Executies in Bahrein: ‘Een donkere dag voor mensenrechten’
Marlies Van Coillie
18 januari 2017
In Bahrein werden heel recent drie opposanten geëxecuteerd, na “bekentenissen” onder foltering. De spanning bij oppositiegroepen en activisten loopt hoog op. Er wordt luidop gepleit voor gewelddadig verzet.
Executies zijn niet nieuw in Bahrein. Tal van demonstranten werden reeds doodgeschoten tijdens vredevolle protesten in Bahrein, maar het is de eerste keer sinds 2010 dat Bahrein weer de doodstraf uitvoerde. Op zondag 15 januari vonden de executies plaats van Abbas al-Samea (27), Sami Mushaima (42) en Ali al-Singace (21) op basis van een oneerlijk proces.
De drie werden ervan beticht betrokken te zijn bij een bomaanslag in al-Daih op ongeveer zeven kilometer van de hoofdstad Manama in maart 2014. Drie politieagenten lieten daarbij het leven. Bewijzen hiervoor ‘waren gebaseerd op “bekentenissen” ontfutseld via foltering. Het proces was puur voor de schijn’, zei Maya Foa, directeur bij de mensenrechtenorganisatie Reprieve.
‘Abbas al-Samea, een leraar, zou zich tijdens de feiten op school hebben bevonden’
‘Abbas al-Samea, een leraar, zou zich tijdens de feiten op school hebben bevonden’, schrijft BIRD (Bahrain Institute for Rights and Democracy).
Op elf januari riep Amnesty International nog op tot dringende actie, wanneer het Hof van Cassatie in Bahrein de doodstraf van de drie Bahreini’s herbevestigde. Het mocht niet baten.
De drie mannen werden volgens de wettelijke bepalingen door een executiepeloton neergeschoten. ‘Ze werden elk vier keer beschoten in de borst’, tweet Maryam al-Khawaja, een prominente mensenrechtenactiviste en mededirecteur bij het Gulf Center for Human Rights. ‘Dit is een donkere dag voor de mensenrechten’, zegt Amnesty International.
De vergeten revolutie
‘Het spook van Tahrir waarde’ niet alleen ‘door (Noord)Afrika’, maar ook door Bahrein naar de woorden van de Oegandees-Indiase professor Mahmood Mamdadi tijdens zijn lezing in 2011 aan de Amerikaanse Universiteit van Caïro.
Ook daar ‘namen jeugdgroepen het voortouw bij de bezetting van de Parelrotonde in februari 2011’, schrijft Roel Meijer, professor aan de universiteiten van Radboud en Gent, in het hoofdstuk toegewijd aan Bahrein in het boek Het Midden-Oosten, The times they are a-changin’.
De Bahreini’s willen af van het nepotisme en de absolute monarchie die daarmee gepaard gaat.
Tijdens een volksopstand begin 2011 gaven de Bahreinse demonstranten blijk af te willen van het nepotisme en de absolute monarchie die daarmee gepaard gaat. Ze willen hun stem vertolkt zien in het politieke systeem.
De volksopstand begon als een klassieke burgerrechtenbeweging, die parallel liep met de Arabische opstanden in andere landen.
Het Bahreinse koningshuis van de familie al-Khalifa trekt sinds het begin van de volksopstand echter de kaart van een sektarisch conflict en vertaalt de opstand als een sjiitische opstand tegen de soennitische Bahreini’s. Het gevolg is een zichzelf vervullende voorspelling.
Dat de drie mannen tevens sjiieten waren, is in die zin niet verwonderlijk. Toch lijkt grond van hun arrest niet om religie te draaien, maar om hun politieke oppositie tegen de absolute monarchie. ‘Ik heb Sami Mushaima nog persoonlijk geïnterviewd toen hij werd vrijgelaten uit de gevangenis in 2011. Het is iemand die voortdurend geviseerd wordt wanneer het regime iemand nodig heeft om de schuld te geven’, zegt Maryam al-Khawaja.
De revolutie gaat voort
De revolutie gaat voort, het is een bekende slogan die weerklonk tijdens de Egyptische revolutie. En hij geldt ook voor de Bahreinse revolutie. Straatprotesten zijn schering en inslag sinds de bezetting van de Parelrotonde in februari 2011.
‘Sinds zaterdag blijven de protesten aanhouden’
Naar aanleiding van de executies laait het verzet van de opposanten echter opnieuw heviger op. Sinds zaterdag blijven de protesten aanhouden en het regime reageert met traangas.
Voor veel activisten is de maat vol. ‘Al zes jaar lang hebben we geweldloos verzet gevoerd met als resultaat executies. Mensen wachtten op de steun van de internationale gemeenschap in hun strijd voor meer politieke rechten. Nu die steun wegblijft, lijkt geweld nog de enige optie om uit de impasse te komen’, zegt Maryam al-Khawaja tegen MO*.
‘Onze oproep tot geweldloos verzet’, waarmee ze verwijst naar de NGO’s in Bahrein, ‘vindt geen weerklank meer. Onze stemmen worden steeds zwakker.’
Naar aanleiding van de ontbinding van de grootste oppositiebeweging Al-Wefaq en het intrekken van het burgerschap van de geestelijke Isa Qassim in juli 2016, vonden ook protesten plaats. Ook toen werd gevreesd dat het de druppel zou zijn die de emmer doet overlopen. Op de vraag wat het verschil is tussen de protesten na de executies van zondag en de protesten van juli 2016, antwoordt ze ‘dat het de eerste keer is dat een van de oppositiebewegingen als antwoord op de executies openlijk heeft opgeroepen tot een gewapende strijd.’ Het valt af te wachten hoe de situatie in Bahrein verder evolueert.
Hoop doet leven
Het verhaal voor Abbas al-Samea, Sami Mushaima en Ali al-Singace liep slecht af, toch kan het verhaal voor Mohammad Ramadan en Hussain Moosa een andere afloop kennen. Ook hen staat de doodstraf te wachten in Bahrein.
‘De twee mannen zijn veroordeeld tot de doodstraf op 29 december 2014 voor het doden van een politieman’, is te lezen op de site van Amnesty International, ‘na een proces dat steunde op “bekentenissen” bekomen via foltering.’
Er loopt een actie tot 23 februari bij Amnesty International om de dreigende executie tegen te gaan.