Dodelijk jaar voor journalisten
Haider Rizvi
19 december 2007
Dit jaar zijn 64 journalisten gedood bij de uitoefening van hun beroep, zegt het "Committee to Protect Journalists (CPJ)". Daarmee was 2007 voor journalisten het meest dodelijke jaar van het voorbije decennium.
Het CJP noemt de dodentol dit jaar “ongewoon hoog”. Van nog eens 22 gestorven journalisten onderzoekt de organisatie of hun overlijden verband houdt met hun beroep. In zeventig procent van de gevallen gaat het om moord. In de overige gevallen gaat het om ongelukken in conflictgebieden of bij gevaarlijke opdrachten.
Enkel 1994 was nog een moorddadiger jaar voor reporters: toen werden 66 journalisten gedood. Veel slachtoffers vielen toen in conflictgebieden als Algerije, Bosnië en Rwanda.
Irak
Uit het rapport blijkt dat Irak voor het vijfde jaar op rij het “gevaarlijkste land ter wereld is voor de pers”. De eenendertig slachtoffers die er dit jaar vielen, zijn goed voor bijna de helft van het wereldwijde aantal. Een groot deel van de slachtoffers, waaronder Salih Aldin van de Washington Post, was volgens het CPJ het doelwit van gerichte aanvallen.
In vierentwintig gevallen ging het om “pure moord”. Dertig van de éénendertig journalisten waren Irakezen, die meestal voor lokale media werkten. Negen slachtoffers werkten voor internationale nieuwsmedia zoals The New York Times, ABC News, Reuters en Associated Press.
“Werken als journalist in Irak blijft een van de meest gevaarlijke jobs ter wereld”, zegt Joel Simon van het CPJ. “Journalisten worden er opgejaagd, onder bedreiging ontvoerd en ter plaatse neergeschoten of later dood teruggevonden.”
In totaal zijn sinds de Amerikaanse inval in Irak in 2003 al meer dan 120 journalisten en bijna 50 persmedewerkers neergeschoten. Daarmee is de oorlog in Irak het meest dodelijke conflict voor journalisten in de recente geschiedenis.
Het op één na gevaarlijkste land in 2007 is Somalië met zeven gedode journalisten. “Het verschrikkelijke geweld in Irak overschaduwt de verslechterende situatie in Somalië”, zegt Simon. “Journalisten in Somalië nemen elke dag grote risico’s.”
Afrika deed het slecht dit jaar met een totaal van tien doden. Twee journalisten kwamen om in Eritrea en één in Zimbabwe.
Maar er zijn ook positieve berichten. Zo kwamen in Colombia voor het eerst in vijftien jaar geen journalisten om. Hetzelfde geldt voor de Filipijnen, waar voor het eerst sinds 1999 geen slachtoffers vielen onder de pers.
Straffeloosheid
Het CPJ lanceerde een wereldwijde campagne tegen de straffeloosheid die moordenaars van journalisten vaak genieten. De campagne richt zich op Rusland en de Filipijnen, waar in de voorbije vijftien jaar veel slachtoffers vielen. Ondanks enkele recente veroordelingen blijven in beide landen ongeveer negen op tien moorden onopgelost. “Onopgeloste moorden verspreiden angst, leiden tot zelfcensuur en verlammen de media”, zegt Simon. “We moeten de cirkel doorbreken en de moordenaars berechten.”
Het CPJ-rapport haalt ook de Japanse fotograaf Kenji Nagai aan, die voor het oog van de camera’s werd neergeschoten terwijl hij de opstand in Myanmar (Birma) fotografeerde. Tot nog toe zijn geen duidelijke stappen genomen door de overheid van Myanmar om zijn moordenaar te berechten.
Andere bekende slachtoffers zijn de Turks-Armeense journalist Hrant Dink, die vlak voor zijn redactie in Istanboel doodgeschoten werd, de Oezbeekse onafhankelijke journalist Alisher Saipov en de populaire Peruaanse radiocommentator Miguel Pérez Julca die voor de ogen van zijn familie werd neergeschoten.