Centraal-Amerika is te afhankelijk van maïs
Danilo Valladares
13 oktober 2011
De Centraal-Amerikaanse landen zijn te afhankelijk van maïs. De komende vier jaar zoeken ze, met Europese steun, naar manieren om de landbouw te diversifiëren.
Het onderzoek, dat de komende vier jaar in El Salvador, Honduras, Nicaragua, Costa Rica, Panama en Guatemala loopt, moet tot vernieuwende technologieën leiden die bruikbaar zijn voor kleine, arme boeren, zegt Diego González van de Costa Ricaanse afdeling van het Inter-Amerikaans Instituut voor Samenwerking in de Landbouw (IICA).
Het IICA coördineert het onderzoek, de Europese Unie financiert het voor een bedrag van 5,6 miljoen euro.
Tomaat, cassave, aardappel en avocado
Het basisingrediënt in de Centraal-Amerikaanse keuken is maïs. Door natuurrampen, zoals de orkanen Mitch (1998) en Stan (2005), en door de hoge maïsprijzen zijn al honderdduizenden gezinnen in de problemen gekomen.
Het IICA-onderzoek wil diversificatie stimuleren, vooral via de teelt van tomaat, cassave, aardappel en avocado. Daarbij moet de kleine boer ook de technologie ter beschikking krijgen om de gevolgen van de klimaatwijziging op te vangen, onder meer via irrigatiesystemen.
Het onderzoek “zal niet het hele voedingsprobleem in Centraal-Amerika oplossen, maar het zal wel een bijdrage leveren op een terrein waar de behoeften van de sector groot zijn en waar de financiering voor de zoektocht naar oplossingen schaars is”, zegt González.
Naar schatting de helft van de 43 miljoen Centraal-Amerikanen leeft in armoede.