Emigratie zegen voor Mexicaans natuurreservaat

Nieuws

Emigratie zegen voor Mexicaans natuurreservaat

Diego Cevallos

12 juni 2007

Het Mexicaanse natuurreservaat met de grootste biodiversiteit, de Sierra Gorda, heeft veel te danken aan de illegale migratie naar de Verenigde Staten. Meer dan de helft van de bevolking, zo'n 50.000 mensen, is vertrokken, waardoor landbouw en houtkap daalden tot aanvaardbare proporties.

“De migratie bedroeft me, maar ik kan alleen erkennen dat het ons de gelegenheid heeft gegeven het reservaat te herstellen”, zegt reservaatdirecteur Martha Ruiz. De Sierra Gorda ligt in de centraal-oostelijke deelstaat Querétaro en is erkend door de Unesco. De diversiteit is zo groot dat op de 384.000 hectaren zes wilde katsoorten leven, waaronder poema’s en jaguars, en zwarte beren, bruine slingerapen, soldatenara’s en 2.308 plantensoorten. Sommige soorten komen nergens anders voor dan in dit unieke gebied waar woestijn, semi-tropische en bergachtige ecosystemen elkaar ontmoeten. Veel soorten zijn nog nooit bestudeerd.
Het gaat goed met het reservaat, maar paradoxaal genoeg is dat te danken aan het probleem van deze streek: de hoge emigratie. Volgens het Mexicaanse Nationale Instituut voor de Statistiek, vertrekken jaarlijks zo’n 25.000 mensen uit de deelstaat Querétaro naar de Verenigde Staten. De staat telt een bevolking van 1,6 miljoen. De meeste jongeren vertrekken als ze achttien of negentien worden, vaak zonder migratiepapieren. Ze betalen 2000 tot 3000 dollar aan mensensmokkelaars om hen over de grens te krijgen.
Een groot deel van de migranten komt uit de Sierra Gorda. “Ze vertrekken omdat er hier geen werk is”, zegt Dulce Banderas (14) uit Tilaco, een van de 600 dorpen in het reservaat. Zij heeft zelf twee broers in de VS die ze zich amper kan herinneren. Al haar vrienden hebben familieleden of vrienden in de VS. Meer dan de helft van de dorpen in de Sierra telt minder dan honderd inwoners.
“Als de emigratie zou stoppen, zouden alle beboste gebieden sterk onder druk komen te staan”, zegt reservaatdirecteur Martha Ruiz. “De mensen die hier blijven overleven door geld dat de migranten terug naar huis sturen. Ze helpen bij herbebossen en bescherming van de waterbronnen.”
Ruiz hoopt binnen tien jaar in staat te zijn om alle landeigenaren in het reservaat compensaties en aanmoedigingspremies te betalen, zodat niet alle kinderen zich genoodzaakt zullen zien te vertrekken. Het reservaat is voor 97 procent eigendom van particulieren of dorpen en niet van grootgrondbezitters. De afgelopen vier jaar kregen maar zo’n 215 eigenaren een jaarvergoeding tussen dertien en twintig euro per hectare die ze beschermen. Samen bezitten ze amper 5,6 procent van de landoppervlakte van het reservaat.