Cassaveziekte in Congo leidt tot verlamming
Anselm Nkinsi
02 december 2011
Het eenzijdige dieet van veel Congolezen, dat vooral uit cassave bestaat, leidt tot ondervoeding en soms zelfs tot vergiftiging. Verkeerde bereiding kan leiden tot konzo, een verlammingsziekte, al denken veel mensen op het platteland dat er hekserij in het spel is.
“Konzo is een spastische, plotselinge, pijnloze en permanente verlamming van het onderlichaam”, zegt dr. Banea Mayambu, directeur van het Nationale Voedingsprogramma (Pronanut). De ziekte komt vooral voor in het droge seizoen, als de rurale bevolking veel bittere cassave eet die onvoldoende behandeld is. De ziekte brak voor het eerst uit in 1936 en naar schatting zeventigduizend mensen hebben het tot nog toe opgelopen. Het is niet te behandelen, preventie is de enige optie.
Fufu
Volgens dr. Emery Kasongo, hoofd van het konzo-onderzoeksproject van de organisatie “Actie tegen honger” (ACF), wordt maar liefst 60 procent van de totale voedingswaarde in het hele land geleverd door fufu, een cassavepasta.
Cesarine Kuwa, konzo-expert van Pronanut die eerder bij ACF heeft gewerkt, heeft onderzoek gedaan in de provincie Bandundu. Volgens hem is de situatie vooral zorgelijk voor kinderen onder de vijf. “Van de kinderen lijdt 11 procent aan acute ondervoeding, 43 procent aan chronische ondervoeding en 24 procent aan ondergewicht. Dat is het gevolg van onvoldoende calorieën en gebrek aan voedingsstoffen, door eenzijdige, op cassave gebaseerde maaltijden.”
Een van de gevolgen is konzo, mogelijk een gevolg van consumptie van cyanide, oftewel blauwzuur, dat in cassave voorkomt. Vooral bittere cassavesoorten moeten een paar dagen in water worden gelegd om de cyanide eruit te weken. In het regenseizoen is vier dagen genoeg, daarbuiten vijf dagen. Maar uit armoede doen mensen dat vaak korter.
Handel
“Het is allemaal begonnen in 1974, met de bouw van de weg van Kinshasa naar Kikwit, 900 kilometer naar het oosten”, zegt een pastoor in Kikwit, Bernardin Mutombo. Door de handel die op gang kwam werd de vraag naar cassave veel groter, en dus de druk op de dorpelingen om sneller te werken.
“Om konzo tegen te gaan, moet je voedsel eten dat proteïne en andere voedingsstoffen bevat”, zegt Paul Bahati van ACF. “Helaas verkopen boeren die geld nodig hebben hun producten zonder iets voor hun eigen huishouden te bewaren.”
“Door taboes en gewoonten hebben de mannen te veel privileges als het gaat om voedsel”, zegt Kuwa. Zo eten vrouwen en kinderen in sommige gebieden geen vlees, dat noodzakelijke proteïnen bevat. “Daardoor komt konzo vooral voor bij kinderen en vrouwen die de leeftijd hebben om kinderen te krijgen.”
Lokaal heerst het geloof dat konzo wordt veroorzaakt door heksen. “Dat is een groot obstakel voor de strijd tegen de ziekte”, zegt Damien Nahimana, hoofd onderzoek van Pronanut. Uiteindelijk kan er maar een ding worden gedaan om dit soort ziekten te voorkomen, en dat is: de landbouw diversifiëren.