De rechten van vrouwen centraal op Moedernacht
Marlies Casier
16 mei 2012
'23 oktober is de dag waarop ik moeder werd, maar het is ook de dag waarop ik dood had kunnen zijn.' Zo getuigt Heidi Lenaerts (Klara) op Moedernacht. Op 29 weken kreeg Lenaerts hevige buikpijn. Op de spoed kreeg ze te horen dat ze tot aan de bevalling in het ziekenhuis moest blijven. 'Moet ik dan nog maanden in het ziekenhuis blijven?', zo vroeg Lenaerts zich af. Maar die maanden bleken amper 3 dagen.
De eerste 10 dagen na de bevalling kreeg ze haar dochtertje niet te zien: ‘Ik was moeder van horen zeggen’. Maar Lenaerts prijst zichzelf gelukkig. ‘Sahia, een vrouw van twintig in Niger met dezelfde complicaties als ik kan haar bevalling niet navertellen. Er was geen scanner, geen diagnose, geen juiste behandeling.’
Severine Caluwaerts (Artsen Zonder Grenzen) was bij het overlijden van Sahia. ‘Het was kerstavond en ze werd door haar familie tot bij het ziekenhuis gedragen. Ze waren al twee dagen onderweg. Sahia had stuipen gekregen. Tot onze verbazing was haar tweeling nog in leven. Met een keizersnede heb ik de twee meisjes verlost. Maar Sahia werd niet meer wakker. Hier in België had Sahia een goede kans gehad en ze zou niet te laat in het ziekenhuis aangekomen zijn. De zorg die Heidi kreeg, die zou elke vrouw moeten krijgen.’
Samen met Prof. Dr. Marleen Temmerman (UZGent, ICRH), Prof. Dr. Joseph Vyankandondera (ICRH), Severine Caluwaerts en Alma De Walsche (MO*Magazine) ging Sara Van Boxstael (Radio 1) op Moedernacht, het slotevent van de campagne Elke mama telt! in gesprek over moedersterfte in het Zuiden.
Weinig keuze
‘Vrouwen worden vaak pas aanvaard wanneer ze zwanger zijn en kinderen krijgen. Ze hebben geen recht op een eigen seksualiteit. Coca-Cola zal je in Afrika dan ook overal kunnen vinden, maar anticonceptie niet.’ Aan het woord Joseph Vyankandondera, Prof. Dr. in de verloskunde en verbonden aan het International Center for Reproductive Health (ICRH).
Vyankandondera werkte jarenlang in Rwanda en Burundi en getuigt over de hoge nood van vrouwen aan gezinsplanning. “Als je als vrouw geen toegang hebt tot anticonceptie, niet mag praten over seksualiteit, geen onderwijskansen hebt, dan loop je het risico op een ongeplande zwangerschap. Voor zo’n vrouw blijft soms geen andere mogelijkheid over dan abortus.’ In de meeste Afrikaanse landen zijn veilige abortussen echter niet toegestaan. Dokters riskeren een gevangenisstraf en hun job.
Sterven als jonge moeder
Onveilige abortussen zijn een belangrijke oorzaak van moedersterfte in ontwikkelingslanden. Zo getuigt ook Prof. Dr. Marleen Temmerman, hoofd van de vrouwenkliniek in het UZGent en oprichtsters van ICRH.
‘In Naïrobi lag het ziekenhuis waar ik werkte ieder weekend vol met jonge meisjes die zware complicaties hadden na een onveilige abortus. Het was ook daar dat ik zelf voor de eerste keer geconfronteerd werd met moedersterfte. Een 15-jarig meisje stierf onder onze ogen. Ik was zelf zwanger op dat moment. Het meisje was met een ‘ambulance’ binnengebracht, niet meer dan een stootkar die door 3 mannen werd voortgeduwd. Ze was al 3 dagen in arbeid.’
Vertrouwen in de zorg niet evident
Alma De Walsche, experte Latijns-Amerika en gender bij MO*Magazine leefde lange tijd onder de Indiaanse bevolking van Ecuador. Ook daar is zwangerschapspreventie een delicaat onderwerp en worden vrouwen snel moeder. Zij was getuige van het racisme in de gezondheidsinstellingen tegenover de inheemse vrouwen. Uit angst ongevraagd gesteriliseerd te worden bevallen veel vrouwen liever thuis. Met grote risico’s voor hun eigen gezondheid en die van hun kind.
Angst voor zorgverstrekkers heeft Severine Caluwaerts, gyneacologe bij Artsen Zonder Grenzen, in Afrika niet gezien. Wel integendeel, in Sierra Leone kwamen mensen van de andere kant van het land naar het ziekenhuis van AZG net omdat ze vertrouwen hadden in de zorg. Wél hebben ook daar veel mensen negatieve ervaringen met staatsziekenhuizen, waar ze vaak aan hun lot worden overgelaten.
Maar Caluwaerts relativeert, ‘Het is voor ons makkelijk om te zeggen dat de Ministeries van die landen de gezondheidszorg verwaarlozen. Een organisatie als AZG heeft verhoudingsgewijs meer geld dan de meeste Ministeries van Gezondheid dankzij de steun van donoren’.
Onderwijs redt levens
Even belangrijk in de strijd tegen moedersterfte is de toegang tot onderwijs. Twee jaar langer school verlaat de leeftijd waarop meisjes moeder worden met meerdere jaren. Zo red je ook levens want wie te jong moeder wordt is in landen in armoede fysiek vaak onvoldoende ontwikkeld om een baby op de wereld te zetten. Zwangere meisjes worden ook nog vaak van school gestuurd, zelfs al werden ze ongewild zwanger.
Sara Van Boxstael, gastvrouw op Moedernacht stelt de zaken scherp. Is moedersterfte dan geen prioriteit? Marleen Temmerman benadrukt dat er niet genoeg ontwikkelingsgeld naar gezondheid en onderwijs kan gaan. Pas na 5 jaar werd gezinsplanning toegevoegd aan Millenniumdoelstelling 5, de doelstelling die de moedersterfte met tweederde wil terugdringen tegen 2015.
Renaissance van de gezinsplanning
Dat er bijzondere inspanningen nodig zijn voor Millenniumdoelstelling 5 is gelukkig doorgedrongen binnen de Verenigde Naties. Zo lanceerde VN Secretaris-Generaal Ban-ki Moon de strategie ‘Every woman, every child’ waarin meer aandacht gaat naar gezinsplanning.
‘Eigenlijk moeten we oproepen tot een renaissance van de gezinsplanning’, stelt Temmerman, ‘er is een sense of urgency want de middelen voor gezinsplanning zijn erop achteruitgegaan. We hebben in het Westen teveel de neiging om in slaap te vallen. Europa zou een tegenwicht kunnen vormen. Het probleem is dat er altijd een consensus noodzakelijk is waardoor kleine conservatieve landen waarbinnen de invloed van het Vaticaan groot is, zoals Malta, het beleid kunnen gijzelen. Conservatieve krachten zijn bovendien steeds beter georganiseerd. Dat maakt dat onze verworven vrijheden onder druk komen te staan, zowel hier als daar.’
Niet alleen in Europa maar ook in België kan het beter. ‘België heeft heel mooie verklaringen over reproductieve gezondheidszorg en rechten in de ontwikkelingssamenwerking maar daar heb je weinig aan als die niet geïmplementeerd worden’, besluit Temmerman. De panelleden zijn het er overeens dat België absoluut moet blijven streven naar het halen van de 0,7% van het BNP voor ontwikkelingssamenwerking. ‘Daar mag niet op beknibbeld worden. Het is een taak van ons allemaal om daarover te waken’.
Moedernacht werd georganiseerd door Sensoa, het Vlaamse expertisecentrum voor seksuele gezondheid en Kunstencentrum Vooruit, met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en dank aan ICRH en MO*.