Colombiaanse regering: 'Vredesproces zit muurvast'
Constanza Vieira (IPS)
06 juli 2015
Volgens de Colombiaanse regering zit het vredesproces muurvast. 'Het is er sinds het begin van de gesprekken nog nooit zo slecht aan toe geweest.'
‘We moeten eerlijk zijn en de Colombianen duidelijk maken dat het vredesproces er sinds het begin van de gesprekken nog nooit zo slecht aan toe geweest is’, zei Humberto De la Calle in een recent interview dat gisteren door de regering werd vrijgegeven.
De la Calle, die vicepremier was van 1994 tot 1996, is de hoofdonderhandelaar voor de regering.
Gesprekken in Havana
‘Het is mogelijk dat we elkaar op een dag niet meer aan de tafel zien.’
De regering voert al sinds oktober 2012 gesprekken met de linkse FARC-rebellen om een einde te maken aan de vijftig jaar oude burgeroorlog. Die vinden plaats in het Cubaanse Havana.
‘Ik zeg de FARC duidelijk: ‘Het kan afgelopen zijn, het is goed mogelijk dat we elkaar op een dag niet meer aan de tafel in Havana zien’, aldus De la Calle.
Geen gestreepte pyjama
De blokkering heeft goeddeels te maken met de voorwaarden voor een bilateraal staakt-het-vuren, zegt de regeringsonderhandelaar. ‘De FARC moet verantwoording afleggen voor haar daden. De staat ook natuurlijk.’
Een bilateraal staakt-het-vuren kan alleen als de verantwoordelijken voor de oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid van de FARC een tijdlang in de cel moeten, stelt hij nadrukkelijk. Al zal deze opsluiting ‘in waardige omstandigheden gebeuren, zonder tralies of gestreepte pyjama’s.’
Onderzoek naar extreemrechts
De FARC-onderhandelaars ‘hebben gezegd dat ze een justitiesysteem willen aanvaarden dat die componenten bevat’, zegt De la Calle. Als dit klopt, is niet duidelijk wat de oorzaak van de huidige crisis precies is.
Bovendien kondigde de justitie in februari een onderzoek aan naar meer dan 14.000 zakenmensen, grootgrondbezitters, politici en militairen die bij extreemrechtse paramilitaire organisaties betrokken waren.
Ongeveer in dezelfde periode stelde voormalig president César Gaviria (1990-1994) voor hen strafkwijtschelding te geven als ze hun misdaden zouden erkennen, vergiffenis zouden vragen en de slachtoffers zouden vergoeden.
Laatste rechte lijn
‘Het geduld van de Colombianen raakt op’, zegt De la Calle in het interview. ‘Het gevaar is reëel.’ Toch gelooft hij nog in een akkoord, ‘want we zitten in de laatste rechte lijn van de fundamentele thema’s.’
De onderhandelaars zijn nu bezig aan de achtendertigste ronde van vergaderingen. Over drie van de zes hoofdpunten is er een deelakkoord. Maar er is pas een akkoord als over alles een akkoord is.
Er zijn deelakkoorden over landbouwhervormingen, democratische hervormingen en de vervanging van gewassen die voor drugs worden gekweekt. Liggen onder meer nog op tafel: de vergoeding van de vele slachtoffers, de bestraffing van oorlogsmisdaden, de ontwapening en het toezicht op de uitvoering van het akkoord.
Militaire oplossing
De onderhandelingen vinden plaats terwijl het conflict nog bezig is. Een clausule bepaalt dat niets van wat er op het terrein gebeurt, gevolgen mag hebben voor de gesprekken. Maar dat lijkt vergeten te zijn.
De vijandigheden nemen toe. Er vallen steeds meer doden. De roep om het conflict militair op te lossen neemt weer toe.
De roep om het conflict militair op te lossen neemt weer toe.
Volgens De la Calle is de bevolking sceptischer dan ooit over de onderhandelingen. Hij verwijst naar een opiniepeiling van Gallup die op 30 juni werd gepresenteerd. Die toont een verdeeld land: de ene helft vindt dat dialoog moet voortgaan tot er een akkoord is, de andere helft dat het leger de FARC moet verslaan.
Maar het is niet de eerste keer dat bevolking zo sceptisch is. Ook in 2003, 2004, 2010 en 2011 lagen de verhoudingen zo. Maar in andere jaren koos de meerderheid voor een politieke oplossing.