EU schaft grenzen af, Servië maakt er nieuwe
Vesna Peric Zimonjic
27 december 2007
Terwijl de Europese Unie volop de grenzen tussen haar lidstaten wegwerkt, doet Servië precies het omgekeerde. Het land dreigt met een embargo tegen Kosovo als de provincie onafhankelijk wordt. Vooral de stroom- en watervoorziening dreigen problematisch te worden.
Het Servische dreigement is niet officieel, maar verschillende politieke leiders hebben het erover gehad. “In scherpe tegenstelling tot het openen van de grenzen in Europa, kunnen elders nieuwe muren opgetrokken worden”, schreef analist Vladimir Gligorov in zijn column in Blic, het grootste Servische dagblad.
Gligorov vindt het verrassend dat Servië denkt aan “obstakels voor de handel en de communicatie”. Hij schrijft dat Servië de zet als een “politieke plicht ziet, ongeacht de internationale druk om voor vrije handel in de Balkan te zorgen.”
Servië denkt er onder meer aan om de toevoer van water en elektriciteit af te sluiten en de export van voedsel naar Kosovo stop te zetten. Uit angst voor zo’n embargo zijn verschillende Kosovaarse bedrijven graan en andere voedingsmiddelen uit Kroatië beginnen invoeren.
Maar het grootste probleem vormt het waterreservoir van Gazivoda, dat zestig procent van de Kosovaarse watervoorziening voor zijn rekening neemt. Het reservoir ligt in het noordelijke deel van Kosovo dat door Servië gecontroleerd wordt. Het is niet enkel belangrijk voor drinkwater, maar levert ook het koelwater voor Kosovo B, de elektriciteitscentrale die meer dan de helft van de stroom in Kosovo opwekt.
“Zonder Gazivoda is het nog maar de vraag of Kosovo kan overleven,” zegt een hooggeplaatste Europese diplomaat. “Zelfs de invoer van elektriciteit uit het buitenland is twijfelachtig, want de die zou ingevoerd moeten worden via het Servische stroomnet”.
Servië lijkt zich internationaal te isoleren en schoot een voorstel om sneller tot de EU toe te treden in ruil voor de onafhankelijkheid van Kosovo af als “een belediging”. In Servië roepen ultranationalisten op tot meer samenwerking met Rusland. De ultranationalistische presidentskandidaat Tomislav Nikolic wil zelfs een Russische legerbasis in Servië als tegenwicht voor de Amerikaanse aanwezigheid in Kosovo.
“Rusland moet strategisch aanwezig zijn in Servië”, zei hij, “Of het nu met strategische luchtmachteenheden is of met iets anders”. Nikolic is populair en de strijd tussen hem en huidig president Boris Tadic belooft een nek-aan-nekrace te worden.
Zijn voorstel wordt gesteund door de Servische bevolking in Kosovo, die vorige week in de noordelijke stad Mitrovica betoogde tegen de onafhankelijkheid van de provincie. Maar een verhoogde Russische aanwezigheid in Servië roept ook heel wat scepsis op. “Broederlijke gevoelens ten opzichte van Rusland zijn één ding”, zegt historicus Nikola Samardzic. “Maar de mensen moeten weten dat zij (de Russen, nvdr) niet veel voordelen gebracht hebben voor de landen waar ze aanwezig waren”.
Veel inwoners van Belgrado denken er net zo over. “Ik heb nog niet veel positieve verhalen gehoord over de mensen die vijfenveertig jaar door Rusland onderdrukt zijn”, zegt Dragica Mirosavljevic, een winkelier in Belgrado. “Ze zijn gered toen het communisme viel. We moeten de blik richten naar de Europese Unie en niet één van die landen worden die uit de hand van Rusland eten.”