Groene ambities van Europa schieten tekort
IPS en Stef Heivers
23 januari 2014
De Europese Commissie wil de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent terugdringen tegen 2030. Milieuverenigingen spreken over een "slap akkoord" dat de wetenschappelijke data negeert. Bovendien mist Europa de kans op een stevige groei van groene banen.
Het akkoord komt er na heel wat gekibbel binnen de commissie. In navolging van Groot-Brittannië probeerde een deel van de commissarissen in de laatste uren nog te vermijden dat er een doelstelling werd vastgelegd voor hernieuwbare energie. Tevergeefs: er komt een doelstelling van 27 procent hernieuwbare energie tegen 2030, maar geen bindende doelstellingen per deelstaat.
Slap akkoord
Milieuverenigingen spreken van een “slap akkoord”, omdat de commissie niet consequent is. De EU wil immers de klimaatverandering onder de gevaarlijke drempel van 2 graden Celsius houden, maar daarvoor is een doelstelling van minstens 55 procent nodig, zeggen WWF, Bond Beter Leefmilieu en Greenpeace in een gezamenlijk persbericht. ‘Bovendien laat de Commissie het na om ambitieuze bindende doelstellingen voor hernieuwbare energie en energiebesparing op te stellen voor de lidstaten.’
Het voorstel is volgens de organisaties ook een gemiste kans voor een betere luchtkwaliteit en creatie van nieuwe banen. Ze wijzen op een rapport van de Europese Commissie zelf dat stelde dat meer ambitieuze doelstellingen tegen 2030 in de hele EU negen miljoen levensjaren kunnen redden door minder luchtvervuiling en maar liefst 500.000 jobs extra kunnen creëren.
De organisaties pleiten voor drie bindende doelstellingen die doorvertaald moeten worden naar de lidstaten: 55% minder broeikasgassen, 45% hernieuwbare energie en 40% energiebesparing. Ze roepen de lidstaten met klem op om het klimaat- en energiepakket met de nodige ambitie te injecteren.
Toekomstgericht
Volgens een studie van DG Ecfin, het Directoraat-generaal voor Economische en Financiële zaken, helpen hernieuwbare energiebronnen onder meer ‘de importkosten van brandstof terug te dringen’ en ‘dragen ze bij tot de energiehandelsbalans’. Uit het rapport blijkt ook dat duurzame bronnen als zonne- en windenergie ‘mogelijkheden bieden op het vlak van handelsstromen’ en ‘bijdragen tot het verkleinen van onze energie-afhankelijkheid.’
In 2010 werd er maar liefst 30 miljard euro uitgespaard. ‘Windenergie alleen al was goed voor (een bezuiniging) van zo’n 2 miljard’, toont het rapport. Toch kan het allemaal nog veel beter. Nog verder doorgedreven maatregelen zouden Europa op lange termijn zelfs een concurrentie-voordeel en een nog interessantere positie op de wereldmarkt kunnen opleveren.
Gebrek aan ambitie
Josche Muth, de secretaris-generaal van de Europese Raad voor Hernieuwbare Energie (EREC) ziet ondertussen een “complete disconnectie” tussen de conclusies die uit het rapport kunnen worden getrokken en de voorstellen die op beleidsniveau worden gelanceerd.
Muth reageert dan ook teleurgesteld. ‘Met nieuwe, bindende doelen van 30 of 35 procent voor lidstaten, zouden we lagere kosten voor energie-intensieve industrieën, meer jobs én een dalende import van fossiele brandstoffen kunnen realiseren.’
En hij is niet de enige die er zo over denkt. Ook Europees parlementslid Kathleen Van Brempt hekelt de weinig ambitieuze doelstellingen van Europa. ‘De Commissie wil geen bindende doelstellingen voor hernieuwbare energie. Dat is dwaas, want hernieuwbare energie levert duizenden jobs op’, deklinkt het op haar website. Een recent rapport van de Europese Commissie geeft haar gelijk. Daarin staat te lezen dat aangescherpte doelstellingen Europa mogelijk zo’n 568,000 nieuwe jobs kunnen opleveren tegen 2030.