Chili wil "blauw goud" beter beschermen

Nieuws

Chili wil "blauw goud" beter beschermen

Daniela Estrada

13 juni 2007

Het water dat wordt vastgehouden in Chili's 1.751 gletsjers is goud waard, maar wordt nauwelijks beschermd tegen de impact van de mijnindustrie. De Chileense volksvertegenwoordigers willen daar iets aan doen, maar stuiten op weerstand van de mijnbouwlobby.

De Chileense ijsmassa’s bestrijken een oppervlakte van 16.860 vierkante kilometer, 65 procent van al het ijs dat de Andes en de zuidpunt van Zuid-Amerika bedekt. Ongeveer 5.000 vierkante kilometer zijn nog zo goed als onbetreden gebied. Volgens het Global Water Partnership zit 77 procent van ‘s werelds zoetwaterreserve vast op en rond de polen, 28 procent daarvan op het grondgebied van Latijns-Amerika.
De gletsjers zijn van cruciaal belang voor de landbouw en voor de energiewinning. In droge jaren zorgt het smeltwater van de gletsjers voor 60 procent van het volume in de rivieren. In 2000 bleek uit een onderzoek van de Universiteit van Chili dat 87 van 100 bestudeerde gletsjers aan het krimpen waren door het broeikaseffect, dat op zijn beurt voor een stuk te wijten is aan menselijke activiteiten en het gebruik van fossiele brandstoffen.
Het klimaat is niet de enige boosdoener. In het noorden van Chili worden de gletsjers bedreigd door grote mijnbouwbedrijven, die wegen aanleggen en ijsvelden verwijderen. Een bekend voorbeeld is dat van de goudmijn van Pascua Lama op de grens tussen Argentinië en Chili, die eigendom is van de Canadese Barrick Gold Corporation.
“In de eerst milieueffectenstudie die in opdracht van Barrick werd gemaakt, werden drie gletsjers in de omgeving van de mijn gewoon niet vermeld”, herinnert zich de ecologiste Sara Larraín van het Programma voor een Duurzaam Chili. “Pas na klachten van milieuorganisaties en lokale bewoners kwam er een tweede rapport waarop de drie gletsjers weer opdoken”. De ijsmassa’s leveren irrigatiewater aan 70.000 kleine boeren in de vallei van de Huasco in de noordelijke regio Atacama.
Het project kreeg uiteindelijk groen licht in 2006, op voorwaarde dat aan het ijs niet zou worden geraakt. Het Chileense Directoraat voor het Water moest intussen vaststellen dat er bij de voorbereidende werken al flinke stukken gletsjer zijn verdwenen.
Het voorval was de aanleiding voor vijf senatoren van meerderheid en oppositie om een wetsvoorstel ter bescherming van de gletsjers in de dienen. De tekst legt vast welke activiteiten zijn toegestaan in de buurt van de gletsjers. Verder willen de senatoren een nationale raad op richten, met vertegenwoordigers van de overheid en de privé-wereld, om de gezondheid van de gletsjers nauwgezet op te volgen.
De Nationale Mijnmaatschappij vindt dat de bestaande milieuwetten afdoende bescherming bieden en stelt een benadering geval per geval voor. Volgens Larrain komt het meeste verzet van de Nationale Kopermaatschappij, een Chileens staatsbedrijf dat voor een groot stuk van het staatsinkomen zorgt en er ook van wordt beschuldigd gletsjers te beschadigen.
De directeur van het Latijns-Amerikaanse Observatorium voor Milieugeschillen, Lucio Cuanca vreest dat het wetsvoorstel onder politieke druk uiteindelijk zal worden afgezwakt, met als resultaat een “slechte wet die de vernietiging van Chileense gletsjers legaliseert”.