er een toestroom van Cubaanse ‘rafters’ die de gevaarlijke overtocht naar Florida waagden. Dit was eerder gebeurd, in 1980, en leidde toen tot de verkiezingsnederlaag van Carter omdat bleek dat Cuba ex-gevangenen en psychiatrisch patiënten naar de VS stuurde.

In 1994 schreef Carter zelf een brief aan Fidel Castro waarin hij voorstelde om samen een oplossing te zoeken, en ‘om te werken aan een toekomstige oplossing voor langetermijnverschillen’. Door zijn steun kwamen de beide regeringen tot een akkoord. Cubanen die de VS zouden bereiken, zouden asiel mogen aanvragen. Via de Cubaanse ambassadeur bij de VN onderhandelde Carter over het aantal immigranten die de VS asiel zou geven.

Ook tijdens zijn presidentschap probeerde Carter al de betrekkingen te normaliseren. De regeringen richtten posten op in de beide hoofdsteden om hun belangen te behartigen. Maar toen de Koude Oorlog intenser werd, nam de speelruimte voor Carter af.

Kissinger

Kissinger was bang dat Cuba ook in andere landen zou interveniëren.

Henry Kissinger, minister van Buitenlandse Zaken onder president Gerald Ford, had al eerder naar een detente gezocht. Hij liet afgevaardigden onderhandelen om te zien ‘of er een gelijke bereidheid aan beide zijden bestaat om de verschillen tussen ons bij te leggen.’

Dit liep spaak door de interventie van Cuba in Angola, dat in 1975 onafhankelijk werd en het toneel werd van een burgeroorlog. Kissinger was woedend, onthult het boek. Volgens hem had het kunnen leiden tot een ‘rassenoorlog’. ‘Ik denk dat we Castro moeten verpletteren’, zei hij tegen president Gerald Ford. ‘Maar we kunnen het waarschijnlijk niet doen voor de verkiezingen [in november 1976].’

Kissinger was bang dat Cuba ook in andere landen zou interveniëren. ‘Als ze naar Namibië of Rodesië gaan, zou ik er voorstander van zijn om ze af te ranseler’, zei Kissinger volgens een transcript van het gesprek. ‘Dat zou een woede losmaken, maar ik denk dat we moeten eisen dat ze uit Afrika vertrekken.’

Kanalen

De diplomatieke achterdeuren tussen beide landen staan centraal in het boek. ‘Presidenten zullen altijd dit soort kanalen gebruiken’, zegt LeoGrande. ‘Diplomatieke kanalen gebruiken zonder er ruchtbaarheid aan te geven is waarschijnlijk noodzakelijk voor het oplossen van complexe diplomatieke problemen.’

De auteurs zijn ervan overtuigd dat er positieve stappen gezet kunnen worden om formele contacten te openen met het eiland. ‘Als we het embargo niet hadden, en de democratiseringsprogramma’s, zouden we een normale en productieve relatie met Cuba kunnen hebben’, aldus LeoGrande.