Costa Rica heeft nog altijd fossiele brandstoffen nodig

Nieuws

Costa Rica heeft nog altijd fossiele brandstoffen nodig

Costa Rica heeft nog altijd fossiele brandstoffen nodig
Costa Rica heeft nog altijd fossiele brandstoffen nodig

Diego Arguedas Ortiz (IPS)

30 april 2015

Costa Rica mag dan wel 75 dagen zonder olie of steenkool gedraaid hebben, het heeft nog altijd veel fossiele brandstoffen nodig. Vorig jaar gaf het daar zelfs een recordbedrag aan uit.

Costa Rica kondigde deze maand aan dat 97 procent van zijn energie dit jaar van hernieuwbare bronnen zou komen. En vorige maand haalde het land het wereldnieuws met de melding dat het de eerste 75 dagen van het jaar niet 1 liter olie of 1 kilogram steenkool nodig had gehad om elektriciteit te produceren.

Aanvulling

Maar het land met 4,5 miljoen inwoners is nog altijd afhankelijk van fossiele brandstoffen, nuanceert Javier Orozco, topman bij het Costa Ricaanse Instituut voor Elektriciteit (ICE), een overheidsinstelling. ‘We gebruiken de thermische energie als aanvulling omdat de hernieuwbare energie van het weer afhankelijk is: we kunnen niet garanderen dat er altijd wind of water zal zijn.’

Het is wel de bedoeling dat de thermische centrales het grootste deel van het jaar stilliggen, zegt Orozco. Maar dat lukt niet altijd. 2014 was een droog jaar. Het land moest toen een recordbedrag aan fossiele brandstoffen uitgeven; olie en steenkool leverden vorig jaar 10 procent van de elektriciteit.

De hoge oliefactuur van vorig jaar was een gevolg van het weerfenomeen El Niño. Dat veroorzaakte in Centraal-Amerika een van de zwaarste droogteperiodes van de laatste vijftig jaar.

Geothermie

Midden vorige eeuw koos Costa Rica voor een energiemodel dat zwaar op waterkracht steunde. Geleidelijk nam het aandeel van waterkracht af, tot 63 procent vorig jaar. In de plaats kwamen geothermische (15 procent) en windenergie (7 procent).

Door de klimaatverandering verkent Costa Rica nu de grenzen van hernieuwbare-energiebronnen.

Door de klimaatverandering verkent Costa Rica nu de grenzen van hernieuwbare-energiebronnen. Het wil nog meer uit geothermie halen. Dat kan vooral bij de vulkanen in het noordwesten van het land. Ingenieurs perfectioneren de technologie om aardwarmte in elektriciteit om te zetten.

‘We plannen de bouw van een nieuwe geothermische centrale, Pailas II, en zijn bezig met een haalbaarheidsstudie voor een ander terrein. Geothermie is belangrijk omdat het niet van weersveranderingen afhankelijk is. Het is een constante bron.’

Natuurparken zijn obstakel

De bestaande geothermische centrales, Pailas I en Miralles, leveren respectievelijk 35 en 165 megawatt. Pailas II moet daar 50 megawatt aan toevoegen. Het potentieel voor geothermie in Costa Rica is 865 megawatt, berekende het ICE.

Het nadeel van deze bron is dat het grootste deel van dat potentieel zich in nationale parken bevindt. Daar is dit soort ontginning niet toegestaan.

Voormalig energieminister René Castro (2011-2014) vindt dat Costa Rica de wetgeving daarom moet versoepelen. Als compensatie stelt hij voor elders een dubbel zo grote oppervlakte natuurgebied te creëren. ‘Als geothermie 50 hectare in nationale parken nodig heeft, dan moet er op een andere plaats 100 hectare bijkomen met dezelfde ecologische waarde.’

Castro vraagt ook dat de privésector wordt toegestaan om elektriciteit te maken met biomassa uit afval van ananas, banaan of hout. Die stroom kunnen de bedrijven dan aan het ICE verkopen.
Private operatoren leveren nu 14,5 procent van de Costa Ricaanse elektriciteit. Er zijn wettelijke beperkingen om dat aandeel uit te breiden.

Transport

Met zijn schone stroom mag Costa Rica dan wel scoren, het transport blijft de zwakke schakel in zijn energieverhaal. ‘De transportsector is de grootste verbruiker van energie en verantwoordelijk voor 67 procent van de uitstoot van broeikasgassen in het land’, zegt huidig milieuminister Édgar Gutiérrez.

De regering geeft daarom voorrang aan de zoektocht naar een alternatief. Zo werkt voormalig astronaut Franklin Chang in een laboratorium in Guancaste, in het westen van het land, aan een transportsysteem met waterstof.

‘Niet de elektriciteit is het probleem maar het transport.’

‘Niet de elektriciteit is het probleem maar het transport’, zegt hij. ‘Daar is het dat we ons moeten losmaken van petroleum en een eigen brandstof moeten maken, met technologie op basis van waterstof.’

Zijn lab werkt samen met staatsoliebedrijf Recope aan een proefproject met auto’s op waterstof, een project waarin 2 miljoen euro is geïnvesteerd.

In oktober kondigde zijn bedrijf, Ad Astra, aan dat het klaar was om de laatste fase te starten. ‘We gingen een klein ecosysteem van auto’s op waterstof opzetten’, zegt Chang. Maar dat ging niet door omdat Recope wettelijk gezien niet met deze nieuwe energiebron aan de slag mag.

Het parlement zoekt nu naar een oplossing. Zolang ligt het proefproject stil.