Christenen en Palestijnen lopen storm voor 'The Passion of the Christ'

De meeste Iraëlische joden zijn net als hun geloofsgenoten in andere delen van de wereld niet te spreken over de film. Ze vinden dat de prent de joden de schuld geeft van de dood van Jezus. In de film verzet Pontius Pilatus zich tegen de kruisiging van Jezus, terwijl de joodse tempelpriesters erom vragen. Maar ondanks vragen in de Knesset werd de film niet verboden in Israël. Vertoond wordt hij nog niet: het bedrijf dat de distributierechten voor Israël kan krijgen, heeft daar tot dusverre geen gebruik van gemaakt. Volgens de uitbater van een filmzaal vormt de hoge kostprijs als gevolg van het internationale succes een probleem.

In Jeruzalem hebben vele winkeltjes in de oude stad wel al illegale kopieën in voorraad, een versie met Hebreeuwse ondertitels en een andere met een Arabische vertaling. Een wijdverspreid gerucht zegt dat de verrijzenisscène weggeknipt is uit Israëlische versie, maar dat klopt niet. Winkeliers zeggen dat geen enkele andere film beter loopt.

In Gaza lijken veel Palestijnen te hopen dat de film anti-Israëlische gevoelens zal aanwakkeren. De Palestijnse leider Yasser Arafat bekeek de film onlangs bij hem thuis in Ramallah, en vond hem historisch en indrukwekkend. Een van zijn medewerkers vergeleek het lijden van Christus met de huidige situatie van de Palestijnen.

Zo’n tweehonderd mensen zagen de ‘Passion’ onlangs voor vijf dollar per persoon in het East Jerusalem Hotel. De vertoning werd georganiseerd door de Maronitisch-christelijke Kerk, die in Israël zelf niet aan een bruikbare kopie kon komen en een Amerikaanse priester een illegale kopie liet opsturen. De organisatoren, die hun naam niet willen gepubliceerd zien, zeggen dat het hun er vooral om te doen was geld in te zamelen voor hun jaarlijkse Paasactie. De zaakvoerder van het hotel gelooft dat de meeste mensen overdonderd worden door het verhaal en de aangrijpende scènes tussen Jezus en zijn moeder, en niet buitenkomen met het idee dat de joden slecht zijn.