De 5 snelst achterhaalde uitspraken van 2015

Nieuws

De 5 snelst achterhaalde uitspraken van 2015

De 5 snelst achterhaalde uitspraken van 2015
De 5 snelst achterhaalde uitspraken van 2015

In sommige gevallen getuigt het van moed om op je uitspraken terug te komen. In andere gevallen is het gewoonweg pijnlijk. Oordeel zelf.

1. ‘De politiek kan het dreigingsniveau verhogen’

Nadat het Belgische gerecht begin 2015 een terreurplot verijdelde in Verviers, kondigde de regering-Michel op 17 januari twaalf maatregelen aan in de strijd tegen radicalisme en terrorisme. Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) gaf toelichting bij de tiende maatregel, de oprichting van een Nationale Veiligheidsraad. Die kwam in de plaats van het Ministerieel Comité voor Inlichtingen en Veiligheid, de politieke aansturing van de inlichtingendiensten.

‘Onder bijzondere omstandigheden is het de Nationale Veiligheidsraad die het dreigingsniveau aangereikt door het OCAD kan verhogen. Dat wordt een politieke beslissing’, aldus Jambon. In regeringskringen valt te horen dat die maatregel al enkele dagen na de afkondiging in vraag werd gesteld. Een kwestie van voortschrijdend inzicht, zo klinkt het. Ook in het parlementaire debat over de twaalf maatregelen werd het idee om politici te laten beslissen over het dreigingsniveau bekritiseerd.

Toen het OCAD tien maanden later, in de nasleep van de aanslagen in Parijs, besliste om het dreigingsniveau voor het Brusselse gewest te verhogen van drie (‘mogelijk en waarschijnlijk’) naar vier (‘ernstig en zeer nabij’), klonk het unisono dat niet politici maar experts die stap hadden gezet.

Patrick Willemarck CC BY NC 2.0

Brussels Lockdown: verlaten pleinen en straten.

Patrick Willemarck CC BY NC 2.0​

‘Toen we op vrijdag 20 november ‘s avonds die beslissing namen, gebeurde dat volledig onderbouwd op basis van klaar en duidelijke elementen, ons aangereikt door de steundiensten’, zei OCAD-directeur André Vandoren daarover in zijn afscheidsinterview op MO.be. ‘Toen we de woensdag daarop het dreigingsiveau terugbrachten naar niveau 3, was dat nadat politie, Staatsveiligheid en militaire inlichtingendienst lieten weten dat er géén imminente dreiging meer was.’

De methodologie waarmee het OCAD het dreigingsniveau bepaalt, wordt momenteel geüpdated en verfijnd in samenwerking met de Federale Overheidsdienst Personeel & Organisatie.

2. ‘Er is een Belgisch klimaatakkoord’

Met de hete adem van de nakende VN-Klimaattop in de nek en na liefst zes jaar onderhandelen in opeenvolgende regeringen pakten vier Belgische ministers op 25 oktober 2015 uit met een ontwerp-akkoord over de verdeling van de Belgische klimaatinspanningen. Daarin stonden onder meer afspraken over de inspanningen die de federale overheid en de drie gewesten moesten doen om de uitstoot van CO2 terug te dringen, en over het percentage hernieuwbare energie dat ze tegen 2020 moesten realiseren.

Vooraleer ze met het akkoord op zak naar Parijs konden trekken, moesten ministers Marie-Christine Marghem (federaal, MR), Joke Schauvliege (Vlaanderen, CD&V), Paul Furlan (Wallonië, PS) en Céline Fremault (Brussel, CDH) echter nog groen licht krijgen van hun eigen regeringen. En daar liep het mis.

De N-VA berekende dat het ontwerp-akkoord nadelig was voor Vlaanderen en ook premier Charles Michel bekritiseerde het compromis, dat “zijn” minister Marghem mee had onderhandeld, omdat de federale toezeggingen inzake hernieuwbare energie niet realistisch zouden zijn. Gevolg: België moest op 30 november met lege handen naar de VN-Klimaattop in Parijs. Het leverde ons land de Fossiel van de Dag op, een “prijs” van non-profitkoepel Climate Action Network uitgereikt aan een land dat de klimaatonderhandelingen in de weg staat.

Takver CC BY SA 2.0

‘And the winner is… Belgium!’

Takver CC BY SA 2.0​

Pas op 4 december, weliswaar nog voor het einde van de belangrijke klimaattop, konden de Belgische klimaatministers echt naar buiten treden met een klimaatakkoord. In vergelijking met het eerder afgeketste ontwerp-akkoord werden onder meer bepalingen over het Vlaamse ambitieniveau inzake hernieuwbare energie en over inkomsten uit emissierechten bijgestuurd.

Het akkoord slaat op de Belgische klimaatdoelstellingen tegen 2020. Benieuwd of de onderhandelingen over de doelstellingen tegen 2030 opnieuw zes jaar zullen aanslepen.

3. ‘FM Brussel zal verdwijnen’

Het nieuws sloeg op 9 juni 2015 in als een bom op het Brusselse Flageyplein: de personeelsleden van de Brusselse stadsradio FM Brussel kregen te horen dat hun zender nog diezelfde maand uit de ether zou gaan. Volgens ceo Michel Tubbax van de vzw Vlaams-Brusselse Media –waar FM Brussel samen met TV Brussel, Brussel Deze Week en brusselsnieuws.be onder valt– was de beslissing nodig om de vzw ‘future proof’ te maken. Het personeel reageerde ontzet en eiste het ontslag van Tubbax als ceo.

Opmerkelijk is dat de Vlaamse ministers Pascal Smet (sp.a) noch Sven Gatz (Open VLD) zich tegen het opdoeken van FM Brussel hadden verzet. Gezien FM Brussel gesubsidieerd wordt door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel, was hun stem nochtans niet onbelangrijk in de discussie.

Nikeli De Ceuninck CC BY NC 2.0

De redactie van FM Brussel.

Nikeli De Ceuninck CC BY NC 2.0​

Meteen stak op sociale media, nationale media én in het Vlaams parlement een storm van protest op. FM Brussel, kweekvijver van jong talent en een sterk merk onder Vlamingen in de hoofdstad, bleek op heel wat aanhang te kunnen rekenen. Na twee dagen van protest organiseerden Smet en Gatz samen een persconferentie in de Beursschouwburg. Ze vroegen de raad van bestuur van de Vlaams Brusselse Media om te onderzoeken of FM Brussel toch niet kon blijven bestaan. ‘We hebben naar het protest geluisterd’, klonk het. ‘De bocht van twee ministers’, titelde De Standaard.

Een paar dagen later al werd Tubbax door zijn raad van bestuur aan de kant geschoven als ceo van de Vlaams-Brusselse Media. En eind juli kregen de werknemers op een personeelsvergadering te horen dat FM Brussel alsnog zal blijven bestaan. De Vlaams-Brusselse Media gaan vanaf 2016 door het leven als Bruzz.

4. ‘Fietsen op de stoep is een van de belangrijkste oorzaken van verkeersongevallen’

De Meer Veilig Verkeer-campagne van de stad Antwerpen was niet bepaald een schoolvoorbeeld van geslaagde communicatie. ‘Ben jij een ik-rijd-het-liefst-in-de-juiste-richting-fietser?’ Met duizenden gelijkaardige bordjes aan Antwerpse verkeerslichten werd de verkeersveiligheidscampagne eind augustus gelanceerd, tot grote ergernis van Antwerpse fietsers, die zich geviseerd voelden door de teneur.

screenager_be CC BY SA 2.0

screenager_be CC BY SA 2.0​

Toen de stad Antwerpen op 10 september op haar Facebook-pagina verdere toelichting gaf, was het hek helemaal van de dam. ‘Dit zijn de vier belangrijkste oorzaken van verkeersongevallen in Antwerpen,’ klonk het in het gewraakte Facebookbericht: ‘Te snel rijden; rood licht negeren; op het voetpad fietsen; tegen de rijrichting fietsen op het fietspad’.

Al snel moest politiewoordvoerder Sven Lommaert toegeven dat een belangrijke nuance over het hoofd was gezien bij die opsomming. Het ging daarbij niet om de vier belangrijkste oorzaken van ongevallen op zich, maar wel van ongevallen waarbij zwakke weggebruikers het slachtoffer zijn. Bij de ongevallen tout court prijkten onder meer ‘rijden onder invloed van drugs of alcohol’ en ‘overdreven snelheid’ bovenaan op het lijstje met oorzaken. Koning auto bleek dus eens te meer de boosdoener –niét de fiets.

De communicatieblunder werd nog pijnlijker toen de stad Antwerpen de achterliggende politiecijfers vrijgaf. Bleek dat in de periode 2012-2014 zes voetgangers het slachtoffer waren van een fietser op de stoep en dertien voetgangers van een fietser die in tegenovergestelde richting reed.

Tijdens de daaropvolgende gemeenteraad kreeg de Antwerpse burgemeester Bart De Wever (N-VA) fel kritiek van de oppositie. De Wever erkende dat het verkeerd was gelopen met de interpretatie en communicatie van de cijfers. ‘Toch blijven we achter de campagne staan’, aldus de Antwerpse burgemeester. ‘Het mag geen taboe zijn om in een campagne iedereen op zijn verantwoordelijkheid te wijzen.’

5. ‘Mijn schorsing moet opgeheven worden’

‘Het onderzoek moet nu worden gesloten en mijn schorsing moet ook opgeheven worden.’ Dat liet Sepp Blatter (79), afscheidnemend voorzitter van de Wereldvoetbalbond FIFA, op 17 december optekenen in een persbericht. De Zwitser was net acht uur lang ondervraagd door de Ethische Commissie van de FIFA –nota bene nog ooit door Blatter himself opgericht.

Global Panorama CC BY SA 2.0

Global Panorama CC BY SA 2.0​

Blatter, die sinds 8 oktober voorlopig was geschorst, werd verhoord door de Ethische Commissie omdat hij in 2011 in vage omstandigheden 1,8 miljoen euro had betaald aan UEFA-voorzitter Michel Platini. De voorzitter van de door smeergeld en corruptie geplaagde FIFA argumenteerde dat het bedrag aan Platini was overgemaakt voor diensten die de Fransman tussen 1999 en 2002 had geleverd. Dat daarvoor slechts een mondeling –geen schriftelijk– contract was afgesloten, noemde Blatter een administratieve kwestie, geen ethische. Tevergeefse moeite.

Op 21 december veroordeelde de Ethische Commissie Blatter tot een schorsing van acht jaar. Sowieso zou hij in februari 2016 het FIFA-voorzitterschap doorgeven aan een opvolger, maar hij had zich een eervoller fin de carrière gedroomd. Blatter kondigde dan ook aan tegen de schorsing in beroep te gaan, bij het Internationaal Sporttribunaal TAS in Lausanne, bij de Beroepscommissie van de FIFA én bij het Zwitserse gerecht. ‘Ik laat het hier niet bij’, aldus Blatter op een persconferentie. ‘Ik keer terug.’