DDT-blootstelling treft volgende generatie
IPS
18 juni 2015
Een halve eeuw nadat DDT verboden werd, blijft de onkruidverdelger slachtoffers maken. Dochters van vrouwen die tijdens de zwangerschap zijn blootgesteld, lopen vier keer meer kans op borstkanker.
Dochters van moeders die een verhoogde concentratie DDT in het bloed hadden, lopen vier keer zoveel kans op borstkanker, onafhankelijk van de medische voorgeschiedenis van de moeder.
Otis historisch archief (CC by 2.0)
Al in de jaren zeventig werd duidelijk dat het grootschalige gebruik van het bestrijdingsmiddel DDT gepaard ging met geboorteafwijkingen, miskramen en vruchtbaarheidsproblemen. Ook een link met kanker werd vermoed, maar een grootschalige literatuurstudie kwam vorig jaar nog tot de conclusie dat er geen significant verband kon aangetoond worden.
Tenminste, niet met de generatie die werd blootgesteld, blijkt nu. Amerikaanse wetenschappers spoorden de 9300 dochters op van vrouwen die tussen 1959 en 1967 hadden deelgenomen aan een grootschalige studie naar DDT-blootstelling in California. Elk van de onderzochte vrouwen vertoonde toen sporen van de stof in het bloed.
Uit het onderzoek blijkt dat dochters van moeders die een verhoogde concentratie DDT in het bloed hadden, vier keer zoveel kans lopen op borstkanker, onafhankelijk van de medische voorgeschiedenis van de moeder.
Oestrogeen
Opvallend is dat het bij 83 procent van de getroffen dochters om oestrogeen-receptor positieve borstkanker ging. De wetenschappers vermoeden ook daar een link, omdat uit eerdere studies is gebleken hoe DDT interfereert met de oestrogeen-huishouding.
‘Deze studie, die een periode van 54 jaar overspant, is het eerste directe bewijs dat de chemische blootstelling van zwangere vrouwen levenslange consequenties kan hebben voor het borstkankerrisico bij hun dochters’, zegt medeauteur Barbara A. Cohn van het Public Health Institute in Berkeley. ‘Chemicaliën worden er al langer van verdacht borstkanker te veroorzaken, maar tot nog toe waren er weinig studies bij mensen die dat hard konden maken.’
De wetenschappers willen vooral pleiten voor onderzoek naar andere verdachte chemicaliën die de foetus in utero kunnen bedreigen. ‘Deze studie breekt een lans voor de nadruk op de opsporing van oorzaken van borstkanker in de baarmoeder’, zegt Cohn. ‘Onze bevindingen zouden moeten leiden tot meer klinische studies naar de preventie, snelle detectie en behandeling van borstkanker bij vrouwen die mogelijk blootgesteld zijn in de baarmoeder.’
De studie verscheen in het Journal of Clinical Endocrinology and Metabolism.