Cubaanse boeren mogen zelf materiaal aankopen

Nieuws

Cubaanse boeren mogen zelf materiaal aankopen

Patricia Grogg

21 maart 2008

In alle discretie worden op het Cubaanse platteland winkels geopend waar boeren zelf werktuigen, meststoffen, hekwerk en irrigatiemateriaal kunnen kopen. Waarnemers vragen zich af of dit een van de beloofde hervormingen is waarmee de nieuwe leider Raúl Castro de landbouw nieuw leven wil inblazen.

“De vrije verkoop van landbouwmateriaal is een structurele verandering”, zegt een anonieme expert die vaststelt dat er overal in het land winkels worden geopend waar boeren zelf hun investeringsgoederen kunnen gaan kopen. Ze kunnen er alleen betalen met convertibele peso’s, ook wel ‘chavitos’ genaamd. Die convertibele peso is 1,25 dollar en 25 gewone Cubaanse peso waard. De munt wordt gebruikt in de Cubaanse toeristische sector als betaalmiddel in zogenaamde “dollarwinkels” en ligt buiten het bereik van de gewone Cubaan, behalve als die geld krijgt toegestuurd van familieleden in de VS.
“De maatregel brengt ons verder weg van het bestaande systeem, waarbij de verdeling van investeringsgoederen gecentraliseerd verloopt, onder controle van de staat”, zegt de expert. “Het is de bedoeling de boeren meer verantwoordelijkheid te geven voor het productieniveau dat ze bereiken. De veranderingen worden discreet en geleidelijk ingevoerd, zonder er ruchtbaarheid aan te geven in de pers.”
Ruben Torres, een kleine boer uit Santa Villa Clara, 268 kilometer van de hoofdstad Havana, zegt aan de telefoon dat hij nog niet van de nieuwe mogelijkheid heeft gehoord. Wel hoorde hij van lokale ambtenaren van het ministerie van Landbouw dat ze bureaucratische hinderpalen voor een productieverhoging uit de weg zouden ruimen. “De velden kunnen niet wachten,” zegt Torres. “Daarom is het belangrijk dat we snel kunnen krijgen wat we nodig hebben, zonder rompslomp.”
Hoge verwachtingen
Volgens officiële cijfers geeft Cuba een miljard dollar per jaar uit aan de import van essentiële voedingsmiddelen, die door middel van rantsoenbonnen heel goedkoop worden verdeeld onder de Cubaanse bevolking. Toen hij nog interim-president was, zei Raul Castro in een intussen beroemd geworden toespraak in juli 2007 dat het van essentieel belang was om de landbouw productiever te maken. Toen hij op 24 februari in de voetsporen van zijn broer Fidel trad, zei Raul dat sommige beperkende maatregelen “meer kwaad dan goed doen” en “in de volgende weken” zouden worden afgeschaft.
Zijn uitspraken veroorzaakten een stroom van speculaties over welke veranderingen er precies op til zouden zijn. Eerder werd bekend dat de Cubanen binnenkort zelf computers, microgolfovens en andere elektronische consumptiegoederen mogen kopen. Een werknemer van de staatselektronicawinkel CIMEX bevestigt: “Het zit eraan te komen, we weten alleen niet wanneer. Misschien binnen enkele maanden.”
Volgens een memorandum dat door buitenlandse journalisten in Cuba wordt omschreven als een “intern regeringsdocument” zou in een eerste fase de verkoop van onder meer computers, televisieschermen, snelkookpannen, microgolfovens en autoalarmen worden vrijgegeven. Dat zou aanvankelijk gebeuren in drie CIMEX-winkels in de buurt van de hoofdstad. Ook deze goederen moeten worden betaald in de aan de dollar gekoppelde convertibele peso, die de gewone Cubanen moeilijk kunnen bemachtigen.
Volgens waarnemers heeft de liberalisering van de elektronicaverkoop vooral een psychologisch effect. “Ik heb helemaal geen ‘chavitos’ om die dingen te kopen, maar het is leuk om te weten dat ik het ooit misschien zou kunnen doen”, zegt studente Maribel Cuesta.