Gazakinderen blootgesteld aan nitraatvergiftiging

Nieuws

Gazakinderen blootgesteld aan nitraatvergiftiging

Jens Vancaeneghem

10 december 2009

De hoge nitraatwaarden in het grondwater van Gaza vormen een ernstige bedreiging voor de gezondheid van jonge kinderen. Vooral baby’s onder de zes maanden zijn vatbaar voor nitraatvergiftiging.

Op sommige plaatsen liggen de nitraatwaarden 300 keer hoger dan de opgelegde standaard van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Volgens de Britse krant, The Guardian, zijn van de 40.000 nieuwgeboren kinderen minstens de helft vatbaar voor nitraatvergiftiging, ook wel het “blauwe baby syndroom” genoemd. Als gevolg van een vermindering van de zuurstofdragende capaciteit van het bloed, krijgen kinderen een grijsblauwe kleur.
De enige bron in de Gazastrook is een ondergrondse waterlaag die gedeeld wordt met Israël. Op zich is deze bron niet voldoende om het gebied van het noodzakelijk water te voorzien. Door overontginning, onderontwikkelde zuiveringsinstallaties en decennialange lozing van rioolwater is deze bron ernstig besmet. 90 tot 95 procent van het beschikbare water in de Gazastrook is niet drinkbaar.
Bovendien zijn veel van de waterinstallaties en hygiënische voorzieningen beschadigd tijdens de militaire aanval van Israël op Gaza vorig jaar. De huidige blokkade verhindert dat de noodzakelijk materialen om de watervoorzieningen te herstellen en te bedienen het gebied binnenkomen.

Discriminerend waterbeleid

Ook in de Westelijke Jordaanoever is watervoorziening een heikel punt. De Palestijnse watervoorzieningen staan sinds de Israëlische bezetting in 1967 onder exclusieve controle van Israël. Het nationale waterbedrijf Mekorot beslist over de bedeling van het water, waarbij de illegale Israëlische nederzettingen voorrang krijgen.
Daarnaast is slechts een derde van de Palestijnse gemeenschappen in de Westelijke Jordaanoever aangesloten op het waternetwerk. Deze huishoudens moeten lange afstanden afleggen om aan water te komen. Blokkades, checkpoints en andere barrières bemoeilijken de toegang tot waterinstallaties.
Een alternatief is het aanvoeren van water met vrachtwagens. Maar dat is een dure oplossing: door de torenhoge transportkosten liggen deze waterprijzen soms tienmaal hoger dan normaal. Sommige huishoudens besteden daarom veertig procent van hun inkomsten aan zuiver water.
Illustratief voor het discriminerende waterbeleid is het gemiddelde waterverbruik. Bij een Palestijn komt dit op vijftig liter water per dag. Dit staat in schril contrast met de 100 tot 150 liter die de WHO aanbeveelt om aan alle gezondheidsvoorwaarden te voldoen. Een gemiddelde Israëli daarentegen verbruikt zo’n 280 liter per dag.