Chinese windmolens halen kerncentrales in
20 februari 2013
In 2012 is in China voor het eerst meer energie geproduceerd door windmolens dan door kerncentrales. Windenergie groeit met een duizelingwekkende 80 procent per jaar in het land, terwijl er steeds minder nieuwe kerncentrales worden gebouwd.
Begin 2011 had China in totaal voor 10.200 megawatt aan geïnstalleerde capaciteit, en de Chinese overheid zette volop in op nieuwe kerncentrales. Er waren 29 nieuwe reactoren gepland of in aanbouw, goed voor nog eens 28.000 megawatt, en de overheid droomde van 40.000 megawatt tegen 2015.
Maar in maart 2011 gebeurde de kernramp in het Japanse Fukushima, en de Chinese overheid besloot nieuwe goedkeuringen op te schorten en bestaande projecten grondig te controleren. Pas in oktober 2012 werd het moratorium op nieuwe vergunningen opgeheven, maar meteen ook besloten dat enkel meer geavanceerde centrales van de derde generatie een goedkeuring konden krijgen.
Snelle groei
In 2011 en 2012 werden in het hele land daardoor maar vier reactoren aangesloten, met een gecombineerde capaciteit van 2.600 megawatt, waardoor de totale capaciteit afklokt op 12.800 megawatt.
Het officiële doel van 40.000 megawatt tegen 2015 blijft gehandhaafd, maar het lijkt steeds minder waarschijnlijk dat dat doel gehaald wordt.
De vooruitzichten voor windenergie zijn een stuk veelbelovender. Tijdens 2011 en 2012 werd voor meer dan 19.000 megawatt aan nieuwe windmolenparken aangesloten op het net. Naar verwachting zal er dit jaar nog eens 19.000 megawatt aangesloten worden.
De officiële Chinese doelstelling van 100.000 megawatt aan windenergie tegen 2015 lijkt daarmee een makkelijk haalbare kaart. De Chinese Associatie voor Hernieuwbare Energie (CREIA) ziet de capaciteit zelfs groeien tot meer dan 200.000 megawatt tegen 2020. Nu al zijn er zes megaprojecten opgestart, die samen 138.000 megawatt voor hun rekening nemen.