Dilemma's bij de hulpverlening in Pakistan

Nieuws

Dilemma's bij de hulpverlening in Pakistan

Dilemma's bij de hulpverlening in Pakistan
Dilemma's bij de hulpverlening in Pakistan

Zondag 19 september buigen de Verenigde Naties zich over de nog steeds groeiende humanitaire noodsituatie in Pakistan. Terplaatse worstelen de hulpverleners met gebrek aan middelen, maar ook met de moeilijke relatie tussen hulp en veiligheid. Dat bleek ook tijdens het bezoek aan de Pakistaanse provinvie Sindh maandag.

Minister van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel wil dat er meer politieke en publieke aandacht komt voor de crisis in Pakistan. Daarom bezocht hij op 13 september  een van de zwaarste getroffen districten in Pakistan. Op zondag 19 september neemt Michel in New York deel aan een speciale VN-bijeenkomst over de situatie in Pakistan, waar onder andere een oproep om twee miljard dollar ectra steun op tafel zal liggen. Intussen besliste de Europese Raad op 16 september dat Pakistan dringend bijkomende steun en markttoegang moest krijgen.

Bezoek aan Pakistan

De Belgische delegatie arriveerde mandagochtend 13 september in Karachi, de hoofdstad van de zuidelijke provincie Sindh, met aan boord niet enkel een minister en zijn delegatie, maar ook 30 ton hulpgoederen voor UNICEF, waaronder een groot deel waterbladders (opblaasbare watercontainers) met een capaciteit tussen 10.000 en 20.000 liter en vaccinatievoorraden. Een kort bezoek aan in het recent en zwaar getroffen district Thatta gaf meteen een indruk van de omvang van de humanitaire crisissituatie: kilometers lang omzoomden de tentenkampen van gevluchte families de weg tussen Karachi en Makli. De voorbije weken moesten allen al in het district Thatta zo’n 866.000 mensen hun huizen verlaten voor de watersnood.
De cijfers zijn van de Pakistaanse natuurramp zijn allemaal verpletterend -al zijn statistieken ontoereikend om de echte impact weer te geven. 1,2 miljoen woningen werden vernield of zwaar beschadigd, 20 miljoen mensen zijn getroffen, 9088 scholen werden beschadigd en 5790 scholen doen voorlopig dienst als opvangcengtrum. Volgens de briefing van de provinciale overheid, Unicef en een aantal ngo’s werden in de zuidelijke provincie Sindh –waar het water van de Indus eindelijk in de oceaan stroomt– meer dan 4,5 miljoen mensen getroffen door de overstromingen.

Hulporganisaties

De missie van Charles Michel was op de eerste plaats bedoeld om financiële actie van 12-12 (Unicef, Oxfam, Caritas International; Handicap International en Dokter van de Wereld) te ondersteunen, want volgens het consortium wordt er veel te traag en veel te weinig hulp gegeven. Op de website van 12-12 schrijven de ngo’s: ‘Als er een conclusie te trekken is uit deze missie is het dat de hulporganisaties erg actief zijn om hulp te bieden aan de slachtoffers en dat de hulpgoederen hen goed bereiken maar ook en vooral dat de noden nog enorm zijn. Er is ook haast mee gemoeid, vooral omdat het gevaar voor ziekten en epidemieën met de dag toeneemt. Stilstaand en vervuild water is een broeihaard voor malaria, cholera, diarree en dysenterie. Bovendien is de winter niet ver af meer.’
Om die positieve pr-sfeer niet te verstoren door kritiek van humanitaire organisaties die niet in 12-12 zitten, mochten in Pakistan verblijvende verantwoordelijken van Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis / Rode Halve Maan ook even langskomen in Karachi om hun verhaal aan de meegereisde persmensen te doen. In de communicatie over hoeveel geld Vlaanderen over heeft voor Pakistan worden de giften die bij deze twee organisaties binnenkomen meestal niet meegeteld.
Het laatste cijfer over giften dat 12-12 communiceerde gaf een totaal van 3 miljoen euro voor alle deelnemende organisaties. Artsen zonder Grenzen heeft in diezelfde periode ook 3 miljoen euro voor Pakistan binnengekregen (geen wonder dus dat die organisatie niet spreekt over een gebrek aan solidariteit) en het Rode Kruis België zit momenteel net onder de helft daarvan, met 1,2 miljoen euro. De Belgische regering had sowieso al voor 4,1 miljoen euro aan humanitaire steun voor Pakistan voorzien en deed daar na de overstromingen nog eens 2 miljoen bovenop.

Strategisch belang

Naast de vraag over financiële solidariteit, werpt de overstromingsramp ook opnieuw de vraag op over de relatie tussen hulp / ontwikkeling en veiligheid. Op 26 augustus verscheen het bericht dat er een acuur tekort was aan helikopters om de hulp tot bij de honderdduizenden burgers, die afgesneden waren van de weg, te krijgen. Op de vraag of er toen niet gedacht was aan de enorme vloot helikopters die de Navo in buurland Afghanistan gestationeerd heeft, antwoordde minister Michel dat hij zeker voorstander zou zijn om een beroep te doen op legerhelikopters op zulke momenten van humanitaire crisis.
Benoit De Gryse, hoofd van Artsen zonder Grenzen in Pakistan (voor eenn uitgebreid interview: lees hier) waarschuwt voor de consequenties van die stelling, als we ze hem voorleggen. ‘In een conflictsituatie is het altijd onverstandig om hulp van een van de strijdende partijen te aanvaarden’, zegt De Gryse. ‘Wat men de groeiende onveiligheid voor humanitair werk en ontwikkelingswerk in Afghanistan noemt, is in wezen ook het resultaat van het feit dat veel te veel ngo’s zich gedragen als de humanitaire onderaannemers van de ISAF [door door de Navo geleide internationale troepenmacht].’ Geert Vansintjan, hoofd van de humanitaire unit in de Belgische ontwikkelingsadministratie (DGD), bevestigt dat er op geen enkel moment een probleem geweest is met de beschikbaarheid van vliegend materieel om hulp terplaatse te krijgen. Alleen hadden sommige hulpverleners het moeilijk om op korte termijn de juiste toestellen te huren of te betalen.
Ook in de communicatie van de Europese Raad op 16 september werd expliciet de band gemaakt tussen hulp en veiligheid. In de conclusies van de bijeenkomst van de Europese staats- en regeringsleiders staat het zo: ‘De ernst van de crisis vraagt een onmiddellijk en substantieel antwoord, rekening houdend met het strategisch belang van Pakistans ontwikkeling, veiligheid en stabiliteit in de regio… Een stabiel, democratisch en welvarend Pakistan is cruciaal om anti-terrorisme, non-proliferatie en drugsbestrijding op mondiale schaal te kunnen aanpakken.’ Het is een goed voorbeeld van de ideeën rond de legitimiteit van eigenbelang bij het verstrekken van hulp, die tegenwoordig nogal wat opgang maken. Als het van de Raad afhangt, zal Pakistan niet alleen meer hulp krijgen, maar uitzonderlijk en voor beperkte tijd ook veel makkelijker toegang tot de Europese markt, zelfs als daarvoor de regels van de Wereldhandelsorganisatie geplooid moeten worden.