Ggo's leiden tot verdeeldheid in Ghana

Nieuws

Ggo's leiden tot verdeeldheid in Ghana

Albert Oppong-Ansah

27 december 2013

Veldproeven met genetisch gewijzigde organismen leiden niet enkel in België tot controverse. In Ghana voeren organisaties en oppositiepartijen actie tegen een recente goedkeuring door de regering van veldproeven met onder meer peulvruchten.

De Ghanese regering gaf toestemming voor veldproeven met katoen, rijst, zoete aardappelen en de ogenboon, een peulvrucht. Bedoeling is de ogenboon resistent te maken tegen de maruca, een mot die de gewassen beschadigt.

Vooral die laatste proeven zijn controversieel, omdat de ogenboon, ook bekend als cowpea of black eyed pea, een rol van vitaal belang speelt in de voeding van de Ghanezen.

Ibrahim Amando, een kleine boer in het oorden van Ghana, is een van de naar schatting 200 miljoen Afrikanen die afhankelijk is van de ogenboon. Hij klaagt over de dure pesticiden die nodig zijn om zijn kleine stukje land te beschermen tegen de mot en andere insecten. “Ik sproei elke week”, vertelt hij. “In een goed seizoen kan ik zo’n 300 kilogram oogsten.”

Voedselzekerheid

De ogenboon is het tweede belangrijkste landbouwgewas in Ghana na de grondnoot. Als de proeven succesvol zijn, kan de oogst met de helft groeien, zeggen voorstanders. Volgens Ibrahim Dzido Kwasi Atokple, de projectleider, gaat het dan ook om een belangrijke kans voor de voedselzekerheid en een beter inkomen voor kleine boeren.

Atokple is ervan overtuigd dat de jaarlijkse productie van ogenbonen, momenteel rond de 205.000 ton, met 30 procent kan stijgen.

Moratorium

Maar lang niet iedereen in Ghana is daarvan overtuigd. Ali-Masmadi Jehu-Appiah, voorzitter van de organisatie Food Sovereignty Ghana, heeft de overheid opgeroepen om onmiddellijk een moratorium in te stellen op de teelt, import en consumptie van ggo-gewassen. “We doen dit na geloofwaardige rapporten over de teelt van ggo-saden in het land”, zegt hij. “Onze organisatie pleit voor een duidelijk begrip bij Ghanezen over de consequenties van de teelt van genetische gewijzigde gewassen, voor ze de technologie aanvaarden”.

Jehu-Appiah schuwt de grote woorden niet. “Als wij Afrikanen dit niet tot een goed einde brengen, kan de dominantie van onze landbouwsector met ggo-patenten veel erger zijn dan de gecombineerde effecten van apartheid, kolonialisme en slaverijn”, zegt hij. “Herinner u de woorden van de voormalige Amerikaanse ambassadeur Henry Kissinger: ‘Voedsel is een wapen.’”

Oppositie

De Convention People’s Party (CPP), een kleinere oppositiepartij, heeft zich al publiek uitgesproken tegen het ggo-initiatief. Ernesto Yeboah, lid van de partij, verwijst naar nefaste gevolgen in India, waar al meer dan 125.000 boeren zelfmoord gepleegd hebben omdat ze geen uitweg zagen uit hun schulden, onder meer door de aankoop van dure ggo-zaden.

Wilson Dogbe, wetenschapper bij de Raad voor Wetenschappelijk en Industrieel Onderzoek, zegt dat Ghana helemaal geen ggo’s nodig heeft. Het land kan zich volgens Dogbe voeden door andere opportuniteiten te verkennen.

“Er zijn een paar zaken die we fundamenteel niet juist krijgen als land”, zegt hij. ‘ “De staat zou duurzame landbouw moeten stimuleren door de nodige middelen te voorzien, en te investeren in infrastructuur en opleiding.”