Europa stelt klimaatbeloften opnieuw in vraag

Nieuws

Europa stelt klimaatbeloften opnieuw in vraag

David Cronin

16 oktober 2008

De economische onzekerheid doet de Europese landen twijfelen aan hun voornemen om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 met minstens 20 procent te verminderen. De druk uit industriële hoek is erg groot. Milieuorganisaties zeggen dat investeren in duurzame energie een goede zaak kan zijn voor de economie.

De leiders van de 27 Europese lidstaten zijn in Brussel bijeen voor een tweedaagse top. Ze beloofden vorig jaar dat ze de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) tegen 2020 20 procent onder het niveau van 1990 wilden brengen. EU-voorzitter Frankrijk wil ervoor zorgen dat het klimaat- en energiedossier nog voor het einde van het jaar voldoende operationeel wordt gemaakt om die doelstelling te realiseren.
Intussen is het economisch klimaat aanzienlijk verslechterd en krijgen heel wat landen koudwatervrees. De Oost-Europese landen hebben al laten verstaan dat zij tot nu toe de grootste inspanningen hebben geleverd om hun uitstoot van CO2 te verminderen en dat daar iets moet tegenover staan. De regering van de Italiaanse premier Silvio Berlusconi staat bijzonder vijandig tegen de klimaatplannen en berekende dat ze de Europese economie 181 miljard euro gaan kosten.

Gratis certificaten

De meest voor de hand liggende manier om de pil voor de zware industrie te vergulden is sleutelen aan het systeem voor de handel met emissiekredieten. Europese firma’s krijgen voortaan een limiet voor de hoeveelheid C02 die ze mogen uitstoten, en moeten certificaten kopen voor de hoeveelheid vervuiling die ze produceren.
Industriesectoren die veel energie verbruiken, zoals de cement-, aluminium-, glas- en papierindustrie, hebben al laten verstaan dat ze de EU wel eens zouden kunnen verlaten voor landen met minder strenge milieuregels. Frankrijk, Italië, Duitsland en Polen vinden daarom dat dergelijke bedrijven hun certificaten gratis moeten krijgen.
Dat is niet naar de zin van milieuorganisaties, die de opbrengst van de verkoop van emissiecertificaten geïnvesteerd willen zien in ecologische projecten. Het Europees Parlement suggereerde onlangs dat de helft van de opbrengst, die wordt geschat op 50 miljard dollar per jaar, naar investeringen in arme landen moet gaan, omdat die de meeste last ondervinden van de klimaatverandering.

Lange termijn

“In 2020 zullen nog maar weinig mensen zich de huidige financiële crisis herinneren, maar hun welvaart zal afhangen van de fundamentele, langetermijnbeslissingen die jullie nu nemen over het energie- en klimaatbeleid van de EU”, schreef Jorgo Riss, de directeur van Greenpeace in Brussel. Uitzonderingen voor de zware industrie zorgen er volgens Riss alleen voor dat structurele aanpassingen om de economie energie-efficiënter te maken worden uitgesteld, wat de competitiviteit op langere termijn bedreigt.
Ook Jeremy Hobbs van Oxfam vindt dat de Europese leiders niet mogen buigen voor de druk uit industriële hoek. “Het gaat hier om het leven van miljoenen mensen die het eerst en het zwaarst door de klimaatverandering worden getroffen, maar er het minst voor verantwoordelijk zijn.”
Eerder waarschuwde de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso, dat een verwaterd compromis de Europese leiderschapspositie kan aantasten op de komende internationale onderhandelingen over het vervolg op het Verdrag van Kyoto, in december in Polen en in 2009 in Denemarken.
Een sterk klimaatplan heeft voordelen voor de economie en de volksgezondheid, benadrukt het Wereldnatuurfonds (WWF). “Het maakt Europa weerbaarder tegen economische schommelingen, vermindert de afhankelijkheid van buitenlandse energietoevoer en zorgt voor meer duurzame banen”, zegt Delia Villagrassa van het WWF.