Guatemalteekse bedrijven profiteren van "noodtoestand"

Nieuws

Guatemalteekse bedrijven profiteren van "noodtoestand"

Danilo Valladares

30 augustus 2012

Door zijn ligging krijgt Guatemala vaak met natuurrampen af te rekenen. Heel wat bedrijven worden daar beter van.

Elke toerist die de natuurlijke en culturele rijkdom van Guatemala komt verkennen, heeft het al eens meegemaakt: een weg door de bergen die om de zoveel kilometer vernield is door stenen en modder maar meteen hersteld wordt. Door de vele regen en onstabiele bergflanken gaan de stenen makkelijk aan het schuiven. De echte oorzaak, de ontbossing, wordt niet aangepakt. Maar de wegen worden keer op keer hersteld.

Rampen zijn big business, dat merk je zowel in wegenbouw als voedseldistributie, zegt Guido Calderón van de organisatie Convergencia Ciudadana para la Gestión de Riesgos (Burgersamenwerking voor Risicobeheer).

Brug stort in

Door de noodtoestand af te kondigen hoeft de regering geen offertes te vragen of aanbestedingen te organiseren. De aankoop van goederen en diensten om de gevolgen van aardbevingen, orkanen, overstromingen, droogtes en hongersnoden op te vangen moet snel gaan.

Vaak wordt daarbij slechte kwaliteit geleverd, zegt parlementslid Nineth Montenegro, lid van de oppositie. Op 15 augustus stortte in het zuidelijke departement Santa Rosa een brug in die hersteld werd. Er kwamen twee arbeiders om, zes raakten gewonden. Constructiefouten waren de oorzaak.

De werken aan de metalen brug waren toegewezen aan een bouwbedrijf voor ruim 7 miljoen euro. “Men heeft infrastructuurwerken aan bedrijven toegewezen die misschien wel de economische maar niet de technische capaciteit hebben”, zegt Julio Galicia, lid van het College van Ingenieurs. “Ze hebben niet het geschikte personeel voor die werken en in sommige gevallen zelfs niet de experts.”

Te duur

Op 16 februari kondigde kersvers president Otto Pérez Molina de noodtoestand voor de ziekenhuissector af om het chronische gebrek aan medicijnen en apparatuur op te lossen. In juni had het ministerie van Volksgezondheid al voor 8,7 miljoen euro aangekocht, zonder aanbestedingen, en met grote onregelmatigheden, zegt Montenegro’s partij, het centrumlinkse Encuentro por Guatemala.

Een van die onregelmatigheden was de aankoop van meer dan 149.000 vaccins voor 2,5 miljoen euro, ook al lag de offerte van het farmaceutische bedrijf 68 procent hoger dan die van de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie, zegt Montenegro. Volgens de Rekenkamer was niet te veel gerekend omdat beide offertes verschillende producten aanboden. Er was wel sprake van “overbevoorrading”, volgens deze toezichthoudende instantie: er waren 22.000 dosissen te veel besteld, en in november vervallen de medicijnen al.

Ook onder vorige regeringen konden sommige bedrijven gouden zaken doen. In februari diende de Rekenkamer klacht in bij justitie voor het ongeoorloofd gebruik van 6 miljoen euro door het ministerie van Landbouw tijdens de sociaaldemocratische regering van Álvaro Colom (2008-2012). Het geld had naar voedsel voor duizenden mensen, vooral op het platteland, moeten gaan, slachtoffers van de storm Agatha en de uitbarsting van de vulkaan Pacaya. Het voedsel werd wel aangekocht maar het ging naar een overheidsprogramma voor arme gezinnen, volgens activisten en oppositieleden een “cliëntelistisch en corrupt” instrument.

Mitch, Stan en Agatha

Guatemala, dat vijftien miljoen inwoners telt, is een van de meest kwetsbare landen ter wereld voor aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en extreme weersomstandigheden. De orkanen Mitch, Stan en Agatha maakten duizenden doden en brachten zware schade toe aan infrastructuur en landbouw.

Volgens Montenegro verlengde de regering-Colom tot elf maal toe de noodtoestand en werden in die periode meer dan achthonderd contracten zonder aanbesteding afgesloten voor een gezamenlijke waarde van meer dan 500 miljoen euro. Meer dan 90 procent van die contracten diende om wegen en rivieren te herstellen, zegt het oppositielid.

Colom ontkende altijd alle beschuldigingen maar zijn eigen vicepresident, Rafael Espada, gaf toe dat de verlenging van de noodtoestand “een schitterend excuus voor corruptie” kon zijn.