FTAA in laatste rechte lijn

Nieuws

FTAA in laatste rechte lijn

Diego Cevallos

07 juli 2003

De goederentrein van het FTAA (Free Trade Area
of the Americas) lijkt niet meer te stoppen. De Braziliaanse president Luiz
Inácio Lula da Silva tracht de Amerikaanse locomotief nog wat stokken in de
wielen te steken, maar dat is enkel voor de vorm. In de praktijk is tachtig
procent van het vrijhandelsakkoord al in kannen en kruiken. De
Zuid-Amerikaanse ngo's zijn op zoek naar de noodrem.

Sinds maart van dit jaar onderhandelen de vertegenwoordigers van 34 landen -
alle landen in beide Amerika’s behalve Cuba - in het Mexicaanse Puebla over
de laatste aspecten van het vrijhandelsakkoord dat eind 2005 in voege moet
treden. De Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva stuurt daarbij
duidelijk aan op een versterkte samenwerking met zijn Zuid-Amerikaanse
buren. Met die ‘samen sterk’-strategie wil Brazilië de druk op de VS
opvoeren, zeker nu in de onderhandelingen de meest gevoelige onderwerpen aan
bod moeten komen. Over de vrijmaking van de handel in landbouwproducten en
een tijdplan voor de afschaffing van invoerrechten dient immers nog een
duchtig woordje gesproken te worden.

Volgens het tijdschema van de onderhandelingen krijgt elk land tot 15 juli
de tijd om eigen voorstellen in te dienen betreffende de markttoegang, een
zeer delicaat punt waarover de meningen sterk verdeeld zijn. Daarna komt er
een fase (zonder deadline) waarin alle landen samen overeenkomst trachten te
bereiken over die markttoegang. Gérman de la Reza, een expert inzake
economische integratie, beschouwt die laatste fase als de moeilijkste en
meest cruciale.

Daarmee komt evenwel ook de eindstreep in zicht, vermits het akkoord nu al
voor tachtig procent rond is. Naast de vrijmaking van de handel in
landbouwproducten en het tijdplan voor de afschaffing van invoerrechten
dient enkel nog over diensten, investeringen en regeringssteun
overeenstemming bereikt te worden. Eerlijke handel in landbouwproducten
staat hoog op de agenda van Brazilië en de andere landen van de Mercosur
(het handelsblok van Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay): zij willen
dat de VS hun marktvervalsende landbouwsubsidies stopzetten. Washington zou
die moeilijke discussie liever binnen de Wereldhandelsorganisatie voeren,
omdat de VS hun 23 procent landbouwsubsidies niet kunnen afschaffen als de
EU en Japan ongehinderd voor respectievelijk veertig en zestig procent
verder mogen subsidiëren. Volgens de la Reza zal dit een heikel punt
blijven, maar ligt een overeenkomst over alle andere materies binnen bereik.
José Luna, directeur-generaal voor Europa en de FTAA in het Mexicaanse
ministerie voor Economie, treedt hem daarin bij. Zelfs als de deadline van
begin 2005 verlengd moet worden, zal er geen echte koerswijziging komen:
geen enkel land - ook Brazilië niet - stelt de kern van het akkoord in
vraag.

Talrijke organisaties binnen de civiele maatschappij verzetten zich nog
steeds met hand en tand tegen de FTAA. Zij beschouwen het FTAA als een
moderne versie van neo-kolonialisme waarbij de VS hun dominantie over de
rest van het continent nog trachten te versterken. Volgens de
koepelorganisatie RMALC (Mexican Action Network Against Free Trade, die
zestien Mexicaanse verenigingen bundelt en deel uitmaakt van de
internationale protestbeweging in beide Amerika’s) wordt totaal geen
rekening gehouden met de verzuchtingen van de civiele maatschappij en van de
kleine, arme landen en hun bedrijven die door het akkoord nog verder in de
verdrukking zullen raken.

Verschillende waarnemers bestrijden die zienswijze en beklemtonen dat de
kwetsbare landen en bedrijven in de FTAA-onderhandelingen officieel wel aan
bod gekomen zijn. De deelnemende regeringen hebben alle civiele groepen een
jaar de tijd gegeven - van juni 2002 tot juni 2003 - om voorstellen te
formuleren. Er zijn 37 reacties gekomen, waarvan 28 uit de VS. Toch blijven
de resultaten van die inspraakmogelijkheid erg vaag. Momenteel ligt er wel
een ontwerp voor een Hemispheric Cooperation Programme op tafel, dat
vastlegt wie welke steun ontvangt voor bedrijven die zich slechts moeizaam
kunnen integreren in de FTAA, maar volgens interne FTAA-bronnen is dat HCP
absoluut geen prioriteit en blijft het bij pure retoriek.

De anti-FTAA-activisten hopen dat Brazilië voorop zal gaan in de strijd
tegen een onrechtvaardig FTAA. Maar de voortrekkersrol van Brazilië wordt
door de analisten sterk gerelativeerd. Naar buiten toe doet Lula aan
strategische blokvorming, maar in de praktijk handelen de Braziliaanse
vertegenwoordigers enkel in Braziliaans belang. Onderhandelingen tussen
blokken blijken eigenlijk sowieso uit den boze: in het officiële
FTAA-document ‘Werkwijze en modaliteiten voor de onderhandelingen’ dat op 18
oktober 2002 werd goedgekeurd, staat expliciet dat de onderhandelingen
dienen te gebeuren op basis van land-tot-land-gesprekken.