De vervuiler moet betalen, zeggen 73 landen

Drieënzeventig landen – inclusief China, Rusland en de Europese Unie – en meer dan duizend bedrijven en institutionele investeerders hebben zich achter plannen geschaard een prijskaartje aan CO2-uitstoot te hangen. Dat heeft de Wereldbank gisteren gezegd.

Deze landen zijn samen goed voor meer dan de helft van de uitstoot van alle broeikasgassen en vertegenwoordigen ongeveer de helft van de wereldbevolking. Ook België en Nederland steunen de plannen van de Wereldbank.

Meer dan honderd regeringsleiders zijn deze week in New York voor een door de Verenigde Naties gesteunde top waar regeringen en de private sector nieuwe klimaatinitiatieven bekendmaken.

Er zijn diverse manieren zijn om een prijs te plakken op CO2, zoals een belasting of een handelssysteem. Elk hebben ze hun voordelen, zeggen voorstanders. Ze creëren economische stimulansen om de emissie te beperken en bevorderen de ontwikkeling van hernieuwbare energie. De inkomsten kunnen daarnaast gebruikt worden voor aanpassing aan de klimaatverandering.

Daar staat tegenover dat een CO2-prijs dagelijkse producten duurder kan maken, inclusief voedsel. Slecht gestructureerde CO2-belastingen zouden zo direct gevolgen kunnen hebben voor de armen.

Het nieuwe rapport bouwt verder op een verklaring die de Wereldbank in juni publiceerde. Op dat moment bestonden er al 40 nationale en meer dan 20 subnationale CO2-belastingen of handelsschema’s.

Gisteren kondigde Jim Yong Kim, de voorzitter van de Wereldbank, ook een nieuwe publiek-private groep aan, de Carbon Pricing Leadership Coalition. Die gaat in de aanloop naar de klimaatonderhandelingen volgend jaar in Parijs, mogelijkheden voor een CO2-prijs uitwerken.

Op de lijst met landen die het initiatief steunen, ontbreken belangrijke spelers zoals de Verenigde Staten en India.

VS en India

Regeringsvertegenwoordigers spreken al decennialang over de klimaatverandering en zijn het er alom over eens dat de stappen die tot nu toe gezet werden, geen recht doen aan de dreiging. Op de markt gebaseerde oplossingen zoals een prijs voor CO2, zijn bovendien maar een gedeeltelijke oplossing. Op de lijst met landen die het initiatief steunen, ontbreken belangrijke spelers zoals de Verenigde Staten en India.

De huidige fase in het klimaatdebat onderscheidt zich echter door de steun uit het bedrijfsleven voor klimaatactie. In de afgelopen dagen riepen verschillende grote bedrijven en institutionele investeerders op tot actie. “De steun voor een CO2-prijs onder investeerders is nooit zo groot geweest”, zegt Stephanie Pfeiffer, ceo van de Institutional Investors Group on Climate Change (IIGCC).

Gisteren maakte ook de Rockefeller Foundation een symbolisch belangrijk gebaar. De steenrijke Amerikaanse oliefamilie zei versneld alle investeringen in fossiele brandstoffen, meer dan 800 miljoen, te zullen terugtrekken en te willen investeren in duurzame alternatieven.

Afgelopen week bleek uit een studie dat veel grote bedrijven, inclusief oliegigant ExxonMobil en financiële dienstverleners zoals Goldman Sachs, CO2-prijzen al meenemen in hun financiële planning en risicomanagement. “Grote bedrijven herkennen niet alleen de klimaatrisico’s en kansen, ze plannen ook pro-actief en lopen voor op hun regeringen als het gaat om vooruitdenken”, staat in het rapport.

Andreas (CC BY-SA 3.0)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.