‘Voor Sahrawi-vluchtelingen kan corona-uitbraak verwoestend zijn’

Nieuws

Virus nadert woestijnkampen waar sowieso te weinig water, eten en medische voorzieningen zijn

‘Voor Sahrawi-vluchtelingen kan corona-uitbraak verwoestend zijn’

‘Voor Sahrawi-vluchtelingen kan corona-uitbraak verwoestend zijn’
‘Voor Sahrawi-vluchtelingen kan corona-uitbraak verwoestend zijn’

Rojin Ferho

30 mei 2020

In de buurt van de Sahrawi-vluchtelingenkampen zijn veertien coronabesmettingen bevestigd. Dit brengt 173.000 vluchtelingen in gevaar.

© Tineke D'Haese / Oxfam

Voor inwoners van de Sahrawi-vluchtelingenkampen zijn water en eten sowieso schaarse goederen, ook zonder corona-uitbraak.

© Tineke D’Haese / Oxfam

In de buurt van de Sahrawi-vluchtelingenkampen zijn veertien coronabesmettingen bevestigd. Dat vormt een groot risico voor de 173.000 vluchtelingen die er verblijven. ‘Lokale autoriteiten en organisaties zijn zeer slecht voorbereid op de pandemie’, waarschuwt Oxfam.

In de Algerijnse provincie Tindouf zijn veertien coronabesmettingen vastgesteld. In diezelfde provincie bevinden zich vijf vluchtelingenkampen waar 173.000 mensen op de vlucht verblijven. De internationale ngo Oxfam vreest voor een corona-uitbraak waar de kampen niet tegen opgewassen zijn. ‘Een uitbraak brengt ongelooflijk hoge risico’s met zich mee en kan verwoestend zijn’, waarschuwt Haissam Minkara, Oxfam-directeur in Algerije.

Preventieve maatregelen zijn dan van levensbelang. Maar ook al verblijven de Sahrawi-vluchtelingen al meer dan veertig jaar in Algerije en lijken die kampen soms meer op steden, de gezondheidscentra zijn er amper voorbereid op corona. ‘De gezondheidscentra hebben te weinig bedden, medische benodigdheden, hygiëneproducten en beschermingsmiddelen voor het medisch personeel. Er zijn ook geen beademingstoestellen beschikbaar’, stelt Minkara nadrukkelijk.

Vergeten volk van woestijnvluchtelingen

Sinds 1975 leeft een groot deel van de Sahrawi-bevolking in vijf vluchtelingenkampen in Algerije, in de buurt van de stad Tindouf. Deze mensen sloegen na de Westelijke Sahara-oorlog op de vlucht voor het Marokkaanse leger.

Het Sahrawi-conflict is vandaag nog steeds niet opgelost. De bevolking verblijft nog steeds in de vluchtelingenkampen, ver van haar oorspronkelijke woonplaats. De Europese Commissie noemt de Sahrawi ‘een van de oudste vluchtelingengroepen ter wereld’.

De kampen liggen erg afgelegen. De woestijngrond is weinig vruchtbaar en er is weinig water beschikbaar. De inwoners kunnen daardoor zelf bijna geen voedsel kweken. Dat veroorzaakt gezondheidsrisico’s door het gebrek aan vers voedsel. Volgens het Wereldvoedselprogramma (WFP) heeft 88 procent van de Sahrawi-vluchtelingen amper toegang hebben tot betaalbaar en voedzaam eten. Voor hun voedselvoorziening hangen ze bijna volledig af van hulpprogramma’s.

Afstand houden om de verspreiding van corona tegen te gaan is in de Sahrawi-kampen niet altijd mogelijk. Inwoners staan in rijen aan te schuiven voor de voedselbedelingen. De huisjes zijn klein en er slapen vaak veel mensen samen in.

Door de problemen met water- en voedselbevoorrading kampen de Sahrawivluchtelingen sowieso met gezondheidsrisico’s, waaronder acute ondervoeding, diabetes en bloedarmoede. Volgens het Wereldvoedselprogramma (WFP) heeft 52 procent van de vrouwen tussen 15 en 49 jaar met bloedarmoede.

De Sahrawi krijgen 12 liter water per persoon, per dag. Terwijl je er 20 à 50 nodig hebt voor je basisbehoeften.

De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR levert ieder jaar 700.000 kubieke meter water in de Sahrawi-kampen. ‘Mensen krijgen hier gemiddeld twaalf liter per persoon, per dag. Dat terwijl twintig liter per dag het minimum is om aan je basisbehoeften te kunnen voorzien’, zegt Minkara.

Volgens de Verenigde Naties is 20 tot 50 liter inderdaad de hoeveelheid water per dag die je per persoon nodig hebt om aan je basisbehoeften te voldoen. ‘In de extreem droge woestijntemperatuur kunnen we het ons zeker niet veroorloven om een tekort aan water te hebben’, zegt Minkara.

De waterschaarste in de Sahrawi-vluchtelingenkampen is een probleem om een eventuele uitbraak van corona te bestrijden in de toekomst. UNHCR en Oxfam zetten vorig jaar al een project op om de watertoevoer en sanitaire voorzieningen (WASH) in de kampen te verbeteren. Het aanwezige WASH-team probeert nu ook bewustzijn over COVID-19 te creëren.

Samen, maar apart

De Sahrawi-vluchtelingen zijn grotendeels moslim en vierden op 23 mei dus ook het einde van de ramadan, de islamitische vastenmaand. In normale omstandigheden is dat een vreugdevolle gelegenheid waar families met vrienden bijeenkomen, bidden, traditionele maaltijden delen en van elkaars gezelschap genieten. Door de maatregelen tegen de pandemie verliep het feest anders en waren heel wat Sahrawi teleurgesteld.

‘Essentiële voeding is er momenteel niet.’

‘Wegens de maatregelen mogen mensen ook niet meer samenkomen in de kampen’, zegt Minkara. Niet-essentiële bedrijven zijn er gesloten en reizen tussen de vijf kampen is niet meer mogelijk. Dat beslisten de lokale Sahrawi-autoriteiten. ‘Er wordt uiterst voorzichtig omgegaan met de meest kwetsbaren’, klinkt het.

De wegen tussen de vluchtelingenkampen zijn gesloten, de moskeeën zijn dicht en door de pandemie is het moeilijker geworden om toegang te krijgen tot water en voedsel. Een maand lang vasten was voor deze vluchtelingen op zijn zachtst gezegd een uitdaging. ‘Essentiële voeding is er momenteel niet’, vertelt Minkara.

Mohamed Aissa, een humanitair werker in het kamp Laayoune, vertelt over de ramadan in coronatijden op een Oxfam-blog over het leven in de vluchtelingenkampen. ‘Tijd heelt alle wonden. Als we nu onze plicht doen en onze vrienden en buren beschermen door de maatregelen te respecteren, dan kunnen we volgend jaar opnieuw samen de ramadan vieren. Insjallah (als God het wil, red.).

Humanitaire activiteiten stopgezet

De lockdownmaatregelen eisen hun tol in de kampen. Alle humanitaire hulpactiviteiten zijn tijdelijk stopgezet, met uitzondering van medische zorgen, water- en voedseldistributie. ‘Het is niet duidelijk tot wanneer de maatregelen nog zullen gelden. Voorlopig blijft alles gesloten tot eind mei’, zegt Minkara.

De kampen zijn zowel geografisch als economisch geïsoleerd. De coronamaatregelen moeten een uitbraak vermijden maar hebben tegelijk het leven van de vluchtelingen bemoeilijkt.